Tijdens de zomer zet Smarthealth een tiental Nederlandse en Belgische medische start-ups in de kijker. Welke bedrijven loodsen onze gezondheidszorg de 21e eeuw binnen en waarom zijn ze relevant? Voor deze episode gingen we in gesprek met Tim Buckinx, oprichter van de Belgische start-up Epihunter. Met zijn bedrijf wil hij het dagelijks leven van mensen met een hersenaandoening verbeteren.
“Eigenlijk hebben we allebei dezelfde handicap, wist je dat?’ vraagt Tim Buckinx ons wanneer we met hem videobellen. “Toevallig dragen we allebei een bril. Ook al hebben we de handicap van slecht zicht, toch kunnen we volledig functioneren in de maatschappij dankzij onze bril.” De combinatie van een smartphone-app en headset die Epihunter produceert om een specifiek type epilepsieaanvallen te registreren, doet voor mensen met epilepsie volgens Buckinx precies hetzelfde. Tegenwoordig bestaat al heel wat medicatie om epilepsieaanvallen te behandelen, maar toch heeft één op de drie nog steeds aanvallen. "Dat geldt ook zo voor absence aanvallen – waarbij het lijkt alsof een persoon aan het dagdromen is."
Epihunter heeft zelf geen pasklaar medisch antwoord op epileptische absence-aanvallen. Dat is volgens Buckinx ook niet de bedoeling. “Met de wearable, die als een dun hoofdbandje gedragen wordt en de smartphone die alle data verwerkt, kunnen we aan de buitenwereld tonen wanneer iemand een absence-aanval heeft. Als dat het geval is, gaat er onmiddellijk een lichtje branden op de smartphone, waardoor in de klas de leerkracht beter begrijpt dat een leerling even afwezig is. Een van de voorbeelden op welke manier mensen weer beter kunnen deelnemen aan het dagelijks leven.” Zo’n negen miljoen mensen wereldwijd kampen met absence epilepsieaanvallen, vertelt Buckinx. “En die impact wordt nog steeds heel sterk onderschat. Vooral omdat die aanvallen weinig zichtbaar zijn. Maar dat betekent niet dat die impact van die aanvallen op hun leven niet groot is.”
Plotse wending
Het verhaal van hoe Buckinx op het idee kwam om Epihunter op te richten, begint met zijn zoon. Meer bepaald met een vraag die hij stelde net voor het slapengaan: “Papa, kan jij een lampje maken dat aangaat wanneer mijn hersenen op pauze gaan?” Toen hij dat hoorde, viel zijn leven in een compleet nieuwe plooi, vertelt Buckinx. “15 maart 2015. Ik herinner me nog perfect de dag toen mijn zoontje die vraag stelde. Want vanaf dan zou mijn leven een heel andere wending nemen.”
Nog voor zijn kind hem die vraag stelde, werkte hij al met digitale technologie in allerlei start-ups, scale-ups en grotere bedrijven. “Dat moment in 2015 was voor mij een 'aha' erlebnis. Alles wat ik al had verwezenlijkt op persoonlijk en professioneel vlak kwam plots samen in een heel complexe puzzel. Ik dacht toen dat ik misschien wel de persoon moest zijn die die verandering voor mensen met absence-epilepsie moest bewerkstelligen. Ik ging daarna praten met andere ouders, leerkrachten, kinderen, experts en tal van specialisten. Op die manier leerde ik dat we allemaal dezelfde nood hadden: objectieve informatie over aanvallen.”
Normalisering
Het duurde niet lang vooraleer hij in de wereld van EEG-technologie dook, voluit elektro-encefalografie, om zo de elektrische activiteit van de hersenen te meten. Op die manier zou hij zelf een headset kunnen maken met daarop sensoren die de hersengolven meten. Wanneer iemand dan een absence-aanval heeft, pikt de sensor de hersengolven op en gaat de smartphone de aanval signaleren, filmen of loggen. Volgens hun onderzoek kan het systeem tot 90% van de aanvallen detecteren, al kan dat wel variëren van persoon tot persoon en het soort epilepsiesyndroom.
EEG wordt al decennialang gebruikt in ziekenhuizen, maar de technologie is daar wat ter plaatse blijven trappelen. “De laatste vijf jaren zie je dat EEG-technologie steeds meer opgepikt wordt in de consumentenwereld, bijvoorbeeld in brain computer interfacing, waarbij je een computer kan bedienen op basis van hersenactiviteit. De technologie kan bijvoorbeeld ook dienen om je concentratie of focus te meten.”
Die consumer headsets staan vandaag nog in hun kinderschoenen, maar zullen alleen maar populairder worden, voorspelt Buckinx. “Wat zal er binnen vijf tot tien jaar gebeuren? Ook professionele sporters zullen meer gebruik maken van EEG-technologie in consumer headsets. Dat is geweldig, omdat daarna ook amateursporters dat meer zullen gebruiken. Dat zorgt ervoor dat zulke headsets op grote schaal geproduceerd zullen worden, waardoor de technologie hoe dan ook zal verbeteren. Dat bewijst dat we digitale technologie ook kunnen inzetten om mensen met een hersenaandoening te normaliseren, net zoals dat in het verleden met een bril is gebeurd.”
