Mark van Houdenhoven, CEO van de Maartenskliniek, schreef onlangs in NRC dat landelijke ICT infrastructuren niet in handen van durf investeerders moeten zijn, vooral wanneer er sprake is van monopolieposities. Hij noemde de verwijsfunctie van Zorgdomein als voorbeeld. Andries Hamster, Chief Product Officer van Founda, pleit voor een speelveld waarin (markt)monopolies geen plaats hebben omdat er een gezonde manier kan worden geconcurreerd waardoor het productenaanbod diverser wordt en er iets te kiezen valt.
Met enige regelmaat wordt er in de media geschreven over leveranciers die een (markt) monopolie positie hebben opgebouwd in de zorg. De teneur van van deze berichtgeving is vaak tweeledig. Als eerste argument wordt meestal genoemd dat deze dominantie positie een bedreiging vormt voor de (financiële) onafhankelijkheid van zorginstellingen en nieuwe toetreders blokkeert. Een tweede argument is vaak de stelling dat in een met publieke middelen gefinancierd domein er geen "exorbitante" winsten mogen worden gemaakt.
Begin dit jaar is de Autoriteit Consument & Markt (ACM) een marktverkenning gestart naar informatiesystemen en gegevensuitwisseling in de ziekenhuiszorg. Het is geen geheim dat deze verkenning met name naar de de positie van EPD leveranciers kijkt. Ook komen de namen van Google, Microsoft en Apple regelmatig voorbij omdat deze partijen op weg zijn een monopoliepositie met betrekking tot zorgdata op te bouwen. In maart van dit jaar werd een pleidooi gehouden voor een nationale zorgdata infrastructuur om dat te voorkomen. In het informatieberaad van april jl. gingen, naar aanleiding van een notitie van Zorgverzekeraars Nederland "de leveranciers" over tafel als reden van het uitblijven van vooruitgang bij diverse landelijke programma's. Recent nog sprak een zorgbestuurder zich in bezorgde termen uit over het prijs opstuwend effect van "private equity" in het domein van verwijzingen tussen de eerste en tweede lijn.
Krokodillentranen
Wat mij in al deze berichten opvalt, is dat de kritiek vaak uitgaat naar bedrijven die oplossingen hebben weten te realiseren voor problemen die de zorgsector vaak zelf niet heeft kunnen of willen oplossen. Het kenmerkt bedrijven om met (innovatieve) oplossingen te komen waarvan de markt bepaalt of ze succesvol worden of niet. Tussen wel of geen succes zit vaak een lang en risicovol traject waarin (grote) investeringen worden gedaan zonder garanties op een goede afloop. Dit laatste is met name een gevolg van het feit dat de zorgmarkt een "uitdagende" markt is die zich kenmerkt door versnippering en wispelturigheid. Zorginstellingen werken allemaal op hun eigen manier en eisen vaak een hoge mate van "flexibiliteit" (lees: klantspecifieke aanpassingen) zonder dat ze zich daarbij lijken te realiseren dat dit een prijsverhogend en een vendor lock-in effect heeft. Tel daarbij op het oerwoud aan kwaliteitsnormen waaraan producten in de zorg moeten voldoen en je hebt een verklaring voor bestaande prijsniveaus en de reden waarom het voor nieuwe toetreders lastig is een plek te veroveren.
Kortom, succesvolle leveranciers wegzetten als "roofridders" gaat me net iets te ver. Dergelijke uitspraken komen op mij over als krokodillentranen die het gevolg zijn van eerder gemaakte, of juist niet gemaakte keuzes.
Maatschappelijke kosten en baten
Ben ik daarmee voorstander van alleen maar commerciële oplossingen in de zorg? Nee, in zijn geheel niet. Ik heb er alleen nog minder vertrouwen in dat de diverse landelijke initiatieven gaan leiden tot betere, goedkopere of efficiëntere oplossingen.
We lijken al weer te zijn vergeten dat het Landelijk Schakel Punt (LSP) de samenleving meer dan een half miljard heeft gekost. Deze financiering is alleen niet opgebracht door de zorgsector zelf. Een ziekenhuis, huisarts of apotheker krijgt zelfs een vergoeding om op het LSP aan te sluiten. Geen wonder dat het "voelt" alsof nationale voorzieningen "goedkoper" zijn dan commerciële alternatieven. Tel je echter de kosten voor het in de lucht houden van het LSP en de stroom aan VIPP-subsidies bij elkaar op dan dringt zich onwillekeurig de vraag op welke toekomstige (maatschappelijke) baten met dergelijke kosten ooit gerealiseerd gaan worden.
