Vodafone’s Mobiles for Good Challenge: “Met alleen een zak geld ben je er niet”

Startups, vooral in health tech, kunnen een complete FTE besteden aan georganiseerde wedstrijden, top-10’s en nominaties. Voor de gelukkige winnaar staat er soms een eervolle vermelding of mooie trofee tegenover, soms een mogelijkheid om te pitchen en/of een geldbedrag. Maar daar eindigt het meestal bij. Vodafone’s Mobiles for Good Challenge pakt het anders aan. De winnaars van deze innovatie wedstrijd ontvangen 30.000 euro om hun mobiele oplossing te verwezenlijken. Professionele begeleiders stomen hen daarnaast in een intensieve bootcamp klaar om met hun product de markt op te gaan. Een interview met Danielle Puma, manager van de Vodafone Foundation.

Voor de meesten is Vodafone bekend als de telecom provider van de knalrode abri’s en campagnes op TV. Onbekender is de Vodafone Foundation, een stichting die in 27 landen – waaronder Nederland – sociaal maatschappelijk werk verricht. Deze Foundations zijn samen verantwoordelijk voor de Mobiles for Good strategie. De rode draad van deze strategie is in alle landen hetzelfde: zet mobiele technologie in voor maatschappelijke innovaties op het gebied van veiligheid, welzijn en gezondheid.

In Nederland bestaat de Vodafone Netherlands Foundation sinds 2002. De stichting vergaarde met name bekendheid toen ze in 2012 voor het eerst de Mobiles for Good Challenge organiseerden: een wedstrijd gericht op ondernemers die een innovatief idee hebben om een sociaal probleem in Nederland aan te pakken met een mobiele oplossing. Of zoals Vodafone het zelf zegt: een zoektocht naar wereldverbeteraars van deze tijd.

Dit jaar organiseerde Vodafone de derde, met twee opvallende verschillen ten opzichte van de jaren daarvoor. De eerste twee jaren was het voor deelnemers een vereiste om ideeën met een focus op gezondheidszorg in te zenden. “Destijds leek het ons goed om een duidelijke, eigen richting aan de Mobiles for Good Challenge te geven”, legt Danielle Puma, manager van de Vodafone Foundation, uit. “We kozen voor de gezondheidszorg, omdat we merkten dat er op dat gebied zoveel gebeurde en nog kon gebeuren in Nederland. Daar wilden wij een bijdrage aan leveren.” Dit jaar heeft de wedstrijd voor het eerst geen verplichte focus meer op zorg, maar mogen allerlei sociale problemen rondom gezondheid, welzijn, veiligheid of onderwijs met een mobiele toepassing opgelost Dat de zorgsector ook dit jaar zwaar vertegenwoordigd is, geeft aan dat veel ondernemers daar kansen zien.

Innovation Bootcamp

Het andere verschil ten opzichte van vorig jaar is dat de winnaars naast een geldbedrag van 30.000 euro dit jaar voor het eerst ook fulltime participeren in een vier maanden durende Innovation Bootcamp. “Je kunt teams goed begeleiden bij het bouwen van de toepassing en een goed klantenonderzoek, maar dan mis je op den duur het geld. Krijg je als team alleen een zak geld, dan zul je zien dat het bedrag er binnen no time doorheen is en je verdere begeleiding mist. Je hebt een combinatie van die twee dingen nodig”, zegt Puma. Met deze insteek van de wedstrijd kiest Vodafone Nederland een unieke koers ten opzichte van de andere Foundation landen. “Je merkt wel dat iedereen door begint te krijgen dat alleen een zak geld niet voldoende is, maar wij zijn de eerste die hier ook daadwerkelijk werk van maken binnen de Mobiles for Good Challenge.”

Partners van Vodafone binnen de wedstrijd zijn Innoleaps, Social Enterprise Nederland en Waag Society. Innoleaps verzorgd onder andere de bootcamps en levert mentoren en ook vanuit Social Enterprise Nederland, Waag Society en Vodafone zelf worden mentoren aangedragen om de teams te ondersteunen. De Vodafone Foundation kan zelf ook het beste beschouwd worden als één van de mentors, meent Puma. “Natuurlijk hebben wij het investeringsgeld gegeven. En 30.000 euro is een boel geld, maar het gaat ook snel op. De teams moeten er zelf investeerders bij zoeken. De trainingen die wij geven, daar doen we het voor. Daar helpen we teams uiteindelijk toch het meeste mee.”