Epihunter maakt niet alleen gebruik van een hoofdband, maar ook van een mobiele applicatie. “Van de headset komt alle input binnen via bluetooth in de applicatie op je smartphone. Die app analyseert alle gegevens in real-time. Die gaat op het ogenblik dat er zo'n aanval gebeurt een lampje doen branden. Thuis kunnen we die aanvallen automatisch opnemen op video, waardoor de rapporteringsdruk van de ouders wegvalt. Maar ook het kind of de persoon zelf kan het thuis gebruiken om te weten hoe vaak en wanneer zulke aanvallen zich voordoen. Dat steken we allemaal in een online cloud met een portaal voor de arts. Maar ook de patiënt zelf kan zien hoe het met hem of haar gaat, op welk tijdstip hij of zij het vaakst aanvallen heeft of wanneer het beter gaat.”
Knokken tegen weerstand
Bij de oprichting van het bedrijf worstelde Buckinx heel sterk waar hij met Epihunter naartoe wilde. Dat inzicht ontwikkelde zich maar gaandeweg, vertelt hij. Zo weet Buckinx bijvoorbeeld dat zijn start-up vandaag eigenlijk een digital therapeutics-bedrijf is. “Epihunter is vanaf het begin wat een atypisch bedrijf geweest. Terwijl heel wat andere digitale gezondheidsbedrijven zich focussen op de arts, gaat het bij ons vooral op de waarde die de technologie biedt voor de persoon in het dagelijks leven.”
Het bedrijf botste aanvankelijk ook op wat kritiek. “Een fout die ik op een bepaald moment heb gemaakt was: we hebben nu omzet, terwijl we eigenlijk markttoetsingen aan het doen waren. Ik heb het idee gepitcht van Epihunter tijdens een Hackathon van UCB in 2015. Sindsdien, zeker in die beginfase, was de feedback altijd dat een kind zoiets nooit zou willen dragen in de klas. Er heerst nog altijd een stigma op epilepsie, waardoor kinderen zoiets als een headset niet zouden willen dragen. Er was ook ooit een stigma op een bril, maar dat is intussen ook niet meer het geval. Tegenwoordig leven we in een maatschappij waarin het hulpmiddel beter wordt erkend.”
“We zijn heel snel naar de markt gegaan met onze oplossing en we hebben ook meteen testen gedaan bij mensen in het alledaagse leven. Toen zagen we bijvoorbeeld dat kinderen zo'n headset wel degelijk wilden dragen. Ouders vertelden bijvoorbeeld verhalen dat sommige kinderen op school stopten met pesten en net beschermers werden. Als dat lampje aangaat, gaan ze sneller weten dat iemand een aanval heeft en dat dat snel weer zal voorbijgaan. Met andere woorden: plots wordt zo'n aanval iets heel normaal. Geloof me: voor dat bewustzijn hebben we al hard moeten knokken.”
Daarnaast is Epihunter vrij snel na de oprichting naar de markt gegaan met hun product. “The proof of the pudding was in the eating bij ons product. Mensen moesten het eerst zelf uittesten - dus: kopen - om het effect van de wearable te zien. Die inkomsten waren toen misschien heel marginaal, maar we hadden wel iets om mee te werken. Als ik daar nu op terugblik, was het beter om te zeggen dat dat geen omzet was maar gewoon marktvoorbereiding, zodat ons product beter en sneller had kunnen groeien.”
Openstaan voor innovatie
Ten slotte hekelt Buckinx nog de heersende inertie in het hele e-health ecosysteem, vooral omdat vele organisaties eerst studies en data verwachten vooraleer ze in iets willen investeren. Daardoor is er vaak weinig animo om nieuwe digitale ontwikkelingen op te pikken. “Toch zijn er zo’n drietal groepen die vandaag steeds meer openstaan voor innovatie. Allereerst de ziekenhuizen zelf, omdat zij elk jaar opnieuw hun grote facturen moeten verantwoorden. Zij willen daar ook op andere manieren mee omgaan. Bovendien is er ook veel meer competitie tussen ziekenhuizen. Ten tweede zijn er ook de verzekeringsmaatschappijen, die ook onder ongelooflijke druk staan vandaag. Zij zijn vooral op zoek naar welke innovaties ze kunnen inzetten.”
“Een derde partij waar ik grote fan ben zijn de patiëntenorganisaties. Door sociale media kunnen zulke instellingen veel sneller informatie uitwisselen en staan ze veel dichter bij de patiënten zelf. Een uitbreiding van de officiële patiëntenorganisaties zijn de Facebookgroepen die patiënten en hun families oprichten, en daar wordt immens veel relevante, innovatieve informatie op uitgewisseld. Dat zulke mensen met elkaar omgaan, is zeer bevorderlijk om allerlei mensen met een hersenaandoening met elkaar te verbinden.”
Epihunter is al sinds 2018 actief, en de gebruikers van de oplossing loopt intussen al op tot in de honderdtallen. Binnenkort hoopt Buckinx dat Epihunter zal evolueren naar een terugbetalingsmodel op basis van een voorschrift van de arts. “In al die jaren hebben we ook al heel wat mooie getuigenissen van mensen over de hele wereld. Zo was er laatst nog iemand die getuigde dat Epihunter hen erg hielp in het zichtbaar maken van de absence-aanvallen van hun kind die anders niet werden opgemerkt. Niets geeft ons hele team meer voldoening dan iemands leven net iets normaler te kunnen maken. En daar zullen we ook altijd aan blijven werken.”
Dit is een serie over Nederlandse en Belgische medische start-ups. Welke innovatieve concepten helpen de gezondheidszorg de komende jaren verder? Lees hier alle artikelen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!