4 november 2014 is voor mij een gedenkwaardige dag . Niet vanwege iets wat ik zelf heb gedaan of vanwege een ontmoeting of afspraak, maar omdat het mij eens te meer duidelijk werd dat onze cultuur de grootste barrière is om eHealth succesvol te maken.
Bewust en onbewust heeft het duo Schippers en Van Rijn op die dag hun invloed enorm laten gelden. Minister Schippers deed dat tijdens een eHealth congres in Amsterdam, haar collega Van Rijn later die avond in de uitzending van Pauw. Op 4 november zette eHealth een stap naar voren en werden er meerdere stappen terug gezet door de psychologische barrières die ons menselijk zijn.
Basking in reflected glory
Rond het middaguur die dag lees ik in de tweet van Lucien Engelen dat Minister Schippers tijdens de eHealth convention heeft gezegd dat er tempo gemaakt moet worden met het invoeren en opschalen van eHealth. Later lees ik de gehele toespraak van de Minister, die niet gaat over technologische of over financiële barrières, noch over organisatorische randvoorwaarden, maar over de psyche van de mens, over ons gedrag. Meer specifiek refereert Schippers aan het fenomeen dat psychologen basking in reflected glory noemen oftewel: je identificeren met de successen van anderen. Zo zegt de Minister “Ik zie meer goede initiatieven. Daar word ik vaak bij uitgenodigd. Ik hoef nooit lintjes te knippen bij een mislukt project, ….”. Of de Minister het nou wil of niet, ze wordt alleen uitgenodigd om de successen mee te vieren.
"Ik hoef nooit lintjes te knippen bij een mislukt project", aldus Schippers
De Minister identificeert zich zo met de successen van anderen en omgekeerd wil men zich identificeren met het succesvolle beleid van de Minister. De succesverhalen krijgen een soort mythische aantrekkingskracht. Het verwachte effect is dat meer ontwikkelaars een mooie app gaan maken, dat eindgebruikers nieuwsgierig worden naar hoe dat succesvolle eHealth product nou precies werkt en dat mensen meer en meer bereid zijn om eHealth te gebruiken. Met de toespraak van Minister Schippers gebeurt in feite hetzelfde. Mensen twitteren erover en nieuwsmedia koppen groot quotes uit de toespraak. Iedereen probeert iets van de reflectie van die glorieuze toespraak vast te grijpen. Het komt allemaal ten goede aan de ontwikkelingen rondom eHealth.
Cutting of reflected failure
De avond van 4 november zit ik met klamme handen op de bank te kijken naar de uitzending van Pauw op NPO 1. Staatsecretaris Van Rijn geeft in een zeer moedig televisieoptreden toelichting op de situatie van zijn moeder die woonachtig
Van Rijn werd in een bijna onmogelijke positie gemanoeuvreerd
is in een van de WoonZorgcentra Haaglanden (WZH) naar aanleiding van het interview dat de vader van de Staatssecretaris aan het Algemeen Dagblad gaf. Staatssecretaris Van Rijn wordt in een bijna onmogelijke positie gemanoeuvreerd waar hij zijn beleid moet verdedigen ten opzichte van een specifiek en zeer treurig geval, en waarin het beleid van hem als Staatssecretaris duidelijk faalt met gevolgen voor hem als zoon.
Ook hier komt zorgtechnologie aan bod. Tijdens de aflevering schetst de heer Oude Nijhuis in gesprek met Van Rijn het beeld van slaapkamers op een locatie van WZH (in Den Haag) waarin camera’s worden gehangen die op een locatie ruim 20 kilometer verderop (in Schiedam) in de gaten gehouden worden. Vervolgens zijn er slechts twee verplegenden die vier afdelingen op vier etages af moeten lopen. Het zal toch niet zo zijn dat zorgmedewerkers vervangen worden (of zelfs al vervangen zijn) door camera’s? Het kan toch niet gebeuren dat mensen moet wijken voor technologie? De inzet van technologie in de zorg lijkt garant te staan voor verhalen zoals die van de moeder van Van Rijn.
Een dag later zitten in het programma Pauw drie gasten die reageren op het interview van de dag ervoor. Wat er dan gebeurt is een typisch staaltje van wat psychologen cutting of reflected failure noemen. Inderdaad, het tegenovergestelde van het fenomeen uit de vorige alinea. Het betekent zoveel als: je zo ver mogelijk distantiëren van hetgeen bijgedragen heeft aan een mislukking.
De inzet van technologie lijkt garant te staan voor verhalen zoals die van de moeder van Van Rijn
De gasten distantieerden zich van Van Rijn en van zorgtechnologie. Ik kreeg het gevoel dat cameratoezicht (en andere zorgtechnologie) als oorzaak werd aangewezen van kwalitatief tekortschietende zorg. En wees eerlijk, wie wil daar nou mee in verband gebracht worden? Zo stelt Renske Leijten (SP) dat cameratoezicht het zorgpersoneel vervangt, tot haar grote onvrede. “Wij willen geen camerazorg”, aldus Leijten, in een poging de afstand tussen haar en Van Rijn te vergroten.
Negatieve associaties
Op 4 november realiseerde ik mij hoe weinig het fenomeen eHealth positief verankerd is in ons denken. Veel mensen associëren eHealth met minder handen aan het bed en met onpersoonlijke en kwalitatief arme zorg. Door treurige verhalen te verbinden aan de inzet van eHealth en domotica versterken we dat negatieve beeld bij zorgtechnologie. Sterker nog, we gaan op zoek naar informatie die dit beeld voedt en negeren informatie die dit beeld ontkracht (ik zal de lezer niet vermoeien met de psychologische term voor dit fenomeen). De invoer van technologie in de zorg wordt hiermee immens bemoeilijkt.
Moeten we dan de mislukkingen rondom eHealth onder het tapijt vegen en alleen de positieve verhalen aandacht geven? Uiteraard niet. Wijze woorden van de Minister: “Ik hoef nooit lintjes te knippen bij een mislukt project, wat eigenlijk jammer is want van mislukkingen leer je heel veel.” Om zorgtechnologie een positieve lading te geven moeten we onze successen vieren en laten zien dat we leren van de mislukkingen. Daarnaast moeten we ervoor waken om voorbarige conclusies te trekken die het momenteel overheersende beeld bevestigen. Voor we het weten belanden we in een welles-nietes discussie en verliezen we het werkelijke doel, op naar betere en betaalbare zorg, uit het oog. Niets menselijks is ons vreemd.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!