Met hun tweede call for projects, genaamd Onco-Tech, wil E-Health Venture de digitale innovatie binnen de oncologie en kankeronderzoek bevorderen. Stichting tegen Kanker is daarbij een zeer belangrijke partner, liet de Brusselse incubator eerder weten. De Stichting hoopt vooral dat ze start-ups binnen de oncologie goed kunnen begeleiden om het Belgische kankeronderzoek te ondersteunen. “De Belgische staatsstructuur maakt innovatie lastig, maar we mogen zeker niet pessimistisch zijn.”
Het Oude en het Nieuwe Testament, zo noemen Benoit Koerperich en Didier Vander Steichel elkaar al lachend. Koerperich, sinds begin mei vorig jaar de kersverse Algemeen Directeur van het Belgische Stichting tegen Kanker, nam een jaar geleden de fakkel over van Vander Steichel. “Didier zit al sinds het prille begin bij de Stichting”, weet Koerperich. “Hij is duidelijk de Bijbel van deze organisatie.” Vander Steichel, die de functie van Algemeen Directeur sinds 2016 bekleedde, keerde terug naar zijn oude post: die van Medisch en Wetenschappelijk Directeur van de Stichting.
We praten met beide heren ter gelegenheid van de betrokkenheid van de Stichting tegen Kanker bij het Onco-Tech Program. Hoewel ze niet direct betrokken zijn bij het project zelf, zetelen sommige leden van de Raad van Bestuur bijvoorbeeld wel in het medisch evaluatieproces van de projecten die binnenstromen. “Zelf is de Stichting tegen Kanker niet zozeer gericht op de bevordering van technologische innovatie in de oncologie, maar we doen wel veel andere zaken”, vertelt Koerperich. “We doen bijvoorbeeld heel wat zaken op vlak van preventie, we communiceren en lobbyen bij overheden en we begeleiden kankerpatiënten. Ten slotte steunen we ook het wetenschappelijk onderzoek over kanker. Op dat vlak zijn er heel wat projecten waar we aan meewerken."
Smarthealth: Kan je een aantal voorbeelden geven?
Koerperich: "Er zijn projecten waar we aan meewerken op vlak van fundamenteel onderzoek, klinisch onderzoek en ook het translationeel onderzoek. Bij al deze projecten gaan we in de mate van het mogelijke ook op zoek naar technologische oplossingen. Dat is niet alleen maar proberen om nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen, maar ook om digitale oplossingen tot stand te laten komen. Wanneer bijvoorbeeld universiteiten of onderzoekscentra komen met projecten waaraan we kunnen meewerken, hebben we altijd een wetenschappelijk advies van experten. Bij de call for projects van Onco-Tech is professor Eric Van Cutsem, een autoriteit binnen het Europese kankeronderzoek, voorzitter van de selectie van alle projecten. Wij geven dus geen opinie over de technologische oplossingen van de oproep, maar wel over de bestemming van de oplossingen.”
“Op zich is onze rol in de samenwerking ook heel duidelijk: wij zijn een vast aanknopingspunt voor bedrijven die vragen hebben over kanker of meer willen weten over kankeronderzoek. Wij zijn immers een nationale organisatie met een stevig netwerk van alle Belgische ziekenhuizen. In onze Raad van Bestuur zetelen bovendien mensen met een reusachtig netwerk. We weten dus wat er gebeurt in de wereld van oncologie in België. Dat is zeer belangrijk als je een nieuw project wilt ontwikkelen: wij weten wat er al bestaat, we kunnen nieuwe organisaties steunen door ons uitgebreide netwerk en we hebben als nationale organisatie heel veel contact met buitenlandse nationale kankerorganisaties. Dat was meteen de reden waarom E-Health Venture een samenwerking met ons aan wilde gaan: als een project in de oncologie op medisch vlak interessant is, moet je daar nog steeds een markt voor vinden. Door onze steun wordt dat voor een start-up al heel wat makkelijker.”
Smarthealth: Een oproep voor digitale projecten binnen de oncologie is best wel opmerkelijk te noemen, vooral gezien e-health binnen oncologie volgens studies vaak als iets ‘extra’ wordt beschouwd.
Vander Steichel: "Dat klopt, maar we merken wel dat digitale middelen voor kankerpatiënten steeds meer op de voorgrond treden. Daarnaast hebben we in het kader van onderzoeksprojecten al wel dergelijke digitale projecten gefinancierd. De focus lag daarbij niet op de digitale oplossing zelf, maar het maakte er wel deel van uit. Een voorbeeld: wij bieden financiële ondersteuning aan de Stichting Kankerregister, die zorgt voor de registratie, incidentie en officiële statistieken wat betreft kanker in ons land. Een deel van onze subsidie aan hen zal ook gebruikt worden om machine learning op hun database uit te oefenen. Een ander voorbeeld: wij delen niet enkel wetenschappelijk, maar ook sociale grants uit. Die laatste zijn bijvoorbeeld voor projecten die focussen op de levenskwaliteit van een kankerpatiënt. Binnen dat soort projecten hebben we ook al digitale oplossingen gefinancierd om de levenskwaliteit van de patiënten tijdens of na de behandeling beter te kunnen opvolgen."
Smarthealth: Hoe ver staat België precies met de technologische innovatie binnen de oncologie?
