Het bevorderen van de publieke gezondheid en mensen beschermen tegen ziekten en gezondheidsincidenten. Het zijn kerntaken waar de 25 GGD’s in Nederland verantwoordelijk voor zijn. Met de COVID-19 crisis zijn de GGD’s wekelijks in het nieuws, waardoor je bijna zou vergeten dat de gemeentelijke gezondheidsdiensten ook infectieziektes zoals soa’s bestrijden. Dat landschap verandert: online aanbieders concurreren met de GGD en nemen een deel van de soa-zorg over. Welke gevolgen heeft dit? SmartHealth sprak met Testalize.me, Unilabs en twee regionale GGD’s.
Een geslachtsziekte is vaak nog steeds een taboe. Uit schaamte of angst durven velen zich niet te testen, terwijl het hard nodig is. De meest voorkomende soa in Nederland is chlamydia. Bij een kwart van de vrouwen en de helft van de mannen besmet met chlamydia blijven klachten uit. Het gevolg is dat veel mensen rondlopen met een verborgen aandoening, wat een gevaar is voor hun eigen gezondheid en dat van anderen.
Online diagnose en behandeling
In Nederland zijn er meerdere mogelijkheden om je te laten testen bij vermoedens van een soa, namelijk via de huisarts, online aanbieders, het ziekenhuis of de GGD. De vraag naar anonieme testen voor thuis groeit.
Hubert Mooren begon zeven jaar geleden Testalize.me, een website voor online soa-zorg. Hij vond dat diagnostiek makkelijker kon worden aangeboden. Anonieme online zorg is een uitkomst voor de groep consumenten die niet naar de huisarts of GGD willen. Bijvoorbeeld uit schaamte, of omdat ze een huisartsenpraktijk vermijden in het dorp waar iedereen elkaar kent. Deze groep is niet op de radar bij de GGD of de huisarts, aldus Mooren. ‟Ze zoeken een manier om juist niet naar deze instanties te gaan. Inmiddels testen we tienduizenden mensen op jaarbasis.”
Klanten van de start-up ontvangen thuis de test, nemen lichaamsmateriaal af en sturen dit via de post naar het lab. Daar vindt de analyse plaats. De uitslag deelt het bedrijf online en anoniem met de gebruiker.
Sinds kort biedt het bedrijf ook een online behandeling aan voor gebruikers die positief testen op chlamydia, waar klanten niet extra voor hoeven te betalen. Bij een positief testresultaat krijgen Testalize.me klanten een unieke code, die toegang geeft tot een digitale triage met een vragenlijst. Daarmee worden sommige patiënten doorverwezen naar de huisarts, vanwege een medische achtergrond. De labresultaten van degenen die wel door de triage komen, worden gecontroleerd door een bij het bedrijf aangesloten arts. Die schrijft een online recept uit. Dit gaat richting de apotheek en vervolgens krijgt de positief geteste gebruiker thuis de antibioticakuur opgestuurd. De start-up biedt tevens een online platform om anoniem (ex) bedpartners te waarschuwen.
Ook gevestigde laboratoria, zoals Unilabs (voormalig Saltro) zetten al een aantal jaren in op digitale thuis-diagnostiek. Het direct aan zorgconsumenten aanbieden van diagnostiek past volgens het laboratorium in de trend waarbij mensen meer regie willen hebben over hun gezondheid. Daar volgt ook uit dat consumenten overwegingen kunnen hebben om een soatest niet via de huisarts aan te vragen, bijvoorbeeld de behoefte aan anonimiteit.
Publieke gezondheid staat voorop
Maar hoe kijkt de GGD aan tegen deze online toetreders die, in samenwerking met reguliere zorgaanbieders, de dienstverlening van de GGD overnemen? Gijs Dee, woordvoerder van GGD Rotterdam-Rijnmond: ‟als GGD dienen wij de publieke gezondheid en zijn we gericht op specifieke doelgroepen. Commerciële aanbieders van dergelijke zorg hebben een breder publiek en leveren ook een deel van onze producten, maar dan met winstoogmerk. Daarmee zijn het in zekere zin concurrenten van ons, maar het is goed dat er alternatieve testmogelijkheden zijn voor mensen die niet onder aanvullende regelingen vallen of voor mensen die het zelf kunnen bekostigen.”
‟De advieschat van SoaAids NL verwijst ook naar commerciële aanbieders voor bepaalde doelgroepen die een traject doorlopen hebben. Hoe meer mensen er bereikt worden, hoe beter we dit soort infectieziekten kunnen bestrijden. Wij vinden het echter wel belangrijk dat deze alternatieve testmogelijkheden goed gewaarborgd zijn als het gaat om de behandeling van de cliënt en het waarschuwen van partners. Wij vinden het immers belangrijk dat de publieke gezondheid voorop staat”, aldus Dee.
