De vorige week gehouden Zorg & ICT beurs is de plek waar vrijwel alle (grote) leveranciers van IT-oplossingen aanwezig zijn. Het is een van de grootste zorg-vakbeurzen van Nederland, en eHealth is een belangrijk onderdeel van het programma. Afgelopen editie was er, onder leiding van Nictiz, speciale aandacht voor patiëntgerichte en gebruiksvriendelijke innovatie. Hoe betrek je patiënten bij het ontwerpen, implementeren en testen van digitale zorg?
Op donderdag 16 maart organiseerden Nictiz en Pharos een drukbezochte bijeenkomst met als thema de ontwikkeling van gebruiksvriendelijke eHealth. Onder de ruim honderd deelnemers waren onder meer ervaringsdeskundigen, ontwerpers, IT-leveranciers, projectleiders en experts op het gebied van design en toegankelijkheid.
De patiëntportalen die steeds meer ziekenhuizen aanbieden zijn een eerste goede stap in de richting om patiënten meer digitale service en meer inzage in hun gezondheid te bieden. Maar er is nog genoeg werk aan de winkel, vertelt ervaringsdeskundige Tim Kroesbergen. Kroesbergen werkt voor Stichting Ikone. Hij heeft osteogenesis imperfecta, ook wel brozebottenziekte genoemd, en bezoekt regelmatig specialisten.
Betrek ervaringsdeskundigen
Kroesbergen maakt dankbaar gebruik van het digitale patiëntportaal van het Rijnstate ziekenhuis en het Isala ziekenhuis. Wel heeft hij nog een aantal tips qua gebruiksvriendelijkheid. “In het Isala-portaal kan ik mijn lab-uitslagen vinden. Ik zou het handig vinden om de meest recente labresultaten direct te zien, en die niet eerst te hoeven zoeken.”
Hij drukte de zaal op het hart om altijd patiënten te laten meedenken over digitale ontwikkelingen zoals een patiëntenportaal. Ziekenhuizen pakken dat op verschillende manieren aan, bleek tijdens een kennismiddag over patiëntportalen eind 2016. Zijn tip: betrek ervaringsdeskundigen en patiënten vroeg in het proces zodat je later niet veel aanpassingen hoeft te doen aan een ontwerp.
“Ik zou het handig vinden om de meest recente labresultaten direct te zien"
Onderdeel van gebruiksvriendelijke eHealth is ook dat digitale zorgtoepassingen duidelijk zijn voor laaggeletterden en mensen met een taalachterstand, zei Chandra Verstappen van Pharos. In Nederland heeft 29 procent van de mensen een taalachterstand. Een gebrek aan wat onderzoekers ‘gezondheidsvaardigheden’ noemen kan er uiteindelijk toe leiden dat mensen hun hulpvraag niet kunnen formuleren, niet de juiste zorg krijgen, en zelfs minder lang leven.
Kloof door eHealth?
De angst van sommige experts is dat eHealth de gezondheidsverschillen tussen hoog- en laagopgeleiden vergroot in plaats van verkleint. Er ontstaat een kloof als mensen de informatie over hun gezondheid in een telemonitoringsysteem, gezondheidsapp of patiëntenportaal niet snappen, en daardoor mogelijk belangrijke informatie missen of fouten maken. Pharos heeft daarom een checklist en adviezen opgesteld, om te zien of een app bruikbaar is voor iedereen.
Bij Pharos denkt een groep ambassadeurs - zelf vaak laaggeletterd - mee over de toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid van websites en digitale diensten. De ervaringen met het testen van de website MijnBuurtWelzijn.nl maakt duidelijk dat mensen met een taalachterstand informatie op de website vaak anders interpreteren dan bedoeld. Bijvoorbeeld de betekenis van iconen (“dat handje betekent toch ‘stop’, in plaats van een vraag stellen?”) en afkortingen. Zulke feedback kon vervolgens gebruikt worden in een nieuwe versie van MijnBuurtWelzijn.nl, waarmee de website gebruiksvriendelijker wordt.
Hanneke Kip doet een promotieonderzoek naar de ontwikkeling van eHealth in de forensische geestelijke gezondheidszorg, en werkt als docent bij de Technische Universiteit Twente. Ze vertelde over wetenschappelijk onderzoek naar digitale zorgtoepassingen. Het is zinnig om vanaf de start van een ontwerptraject ervaringsdeskundigen te betrekken, zei Kip. “Het levert ontwerpers en onderzoekers nieuwe inzichten en een ander perspectief op. Vraag patiënten ook welke stakeholders betrokken moeten worden bij het ontwikkelen en testen.”
Papieren prototype
Kip vertelde ook over een aantal methodes om gebruiksvriendelijke eHealth-toepassingen te ontwerpen. Zoals gebruikersbijeenkomsten organiseren, of usability tests doen, waar je helemaal geen digitaal prototype voor nodig hebt. “Een idee voor een applicatie testen kan ook met papieren prototype.”
Michel Löhr van Quli deelde zijn ervaringen met gebruikersgericht ontwikkelen van digitale gezondheidsomgeving. Quli staat voor quality of life en is een gratis dienst, ontwikkeld voor een brede doelgroep in zorg en welzijn. Quli gebruikte de honderden suggesties van gebruikers - patiënten en zorgprofessionals - om gericht nieuwe functies toe te voegen. Een lastigheid voor IT-aanbieders is het aanpassen en personaliseren van de software, vertelde hij. Quli bouwt aan een generiek systeem, maar soms hebben gebruikers specifieke voorkeuren, bijvoorbeeld om aangesproken te worden met ‘u’ in plaats van ‘jij’. Dat stelt ook weer andere eisen aan de content.
Quli gebruikte honderden suggesties van gebruikers als input
Volgens Löhr is het inderdaad slim om vooraf na te denken over toegankelijkheid voor mensen met een taalachterstand, of bijvoorbeeld een visuele beperking. Quli biedt nu niet de mogelijkheid om geschreven teksten hardop te laten voorlezen (voorleesfunctie), maar dit staat wel op de planning.
De deelnemers gingen in deelsessies uit elkaar om verder te praten over wat er beter zou kunnen qua gebruiksvriendelijkheid van patiëntportalen, en hoe het e-consult gebruiksvriendelijker kan. De resultaten van de deelsessies, en de kennis die door deelnemers en sprekers is gedeeld, worden binnenkort gebundeld in een digitaal kennismagazine van Nictiz.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!