De winnende teams

Nog even terug naar de teams. Er kwamen dit jaar 65 inzendingen binnen, waar een jury zes concepten uit selecteerde. WindTales is een game in de vorm van een app die oefeningen voor longpatiënten leuk maakt. Heppee is een app voor kinderen met gescheiden ouders die dient als communicatie tool om hun thuissituatie te verbeteren.

Via de app Into D’mentia Nederland kan iedereen die met dementie in zijn of haar omgeving te maken heeft, dit op een laagdrempelige manier zelf kan ervaren. OWise is een app om longkankerpatiënten een steuntje in de rug te bieden tijdens hun ziekteproces. Daarnaast wordt de door de app verzamelde behandeldata ingezet voor (toekomstig) medisch onderzoek naar kanker. Dan is er nog Pezzep, een app die ondersteuning biedt bij een theatervoorstelling over pesten om het bewustzijn van jongeren en ouders hierover te vergroten. En TraumaGameplay is een game in de vorm van een app die mensen direct na een traumatische ervaring kunnen spelen om een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) te beperken.

De zes winnende team kregen afgelopen zomer de tijd om alles op orde te maken voordat ze zouden gaan beginnen aan de bootcamp. “Sommigen moesten nog teamleden zoeken, anderen hadden nog andere werkzaamheden af te ronden: alles om ervoor te zorgen dat ze daarna vier maanden flink aan de bak konden”, vertelt Puma.

Een dag voor de Albert Heijn

De bootcamps starten in augustus en er wordt direct vaart in gezet. “We zijn heel intensief gestart, waarbij we elkaar wekelijks één of twee dagen zagen. Je moet veel over het programma uitleggen, de teams leren kennen en mentors zoeken”, legt Puma uit. De focus van de eerste weken binnen de bootcamp ligt op twee dingen: het business model en customer insight. Met name dat laatste is iets wat volgens Puma cruciaal is.

Het is een belangrijk onderdeel van de trainingen. “Het sociale of maatschappelijke probleem dat de teams op willen lossen is duidelijk. We willen iets aan pesten doen, we willen hulp bieden aan longkankerpatiënten, noem maar op. Waar wij de teams vervolgens op trainen is het achterhalen wie hun klanten zullen zijn en waar deze klanten behoefte aan hebben. Wie gaan je app gebruiken, hoe maak je het product voor deze doelgroep interessant? De teams moeten zeker weten dat er behoefte is aan de mobiele oplossing die zij op de markt gaan brengen. Eén onderdeel was dan ook gewoon een dag voor de Albert Heijn doorbrengen en maar zoveel mogelijk mensen aanspreken en ondervragen.”

Oefenen voor de pitches tijdens Demo Day

Daarnaast werken de teams aan hun (sociale) business model. Hierbij winnen ze bij de meest uiteenlopende partijen advies in. “We zijn voor een sessie bijvoorbeeld bij advocatenkantoor CMS geweest waar alle teams juridisch advies kregen. Zo’n middag is erg waardevol. Ze konden vragen stellen en kregen zelfs de boodschap mee dat ze nog eens terug mochten bellen, zonder dat de meter direct gaat lopen.”

Hackatons en pitches

Inmiddels is de frequentie van de bootcamps teruggeschroefd naar een (halve) dag per twee weken. “Dat komt doordat de teams nu in de bouw-fase zitten, dus daar hebben ze tijd voor nodig. Er worden door alle teams hackatons gehouden om hun product maar op tijd af te kunnen krijgen.”

Door het hele programma heen krijgen de teams ook nog pitch-trainingen, waarin ze – zoals de naam al doet vermoeden – bezig zijn met het oefenen op en perfectioneren van hun pitch. “Demo Day, de dag waarop de teams hun product aan de Nederlandse pers en potentiële investeerders gaan presenteren, is natuurlijk het doel wat we daarbij voor ogen hebben, maar ook in de tussentijd moeten de teams hun eigen product kunnen pitchen. Daarvoor oefenen we met allerlei varianten van presentaties, van één tot acht minuten. Je moet ook goed tegen een vreemde in de bus kunnen pitchen.”