Zorgprocessen en -data uniformiseren
Ik ben dan ook niet erg optimistisch over het (maatschappelijk) rendement van programma's zoals TWIIN. De financiering van dit programma laat zich lastig achterhalen maar het lijkt nu al meer te hebben gekost dan investeringen in alle (commerciële) XDS infrastructuren in Nederland bij elkaar.
In plaats van discussie over de vorm (commercieel of niet) zouden we het moeten hebben over randvoorwaarden die een "speelveld" creëren waarin bedrijven én zorginstellingen samen kunnen werken aan innovatieve oplossingen zonder dat er nieuwe monopolies ontstaan. Zorgbestuurders zullen daarbij hun verantwoordelijkheid moeten nemen om zorgprocessen, zorgdata en infrastructuur in hun instelling te uniformeren waardoor eerder gedane investeringen kunnen renderen doordat commerciële producten efficiënter en kosteneffectiever kunnen worden ingezet. Daarnaast is er nog een wereld te winnen aan het uniformeren van de juridische aspecten rondom toegang tot en uitwisseling van zorgdata.
Overheid moet eisen stellen
Om terug te komen op het XDS voorbeeld. Succesvolle XDS projecten laten zien dat het wel of niet behalen van rendement sterk afhankelijk is van de mate waarop instellingen de nieuwe (technologische) mogelijkheden weten in te bedden in hun zorgprocessen. Lukt dat niet, dan gaat de discussie al snel over de kosten in plaats van over de baten.
Kan de overheid helpen om het eerder genoemde speelveld te creëren? Jazeker. Zij kan eisen stellen waaraan zorginstellingen en hun leveranciers moeten voldoen om toegang tot, en uitwisseling van, zorgdata te vereenvoudigen. Denk daarbij aan uniformering van decentrale identificatie en authenticatie van zorgprofessionals, uniformering van patiënt/burger identificatie en authenticatie, eisen met betrekking tot zorgdata beveiliging en transport, eisen met betrekking tot standaardisatie van zorggegevens, etc.
Daarmee pleit ik voor een speelveld waarin (markt)monopolies geen plaats hebben omdat er een gezonde manier kan worden geconcurreerd waardoor het productenaanbod diverser wordt en er iets te kiezen valt, en waardoor innovatie wordt gestimuleerd.
Over de auteur:
Vanaf het begin van zijn professionele carrière staat het woord “interoperabiliteit” centraal voor Andries Hamster. Als softwareontwikkelaar deed hij mee aan eerste IHE connectathons en sindsdien zet hij zich in voor de toepassing en adoptie van “IHE Integration Profiles”. Als mede-oprichter van Forcare stond hij aan de wieg van eerste XDS-netwerken in binnen- en buitenland. Binnen het Europese epSOS programma werkte Andries vanuit IHE Europe mee aan de “cross-border exchange” van patiënt- en medicatiesamenvattingen. Binnen Nederland was hij actief betrokken bij het IHE-Lab/eLab programma. Meer recent heeft Andries namens Philips het COVID-19 Portaal uitgerold en vorm gegeven aan het op nationale schaal koppelen van bestaande XDS-netwerken.
Een goed geformuleerde reactie op de bijdrage van Mark van Houdenhoven. Ook die bijdrage bevatte rake constateringen en belangrijke waarschuwingen. Bij het lezen van jouw uiteenzetting Andries komt bij mij nog een belangrijk aspect naar boven. De zorg zelf zal op over informatiestromen en informatiestandaarden op landelijk niveau afspraken moeten maken - en zich daaraan willen conformeren - om te zorgen voor een goede vraagbundeling. Dit is noodzakelijk om op een ander niveau de samenwerking en onderhandeling aan te gaan met leveranciers. Feit blijft dat het in de huidige dynamiek tussen vraag en aanbod - waarbij de vraag nu eenmaal groter is dan het aanbod - een grote uitdaging is om tot een gezonde situatie te komen in de markt.