Vander Steichel: "Beeldvorming en machine learning zijn twee belangrijke aspecten binnen de oncologie, maar er gebeurt nog veel meer in ons land. Digitale mammografie bijvoorbeeld, dat meer en meer gebruikt wordt in borstkankerscreening. Het is intussen ook bewezen dat artificiële intelligentie de diagnose van radiologen kan verbeteren. Voor een leek lijkt zoiets misschien vrij vanzelfsprekend, maar het is belangrijk om duidelijk te maken dat digitale oplossingen binnen de oncologie nooit de bedoeling hebben om een dokter of verpleegkundige te vervangen. Daar wordt binnen de sector zelf soms anders naar gekeken, maar digitale innovatie is er om hen te versterken, om hun job makkelijker te maken".
Smarthealth: Een studie in Nederland toonde ook aan dat kankerpatiënten die hoogopgeleid zijn meer profiteren van digitale zorgtoepassingen dan lager opgeleiden. Hoe valt die kloof – dat ongetwijfeld geen exclusief Nederlands fenomeen is – volgens jullie aan te pakken?
Vander Steichel: "De situatie zal in België niet veel anders zijn dan in Nederland, dat klopt. Hier draait het vooral om de health literacy van de patiënt; in hoeverre kan een patiënt meewerken aan het beheer van zijn eigen behandeling. Daaruit blijkt dat het niveau van opleiding van de patiënt een impact kan hebben op de informatiezoektocht, en dus de manier waarop de patiënt zal meewerken aan het beheer van zijn behandeling."
Koerperich: "Niet alleen op het niveau van de patiënt, ook op het niveau van de verzorgers. De bedoeling is duidelijk om ook steeds meer naar ambulante oplossingen of zorg zonder opname in het ziekenhuis of dagziekenhuis te zoeken, wat zeker niet eenvoudig is. Op het vlak van kanker komt daar heel wat gespecialiseerde zorg bij kijken, en dat is moeilijk om aan de mensen zelf over te laten. Bij een kankerbehandeling heb je altijd een specifiekere educatie nodig."
Vander Steichel: "Precies, en het doet me denken aan een initiatief dat we een paar jaar geleden al hebben ondersteund. Thuisbehandeling in de oncologie is inderdaad aan een opmars bezig - het wordt bijvoorbeeld al langer ingezet in Frankrijk - en zal nog verder groeien, ook in het buitenland. Zoals Benoit zegt, hebben de eerstelijnsverzorgers kennis die niet altijd up to date is over oncologische behandelingen en mogelijke bijwerkingen bij een patiënt. Gespecialiseerde ziekenhuizen of afdelingen proberen daar soms op in te zetten, bijvoorbeeld met behulp van gespecialiseerde verpleegkundigen die patiënten opvolgen vanuit het ziekenhuis."
Smarthealth: Zoals jullie ongetwijfeld zelf ook weten is innoveren in de Belgische gezondheidszorg erg moeilijk door de gevestigde structuren. Kan een oproep voor projecten als die van OncoTech daar verandering in brengen?
Vander Steichel: 'Ik vind dat we op dat vlak zeker niet pessimistisch mogen zijn. Ja, ons land staat misschien wel op de vierde plek van kankerincidentie in Europa, wat betekent dat kanker bijzonder frequent gediagnosticeerd wordt in België. Maar als je kijkt naar kankermortaliteit in België, dan scoren we veel beter dan een groot aantal Europese landen. Hoewel de Belgische structuur zeker niet altijd eenvoudig is, is de kwaliteit van onze zorg op vlak van oncologie veel beter dan veel van onze omringende landen."
Koerperich: "De bedoeling is duidelijk niet om de markt van België helemaal te kunnen overschouwen. Wat belangrijk is, is dat we een zeer goed ziekenhuisnetwerk in België hebben. In de ziekenhuizen zitten mensen die hun vak door en door kennen. Ook op vlak van verschillende types behandelingen is België zeer goed. Neem nu immunotherapie, daarin speelde België dertig jaar geleden een pioniersrol. De Stichting tegen Kanker heeft dat altijd gesteund, en zelfs nu zijn er mensen die uit het buitenland komen om hier behandeld te worden."
Vander Steichel: "Ook op niveau van onderzoek constateren we dat de taalgrens niet bestaat tussen de universiteiten. Er worden zeer frequent multi-universitaire projecten opgezet tussen het noorden en het zuiden of het westen en het oosten van het land. En we proberen ook als nationale organisatie deze samenwerking te bevorderen, zoals tussen ziekenhuizen of onderzoekscentra."
Koerperich: "België heeft inderdaad een slechte reputatie over z'n staatsstructuur, maar in de realiteit zijn er wel heel wat samenwerkingen tussen verschillende organisaties over de taalgrens heen. Ook daar spelen we een grote rol in, om de samenwerking tussen die instituten of onderzoekscentra te smeren. Eerlijkgezegd ben ik er zeker van dat de Belgische oncologie nog sterk zal verbeteren in de toekomst, maar zoiets heeft nu eenmaal tijd nodig. We kunnen alleen maar hopen dat we door onze partnerschap met Onco-Tech daar positief aan zullen bijdragen."
Het Onco-Tech Program is een call for projects van de Brusselse incubator en accelerator E-Health Venture. Organisaties kunnen zich aanmelden via de website van Onco-Tech.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!