In oktober vond de eerste sneak preview plaats: een middag waarin de teams voor het eerst voor een klein publiek hun pitch ten gehore brengen. Deze middag organiseert de foundation om de teams op scherp te zetten en hen kennis te laten maken met potentiële partners of investeerders. “We gebruiken hierbij ons eigen netwerk, maar laten de teams zelf ook mensen uitnodigen. Het is de bedoeling dat de deelnemers al zo veel mogelijk investeerders en partners binnen halen en met iedereen kennis maken. Het zijn commercieel gezien niet de meest interessante programma’s waar de teams aan werken, dus ze moeten de harten winnen van partijen die er wel als partner of angel (informele investeerder, red.) bij betrokken willen zijn.”

Saamhorigheid

Alle trainingen binnen de bootcamp worden altijd met de zes teams samen gedaan. “De teams moeten zich open naar elkaar op stellen. We laten ze peer-pitchen, waarbij iemand uit het andere team jouw pitch doet, en zelfs (nep) geld in elkaars bedrijven investeren.  ”

Die sfeer van saamhorigheid wordt bij Vodafone erg gestimuleerd, vertelt Puma. “Het zijn allemaal pioniers die vanuit een sociaal idee aan de slag gaan met een technische toepassing. Ze zitten er niet in omdat ze veel geld willen verdienen of omdat het de meest tech savvy mensen zijn die heel makkelijk even iets bouwen. Nee, het zijn juist mensen die veel van elkaar kunnen leren.” Dat komt onder andere doordat de zes teams allemaal andere achtergronden hebben. “Eén team is verbonden aan de universiteit. Als zij hun app willen testen, moet dat zorgvuldig gebeuren. Vergelijk dat met een klein bedrijfje als Heppee, waar er veel flexibler gewerkt kan worden omdat er andere eisen aan verbonden zijn. Ook qua business model denken is het voor een game bedrijf als Windtales heel anders dan Pezzep, die van oorsprong theatermakers zijn en met heel andere verdienmodellen werken.”

Het belang van teambuilding tijdens de bootcamp

Inzendingen voor de Mobiles for Good Challenge hoefden niet aan een bepaalde rechtsvorm te voldoen, het was alleen een vereiste dat er een aparte organisatie rondom de toepassing werd opgezet. “We wilden niet dat grote bedrijven mee gaan doen en een paar medewerker afvaardigen ‘om die app even te gaan bouwen’. Dan ben je vervolgens afhankelijk van de beslissingen die er door zo’n bedrijf genomen moeten worden.”

No strings attached

Een flinke zak geld, connecties, trainingen, mentors, events: als je het zo bekijkt krijgen de deelnemers aan de challenge veel van Vodafone. Maar daar zijn geen verplichtingen aan verbonden. “We vragen alleen of de teams ons in hun communicatie willen noemen. Zelfs daar zijn geen harde afspraken over gemaakt, dat is good will die wij bij de teams opbouwen. Wij zien er uitsluitend op toe dat het geld goed wordt besteed, dus dat ze er wel de dingen mee doen die we gezamenlijk besproken en besloten hebben.”

Voor een volgende editie zou het volgens Puma wel een mogelijkheid zijn dat de Vodafone Foundation bijvoorbeeld een aandeel in de mobiele toepassingen krijgt. “Maar dat zou dan puur als opschalingsmethode dienen. We zouden de Mobiles for Good Challenge voor veel meer mensen kunnen organiseren, als het programma zichzelf als het ware zou terugverdienen. Vodafone hoeft niet rijk te worden van het programma, het komt echt vanuit de Foundation.”

Demo Day

De spanning voor de aankomende Demo Day op 22 januari loopt in ieder geval op, vertelt Puma. Haar verwachtingen van die dag zijn ook hooggespannen. “Ik hoop dat zeker vijf van de zes team tegen die tijd een launching customer hebben en dat de meeste dan ook een pilot achter de rug hebben. Zodat ze ook op basis van cijfers aan de pers en investeerders kunnen laten zien wat ze bereikt hebben met hun product."