Ernst Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, wond er gisteren geen doekjes om in een debat met de zorgspecialisten van de Tweede Kamer gistermiddag. Zijn voorgangers kozen doorgaans voor een ‘glas is halfvol’ benadering wanneer ze de Kamer rapporteerden over de status van digitale gegevensuitwisseling in de zorg. Volgens Kuipers, die de problemen als arts en bestuurder aan den lijve mocht ervaren, zijn cruciale patiëntgegevens op de verkeerde plek of helemaal niet beschikbaar, en als ze er al zijn gaat de uitwisseling op papier, als PFD of op een CD. Veel gegevens moeten opnieuw worden ingetikt. Dat komt omdat de automatiseringssystemen van zorgaanbieder allemaal eilandjes zijn, en ze niet of nauwelijks dezelfde taal spreken.
Geen wonder dat Kuipers haast heeft met de behandeling van de Wegiz (Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg), die moet regelen dat digitale uitwisseling van patiëntendossiers en andere relevante informatie (zoals medicatieoverzichten) verplicht wordt voor zorgprofessionals. Dat voorstel stond eigenlijk begin mei gepland voor plenaire behandeling, maar de Europese Commissie gooide roet in eten.
Die wil een deel van de problemen die we in Nederland hebben aanpakken met een integrale verordening aanpakken. De voorstellen voor een zogeheten European Health Data Space werden op 3 mei neergelegd in een concept-tekst die zonder bijlagen honderd pagina’s telt. De Europese gezondheidsruimte wil zaken op Europees niveau regelen voor burgers, dokters, ondernemers, wetenschappers en beleidsmakers. Zodat EU-burgers en hun dokters altijd en overal toegang hebben tot actuele en accurate medische dossiers, standaardisatie voor een grote interne markt zorgt - en dus kansen voor digital health innovatie - en industrie en wetenschap kunnen beschikken over data voor onderzoek.
Eerst impact-analyses maken voor Nederland
Minister Kuipers liet de Tweede Kamer weten dat hij allereerst wilde uitzoeken wat de nieuwe ambitieuze EU-plannen voor digitale uitwisseling in de zorg betekenen voor zijn eigen Wegiz-wetsvoorstel. In een brief die hij op 19 mei stuurde concludeert de minister dat de EHDS (European Health Data Space) op het eerste gezicht aanzienlijk ambitieuzer is dan de Wegiz.
Waar de Wegiz vooral de digitale communicatie tussen zorgprofessionals beter wil maken, richt de EHDS zich daarnaast ook op de rechten die burgers hebben wanneer het om hun medische gegevens gaat, en op het zogeheten secundaire gebruik van data, bijvoorbeeld voor medische onderzoek, innovatie en beleid. In Nederland zijn hiervoor aparte trajecten opgestart zoals de MedMij PGO’s en Health-RI voor hergebruik van data. Bovendien is de tijdlijn van de EHDS veel langer, de eerste resultaten worden volgens hem pas op zijn vroegst in 2026 verwacht, terwijl de Wegiz volgend jaar al resultaten moet gaan afwerpen.
Zijn conclusie was dan ook: totdat we preciezer weten wat de EHDS voor impact gaat hebben, moeten we vooralsnog met volle kracht door met de behandeling van de Wegiz, liefst voor de zomer. Een aantal kamerleden bleef met vragen zitten, en gisteren konden ze tekst en uitleg vragen aan Kuipers. De minister gaf aan dat het voorstel voor de EHDS nog in de startblokken staat, en dat het op de eerste plaats noodzakelijk is om een aantal zogeheten impact-analyses te maken die inventariseren wat de EHDS voorstellen voor de Nederlandse situatie betekenen. Aan die analyses op gebieden als technologie, financiering, ethiek en privacy wordt nu al gewerkt, en Kuipers wil ze na de zomer met de Kamer bespreken.
Wegiz kan niet wachten
Maar dat moet volgens hem niet betekenen dat de Wegiz op de waakvlam gaat. De problematiek van gebrekkige digitale uitwisseling is volgens hem urgent, en kan eigenlijk geen dag langer wachten. Hij verwacht bovendien dat het gekozen model, met door standaarden en certificeringen afgedwongen uitwisselbaarheid, veel raakvlakken heeft met de EHDS, zodat een geleidelijke overgang naar een Europese aanpak mogelijk moet zijn.
Een aantal kamerleden maakte zich zorgen om een te grote Europese invloed, te veel bureaucratie en het verlies van autonomie als gevolg van bindende Europese wetgeving op dit gebied. Men vroeg zich af of Nederland door het nu al starten van de gesprekken en de onderhandeling over de EHDS over enige tijd niet voor voldongen feiten zou komen te staan, zonder dat alle gevolgen nu al te overzien zijn. Kuipers pareerde dit met de belofte dat hij de Kamer tijdig en transparant gaat informeren over alle gesprekken en onderhandelingen die dit jaar al van start gaan.
