Smarthealth en innovatienetwerk in4care organiseerden vorige week The state of Digital Therapeutics in the Benelux, een nieuw kennisevent voor de Lage Landen. De timing was goed, want Digital Therapeutics (DTx) beginnen wereldwijd steeds meer voet aan de grond te krijgen in de zorg. En zowel in Nederland als België zoeken overheden, verzekeraars en andere betrokken partijen elkaar op om blokkades rond bekostiging en opschaling waar mogelijk weg te nemen. Wat kunnen we leren van de experts, ondernemers en beleidsmakers die in Anderlecht bijeen kwamen?
Het label DTx dekt een grote groep therapeutische e-health oplossingen voor het monitoren, behandelen en voorkomen van aandoeningen, dat is in ieder geval conclusie die je meteen kon trekken. Het populaire “apps op recept” is in ieder geval te kort door de bocht, want ook ook andere digitale oplossingen als wearables, VR-brillen, of online applicaties leveren steeds vaker evidence-based therapeutische waarde. Dat een app doorgaans centraal staat in de communicatie met de gebruiker is niet meer dan logisch.
Marius Declerck, COO van mede-organisator eHealth Venture, maakte in zijn introductie ook direct duidelijk dat de definitie van DTx los staat van de vraag of deze toepassingen vergoed worden, zoals in Duitsland door de DIGA-regeling en in Vlaanderen door de mHealth “pyramide” van de overheid. Bekostiging is een belangrijk aspect voor DTx, maar niet cruciaal in de definitie ervan.
Wat ook snel duidelijk werd, is dat een DTx toepassing op zichzelf kan staan (een app om angststoornissen te behandelen) of een onderdeel kan zijn van een uitgebreide behandeling. Ook dan is klinische validatie en bewijs voor de goede werking belangrijk, maar wel in de context van het gehele zorgtraject.
“Schaalgrootte voorkomt wiel telkens uitvinden”
Daan Dohmen, de oprichter van het Nederlandse Luscii, vertelde over de aanpak die zijn onderneming volgt. De thuismonitoring apps van Luscii worden door tientallen ziekenhuizen in zeven landen gebruikt. Luscii levert een infrastructuur en softwareplatform waarmee ontwikkelaars (vaak artsen en verpleegkundigen van ziekenhuizen) thuismeet-toepassingen op maat kunnen maken, bijvoorbeeld voor langetermijn COVID, orthopedische behandelingen of ondersteuning in de menopauze. Luscii verzorgt de ‘heavy lifting’ door het leveren van een betrouwbaar en gecertificeerd platform met standaard functies terwijl zorgaanbieders de app-bibliotheek uitbouwen met aandoeningspecifieke content. Zij kunnen hand-in-hand werken met wetenschappelijke onderzoekers om de werking te valideren en verder te verbeteren. Luscii biedt eveneens alle noodzakelijke ondersteunende functies, zoals de software voor een 24-uurs meldkamer en koppelingen met het patiëntendossier en speelt daarnaast een actieve rol in de gesprekken over de bekostiging. Co-creatie en het centraal stellen van de patiënt zijn onmisbaar voor DTx, zei Dohmen, maar als elk ziekenhuis zelf het wiel gaat uitvinden mis je de schaalgrootte om echt meters te maken
DTx logische volgende stap in gepersonaliseerd zorg
Voor Hadewig de Corte, CEO van de Brusselse Kliniek Sint-Jan, bestond er geen twijfel over dat digitale therapieën een steeds grotere rol gaan spelen in het zorgaanbod van haar ziekenhuis. Zij zijn volgens haar één van de belangrijkste aanjagers voor het verbeteren van de patiëntervaring, een speerpunt in de strategie waarbij die patiënt centraal staat in alle processen en onderdelen van de zorg. Digitale innovaties maken het veel meer dan voorheen mogelijk om het perspectief en de uniekheid van elk van de dertigduizend personen die jaarlijks in Sint-Jan komen tot uiting te laten komen in de zorg die ze ontvangen. Zij ziet de DTx-reis als een noodzakelijk en logisch vervolg in de geschiedenis van medische innovaties.
Niet één verdienmodel
In België en Nederland zetten tientallen DTx startups de eerste stappen in hun reis naar een succesvolle toepassing met een duurzaam verdienmodel. Door Vonk is mede-oprichter en Chief Commercial Officer van Tired of Cancer, een onderneming die al jaren aan de weg timmert met een DTx toepassing avant la lettre: een app die aantoonbaar helpt bij kanker-gerelateerde vermoeidheid. Dat is een groot probleem voor kankerpatiënten met een enorme impact op de kwaliteit van leven van patiënten . De app Untire is inmiddels beschikbaar in meerdere talen en wordt in verschillende landen vergoed en aangeraden, en helpt bij kanker-gerelateerde vermoeidheid.
