Toen ik naar de middelbare school ging kreeg ik mijn eerste mobiele telefoon. De belangrijkste functie was dat je dan je ouders kon bellen als je opgehaald wilde worden met slecht weer (ik moest iedere dag ruim een half uur heen en terug fietsen), maar mijn mobiel diende ook voor andere zaken die op de basisschool nog niet besproken hoefden te worden. Ik zie hem nog voor me, een Nokia die zo klein was dat hij in een gesloten vuist paste. Praktisch was hij niet, wel heel hip.
Tien jaar later is mijn smartphone niet meer uit m’n leven weg te denken. Het is mijn camera, agenda, discman, betaalmethode, spiegel, notitieblok, bibliotheek en connectie met de rest van de wereld. Die intieme relatie met mijn smartphone zullen veel mensen begrijpen.
"Gezellig hoor, mobiele brigade"
Het heeft alleen wel even geduurd voordat mensen (ik noem geen namen) begrepen dat de mogelijkheid om altijd online te zijn, niet betekent dat je ook altijd online móet zijn. Al snel kwamen er dan ook een soort ongeschreven sociale regels voor het gebruiken van je smartphone in gezelschap. ‘Gezellig hoor, mobiele brigade’ is een soort scheldwoord geworden en er worden ‘spelletjes’ gespeeld in het café waarbij degene die het eerst op z’n telefoon kijkt het volgende rondje moet betalen.
Nieuwe munitie
Diezelfde mobiele brigade heeft nu nieuwe munitie gekregen: smartwatches en smartbands. Oftewel wearables waarop je inkomende telefoongesprekken, sms’jes en WhatsApp-berichten binnen krijgt. Ik moet toegeven: ik schrijf al een jaar over deze innovatie, maar ben zelf pas sinds een klein maandje om. Lees deze blog nog maar eens terug: mijn sceptische houding tegenover dergelijke producten druipt er van af.
Door het testen van de vívosmart ben ik er echter achter gekomen dat het best handig is als je die meldingen gewoon op je pols ‘binnen krijgt’.
Tijdens een meeting kan ik met een schuin oog mijn inkomende mail bekijken
Zo mis ik nooit meer een telefoongesprek omdat ik mijn telefoon buiten op straat niet af hoor gaan, kan ik tijdens een meeting evengoed met een schuin oog mijn inkomende mail bekijken en kan ik er af en toe voor kiezen om de inkomende sms’jes lekker te laten gaan (omdat ik toch al zie van wie ze zijn).
Ik deelde mijn genoegen met de redactie en kreeg van zowel Jan, die nieuwe apps voor de Pebble test, als Frederieke, die net haar review van de Sony SmartBand af heeft, bijval. De redactie van SmartHealth deelde de scepsis voor smart bands, maar na één testperiode moesten ook Jan en Frederieke toegeven dat ze er inmiddels aan gewend raakten om niet meer hun telefoon uit hun zak te hoeven halen en evengoed te zien welke meldingen binnenkomen.
Hoe kan ik instellen wat ik niét wil ontvangen?
Inmiddels zijn we weer een tijdje verder en beginnen de eerste barstjes in de reputatie van de smartbands te komen. Allereerst heb ik nog niet kunnen ontdekken hoe ik in kan stellen van welke apps (en vooral van welke niet) ik meldingen wil ontvangen op mijn wearable. Google Hangouts meldingen, nieuwe likes op Instagram, updates van Spotify: het verschijnt állemaal op het mini LED-schermpje. Jan schrikt zich nog steeds het leplazerus van de snoeiharde trilfunctie van de Pebble en ik merkte laatst in de bioscoop dat zo’n armband met continue oplichtend beeldscherm ook niet ideaal is.
Bij nieuwe technologie komen ook nieuwe gedragsregels kijken. Hoewel even op je smartwatch kijken wel subtieler is dan je smartphone erbij pakken tijdens een romantisch diner, zou ik toch wel een beetje aan mezelf gaan twijfelen als mijn tafelgenoot om de haverklap op zijn of haar horloge kijkt. Is het al tijd om weg te gaan? De groep mensen die weet wat een smartwatch precies is – of er zelf een bezit – is nu nog relatief klein. Maar dat is slechts een kwestie van tijd. Ik ben benieuwd wat de sociale regels gaan worden wanneer smartbands en smartwatches massaal hun weg vinden naar je eigen vriendengroep, collega’s of familie.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!