Zorgen over grootschalige opslag en opt-out
Een aantal kamerleden sprak daarnaast zorg uit over het idee dat er een grootschalige opslag van medische data onder controle van Brussel gaat ontstaan. Maarten Goudzwaard (JA21) sprak bijvoorbeeld over een “super data cloud” met medische data. Kuipers had in zijn inleiding al gezegd dat het beeld van een centrale Europese data-opslag in de cloud niet klopt. De data blijft in de systemen van de zorgaanbieders, en mogen alleen opgevraagd worden met expliciete toestemming van de patiënt en volgens de richtlijnen van de AVG, aldus Kuipers. In zijn antwoord in tweede termijn raakte de minister zichtbaar geïrriteerd dat Goudzwaard vasthield aan zijn stelling: “Het gaat niet om een super data wolk, dat heb ik in mijn antwoord volgens mij duidelijk uitgelegd.” Goudzwaard bleef bij zijn punt, en noemde het een semantische discussie.
Meerdere kamerleden gaven aan niet akkoord te zullen gaan met een invulling van de EHDS waarbij de toestemming van de burger voor het delen van gegevens vanzelf wordt aangenomen, tenzij deze weigert, de zogeheten ‘opt-out’. In Nederland is tot nu toe gekozen voor een expliciete opt-in, en zijn verschillende systemen beschikbaar waarmee de burgers deze toestemming digitaal kan vastleggen, te weten Mitz en NUTS.
Kuipers zegde toe snel boven water te willen krijgen hoe de Europese commissie hier tegen aankijkt, maar wilde op voorhand ook geen toezegging doen over een eventuele Nederlands opt-out veto in de onderhandelingen over de EHDS. Volgens hem staan we aan het begin van het traject, en is het eerst zaak om alle voorstellen en hun implicaties duidelijk in beeld te hebben voordat we daar verder over gaan debatteren. Dat gaat dit najaar in ieder geval wel gebeuren.
Beste Jan,
Goed dat dit alweer zo snel is te lezen in Smarthealth! En wellicht ook om goed te kijken naar wat we in Nederland zeker willen verbeteren, maar feitelijk al doen:
1. We hebben al ruim dertig jaar elektronische gegevensuitwisseling in de zorg, maar juist niet voor de casussen die Kuipers noemt. Ofwel, 30 jaar behoorlijk amateurisme, dat met Wegiz professionaliseert.
2. We leveren de patiënt al gegevens, deels via portalen die vooral veeeeeel en versnipperd zijn en inmiddels zijn kook PGO’s voorzichtig van start gegaan.
3. We hebben al kwaliteitsregistraties en ook hiervoor is een wetsvoorstel in de maak en al door de publieke consultatie.
Ofwel, NL loopt al voor op de EDHS en behandelt dezelfde thema’s
Qua standaarden past NL hetzelfde pakket aan SnomedCT, HL7, IHE, CEN en ISO standaarden toe als binnen Europa wordt gepromoot en bij de uitwerking van de Wegiz normen wordt daar op aangesloten. Bijvoorbeeld medicatie bij IDMP, BgZ bij de IPS, en bij beeld op IHE profielen.
EHDS praat over certificering van In EU gebruikte applicaties en de Wegiz gaat ook uit van certificering.
Ofwel op de cruciale punten sluit het goed aan. Wat natuurlijk wel blijft: standaarden hebben versies, landelijke implementatie =/= Eu implementatie, certificering zelf zoals CE of extern door een auditor. Ofwel op uitvoering komen we uiteraard nog duizenden dingen tegen.
Waar we wellicht het meest last van hebben is dat fake news tot feiten worden verbasterd en politieke besluitvorming negatief kan beïnvloeden zoals dat in 2011 met landelijk EPD ook is gebeurt.
Eens, Smarthealth is zeker een vlot en deskundig journalistiek platform!
Mbt de Nl. egiz: naast fakenews is slechte kwaliteit van implementatie m.i. een groter gevaar voor acceptatie. Scope bewaking, verwachtingen management en pretesten/ systeemvalidaties zijn cruciaal. Een gestandaardiseerde methode als in de ind. farmacie (GaMP) zou kunnen helpen. Helaas ontbreekt in de zorg zowel de strikte regulering met effectief toezicht (bv. FDA) als de budgetten zoals in die sector. Zolang we patiëntervaringen per casus blijven bekijken ipv als procesoutput, halen we nooit een foutmarge van <6Sigma in e-zorgpaden. Mijn persoonlijke ervaring, na aanvankelijk enthousiasme (N=1) met een PGO (import uit 2e lijn) en portaal (1e lijn) levert incomplete (serienr. implantaat) of foutieve (AMO) data op. Kortom, stug blijven doorgaan, rechts klagen of links dromen lost niets op.
Beste William, dank voor reactie. Voor de goede orde: in bovenstaand artikel parafraseer ik Kuipers tijdens het debat. Het gaat hier dus niet om mijn mening. In de link in het artikel kun je terugkijken of ik de intentie van Kuipers onrecht aandoe 🙂
Wegis.. lijkt me goed idee.. mat zolang er in ziekenhuizen bij specialisten onderling nog zo’n “eigen winkel” cultuur heerst.. eerst maar eens proberen om statussen door te sturen naar de buren. Met toestemming van patiënt of naast familielid. Die privacywet zit ook hier danig in de weg.