Ook Harriette van Buel, verpleegkundige Seksuele Gezondheid van GGD IJsselland, ziet geen probleem mits de betrouwbaarheid van de test niet in het geding komt. ‟Zolang het gaat om geaccrediteerde testen, is er mijns inziens geen probleem. Wel is het vaak zo dat bij een gevonden soa de cliënt zelf de behandeling moet regelen. Al wordt hier wel meer en meer iets voor geregeld. Deze behandeling wordt dan bij de GGD aangevraagd, maar wij verwijzen hiervoor door naar de eigen huisarts. Voorlichting of aanvullende vragen over seksuele gezondheid kunnen dan niet gesteld worden. Dat is wel een gemis.”
“Omslachtig proces”
Voor Hubert Mooren van Testalize.me is het omslachtige proces bij de GGD een reden tot het succes van de start-up. Hij is als ondernemer verbaasd over de vele stappen die een patiënt moet nemen voor het krijgen van soazorg. ‟Het inplannen van een afspraak met alle vervolgstappen duurt soms een paar weken. Ergens is het gek dat we met z’n allen eerst naar de huisarts moeten. In 85 procent van de gevallen is er niks aan de hand. Naar mijn mening moet een huisarts vooral behandelen of digitaal meedoen. Het screenen kost nu veel tijd. Het merendeel van de mensen, zoals studenten en andere jong volwassenen redden zich prima met online dienstverlening. Die pakken ook een Uber en bestellen hun boodschappen online.”
Ook Unilabs deelt die visie. “Wij denken dat eenvoudige gezondheidsvragen prima digitaal kunnen worden behandeld.” Dat zeggen Esther Talboom-Kamp en Sanne van Delft van Unilabs. “Zolang het maar op een duidelijke en begrijpelijke wijze wordt aangeboden voor allerlei verschillende mensen met diverse achtergronden. Juist de eenvoudige onderdelen van de eerstelijnszorg zijn prima online uit te voeren. Door deze eenvoudige zorg online aan te bieden ontstaat er binnen de eerstelijnszorg van zowel huisartsen als GGD meer ruimte voor patiënten die extra tijd en aandacht nodig hebben.”
Digitalisering en het menselijke aspect
De GGD ziet deze ontwikkeling van online thuistests óók en speelt hier langzaamaan op in. Van Buel van GGD IJsselland: ‟Het past bij de huidige samenleving dat alles snel en gemakkelijk gaat, waarvan veel digitaal. Deze ontwikkeling is onomkeerbaar. Als GGD spelen we hier ook zeker op in. Mondjesmaat vinden videoconsults plaats en we sturen thuistesten naar jongeren tot 23 jaar. Bij een positieve uitslag komen ze wel naar de GGD voor een behandeling. Dan is er gelegenheid om over partnerwaarschuwing te spreken en in te gaan op hun vragen over seksuele gezondheid. Dit laatste komt vaak voor, dus dat is meteen een nadeel van het online testen: de menselijke maat mist. Er is geen direct contact in een bepaalde sfeer waar cliënten laagdrempelig hun vragen kunnen stellen, die wat breder liggen dan een soa. Dit mis je dan.”
Ook de GGD Rotterdam-Rijnmond zoekt naar digitale toepassingen die meerwaarde hebben voor cliënten en de organisatie. ‟We zien hier zeker de meerwaarde van, naast onze fysieke dienstverlening. In de toekomst gaan we verder verkennen waar we e-health kunnen integreren in onze organisatie. We zetten voor sommige cliënten videoconsults in. We zijn bezig om dit ook op te starten voor reguliere spreekuren. Denk bijvoorbeeld aan laag risico groepen die na het videoconsult een pakketje krijgen toegestuurd om zelf hun soa test af te nemen en weer terug te sturen”, aldus Gijs Dee.
Mooren beaamt wel dat ze niet volledig de rol kunnen en willen overnemen van de huisarts of de GGD. ‟Er is een groep die ten alle tijden een huisarts of GGD nodig heeft. Bijvoorbeeld mensen die de arts als vertrouwenspersoon hebben, mensen met een misbruik verleden of psychische problemen. Dat is een kleinere groep, maar daar zeg ik wel van: die hebben een fysiek consult echt nodig. Die groep mag je niet negeren. Ook mensen die aan een hoog risicoprofiel voldoen, kunnen niet bij ons terecht. Wij testen (nog) niet op hiv en syfilis. Hier is ook een ander nazorg traject voor nodig.”
Duidelijk is dat alle partijen inzien dat een gedeeltelijke online zorgtransitie onomkeerbaar is. Hubert Mooren is ervan overtuigd dat we de zorg betaalbaar houden door het bieden van diagnostiek op afstand. ‟Mensen gaan eerder testen als je barrières zoals tijd, locatie en schaamte wegneemt. Je moet het omarmen. Dat geldt voor iedereen.”
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!