Chaos Monkeys is zonder twijfel het leukste boek over de tech-industrie in Silicon Valley van het afgelopen jaar. Antonio Garcia Martinez werkte bij een startup toen hij de kans kreeg om bij Facebook de advertentie-afdeling mee op te zetten. De social media gigant had destijds nog geen kaas gegeten van de super-geavanceerde technologie waarmee bij het grote publiek onbekende bedrijven als Acxiom persoonsgegevens in online veilingen verkopen om gerichte advertenties te kunnen plaatsen. Dat is inmiddels wel veranderd. Bij Facebook kun je je advertentie bijvoorbeeld richten op vrouwen tussen de 18 en 24 jaar in de provincie Utrecht met interesse X of Y.
Chaos Monkeys geeft een hilarische kijk in de keuken bij Facebook, de achterdocht versus aartsrivaal Google en de stammenoorlogen tussen de verschillende afdelingen. Tegelijk leer je hoe ongelooflijk verfijnd (om niet te zeggen beangstigend) het targetten van online advertenties in zijn werk gaat in 2016. Wanneer je een pagina aanklikt van een commerciële site, wordt alles wat die uitgever van jou te weten kan komen (cookies!) binnen milliseconden aangeboden in real-time veilingen voor adverteerders. Heb je toevallig net veel op autosites gezocht, dan kun je er donder op zeggen dat er een banner van nieuwe BMW in beeld komt. Of een Skoda, afhankelijk van de sociaal-economische klasse waarin je bent ingedeeld.
Zeg maar nee, dan krijg je er twee?
Heel vernuftig allemaal, maar de laatste tijd heb ik zelf het gevoel dat al die technologie er niet beter op wordt, big data en deep learning ten spijt. Neem Coolblue, een onderneming die ik enorm bewonder en waar ik bijna alles met een snoer eraan koop. Sinds een maand of zes krijg ik op allerlei sites steeds vaker banners met een aanbod van Coolblue te zien. Het krankzinnige is echter dat het bijna altijd om producten gaat die ik net de dag of week daarvoor heb gekocht. Als je nagaat wat zo'n gerichte online advertentie kost, dan smijt Coolblue hiermee heel wat geld over de balk. De kans dat ik binnen veertien dagen na aanschaf nog eens een beamer, Bluetooth koptelefoon of Apple wifi-station koop, lijkt me nagenoeg nul.
Ik word ook virtueel gestalkt door een Chinese aanbieder van roestvrijstalen railsystemen voor in fabrieken, waarschijnlijk omdat ik laatst op zoek was naar zo'n RVS rails waaraan slagers vleeshaken hangen. (Nee, niet voor halve koeien, maar om de pannen in de keuken op te hangen).
Fabriek bouwen
Toch bekruipt je het oncomfortabele gevoel dat ze misschien meer van me weten dan ik denk. Heb ik ergens toch de latente behoefte aan twee beamers of draadloze koptelefoons? Maakt mijn surfgedrag duidelijk dat ik wel vaker twee exemplaren ergens van koop? Wil ik diep van binnen een enorme fabriek gaan runnen?
Mijn achterdocht bereikte gisteren een voorlopig hoogtepunt toen ik op een Amerikaanse effectensite opeens een banner van de Nederlandse overheid kreeg voorgeschoteld. "Leer de signalen herkennen", zei de advertentie geruststellend, om me vervolgens uit te nodigen om te klikken op omgaan met depressie.nl.
Mijn omgeving zal mij niet snel een hang naar depressiviteit toedichten. Maar toch. Wat weet de overheid dat ik niet weet?
Wellicht 0,72% kans depressief te worden 😉
Eigenlijk heb je ongewild deelgenomen aan een crowdsourced & crowd(tax)funded studie om de invloed van ongewenste repeated advertising te onderzoeken ... de uiterst betrouwbare resultaten zijn ondertussen bekend en bij deze krijg je als wettelijk bepaalde opvolging van de studie een 'ons treft geen schuld' waarschuwing mbt de mogelijke gevolgen voor de gemiddelde crowd 😉