Vonk wond er geen doekjes om: het voldoen aan de richtlijnen en kwalificaties in landen als het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en de Verenigde Staten is een kostbaar en arbeidsintensief onderdeel. Zelfs voor een enkel land, zoals het Europese ‘gidsland’ Duitsland, heb je niet alleen wetenschappelijke expertise nodig, maar ook een diepgaande kennis van de manier waarop de zorg in dat land georganiseerd is. Dergelijke trajecten vreten in de begroting en de management-aandacht van een DTx startup, die ook te maken heeft met prioriteiten in software-ontwikkeling, marketing en sales. Zonder een goed team met bewezen skills op hun vakgebied wordt dat heel moeilijk.
Vonk beschreef ook de diverse herstarts in de ontwikkeling van het verdienmodel. Tired of Cancer werkt inmiddels met een model waarbij per deelmarkt wordt ingezet op de meest kansrijke manier van vergoeding: door het ziekenhuis of zorgorganisaties, door werkgevers, verzekeraars of combinaties daarvan. En zelfs als je na een tijdrovend proces in aanmerking komt voor vergoeding door een verzekeraar of overheid, is dat geen garantie dat dokters je app ook gaan voorschrijven. Je zult bekend moeten worden via congressen, conferenties, vaktijdschriften, artsenorganisaties en alle marketing- en sociale media middelen die je kunt inzetten. En dat heeft allemaal nog steeds geen zin wanneer degene waar het om draait, de vermoeide kankerpatiënt, niet gelukkiger wordt van jouw app. De waardering van de patiënt, daar begint en eindigt alles mee, aldus Vonk.
Marketing moet!
Prof. Koen Kas, digital expert & life sciences ondernemer, prikte ook door de mythe heen dat het in aanmerking komen voor vergoeding door verzekeraars of overheden de heilige graal voor DTx bedrijven zou moeten zijn. Het is een startpunt, meende hij. Ook hij wees weer op Duitsland, waar apps die aan de DIGA-eisen voldoen sinds een jaar mogen worden voorgeschreven en vergoed. Een jaar verder schrijft nog maar 2 procent van de Duitse artsen DTx toepassingen voor. Wanneer dat percentage in de komende tijd omhoog gaat, dan krijgen startups te maken met onderlinge concurrentie en prijsconcurrentie. Wie dan marketing en sales niet op orde heeft (naast natuurlijk een superieure app) heeft niets aan een officiële vergoeding als je niet wordt voorgeschreven. Onderschat ook niet, aldus Kas, dat zorgconsumenten in toenemende mate wèl zelf voor zorgapps willen gaan betalen.
Kas vertelde over de kenmerkende nationale markten in Europa. Tussen de tientallen Belgische apps die werken aan vergoeding en de 24 goedgekeurde apps in Duitsland zit nul overlap. Het kan volgens hem niet anders dan dat er schaalvergroting zal komen en dat apps zich op meerdere landen zullen richten. De lokale kennis van een nationale aanbieder is dan een voordeel, maar de grotere internationale aanbieders zullen een schaalvoordeel hebben. Volgens Kas zijn we met DTx nog maar in de eerste inning. De trend naar thuiszorg en langer thuis wonen, de potentie van gamification en digitale coaches en het ontstaan van digitale ecosystemen voor data-uitwisseling zijn katalysatoren voor de versnelde groei en acceptatie van DTx, denkt Kas. Het concept van de ‘digital twin’, een digitale persoonlijke assistent die jou van binnen en buiten kent, is na jaren in het science fiction domein nu klaar voor een doorbraak, denkt hij. Die digitale versie van jezelf zal de centrale hub worden voor alle losse DTx oplossingen.
Moving forward
De meest gedeelde conclusie was dat een kennis-event als The state of Digital Therapeutics er pakweg anderhalf jaar geleden heel anders had uitgezien. De ontwikkelingen gaan inmiddels razend snel. Overheden vinden elkaar op Europees niveau, er gaat veel venture capital rond, big farma stapt massaal in en consumenten raken steeds meer gewend aan digitale zorg. De editie van 2022 zal ongetwijfeld ook weer een ander beeld geven.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!