Het Nictiz en het Nivel hebben met de eHealth monitor van 2014 wederom een waardevolle bijdrage geleverd aan het in kaart brengen van de digitalisering in de Nederlandse gezondheidszorg. De boodschap van de monitor is duidelijk: eHealth ondersteunt trends in de zorg als zelfmanagement, eigen regie en hoogwaardige beleving van zorg. Terwijl ik het rapport doorlees valt mij één ding op: de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) behoort niet meer tot de geconsulteerde instanties bij de totstandkoming van het rapport.
En dat is jammer, want ik merk dat juist bij mensen met een beperking, technologie een wezenlijke bijdrage levert aan de vergroting van eigen regie en zelfmanagement. Opvallend genoeg is de verstandelijk gehandicapten (VG) sector in mijn beleving er ook een waar de invoering van technologie veel discussie oproept.
Technologie kan een wezenlijke bijdrage leveren aan vergroting van eigen regie voor mensen met een beperking
De eHealth monitor 2014 geeft vijf aanbevelingen. Drie daarvan zijn direct gerelateerd aan cliënten, namelijk: maak zorggebruikers duidelijk wat er kan; geef online dossierinzage aan patiënten/cliënten; en stuur op tastbare meerwaarde (voor o.a. de zorggebruiker). In de setting van de verstandelijk gehandicaptenzorg zijn dit interessante uitdagingen. Hoe maak je cliënten met een beperking bewust van de mogelijkheden die eHealth biedt? Hoe zinnig is het om dossierinzage bij mensen met een IQ van 70 of lager te stimuleren? Hoe kun je cliënten met een enkel- of meervoudige beperking duidelijk maken wat de tastbare meerwaarde van eHealth of zorgtechnologie voor hen is? De antwoorden op deze vragen zijn niet terug te vinden in de eHealth monitor, maar ook niet daarbuiten.
Innovatieparadox
Dat deze antwoorden niet voor het oprapen liggen is op zich niet vreemd. Na jaren van innoveren weten we dat er zoiets bestaat als de innovatieparadox: degenen die de grootste behoefte hebben aan de voordelen van een innovatie zijn over het algemeen de laatsten die de innovatie (kunnen) adopteren (vrij vertaald uit E. Rogers, Diffusion of Innovations, 2003) . Bij de opkomst van eHealth is dit niet anders. In de kamerbrief van 2 juli 2014 van minister Schippers en staatssecretaris Van Rijn zijn de landelijke ambities op het gebied van eHealth duidelijk te lezen: directe toegang tot medische gegevens, zelfstandig metingen uitvoeren en 24-uurs toegang tot zorgverleners via beeldzorg en domotica.
Degenen die de grootste behoefte hebben aan een innovatie kunnen die pas veel later adopteren
De innovatieparadox is eigenlijk het gelaten antwoord op vragen als ‘hoe kunnen we mensen met een verstandelijke beperking zelfstandig gebruik laten maken van zorg-op-afstand’? Rogers’ innovatieparadox stelt zoiets als: laten we eerst ons best doen om zelfstandige metingen en beeldbellen uit te laten voeren door mensen die enthousiast zijn en die het zelf eigenlijk al kunnen. Dat zijn de koplopers, de groep met early adopters, de zorgconsumenten die geïnteresseerd zijn in hun gezondheid. De rest volgt vanzelf - terwijl doelgroepen zoals gehandicapten of chronisch zieken er waarschijnlijk meer baat bij hebben.
Schijnwerpers
Ik heb afgelopen maanden gezien en gehoord wat innovaties voor mensen met een beperking kunnen betekenen in het speciaal onderwijs en de verstandelijk gehandicaptenzorg. Ik word enthousiast van de mogelijkheden die technologie biedt aan mensen met een verstandelijke beperking. Ik hoor verhalen over hoe de GO OV app mensen met een beperking in staat stelt om zelfstandig naar hun werk- en woonplek te reizen en zie dat de aanwezigheid van tablets in de klas analfabetische leerlingen in staat stelt hun eigen naam te typen en te herkennen.
Mijn indruk is dat er in de VG erg veel gebeurt op het gebied van eHealth, maar dat deze ontwikkelingen te weinig in de schijnwerpers staan. En dat terwijl er genoeg is om in de schijnwerpers te plaatsen. Zo kwam bijvoorbeeld Pluryn als innovatie VG-organisatie begin oktober met het nieuws dat zij in 2015 de eHealth-ambities van Schipper en Van Rijn waar kunnen maken binnen hun zorgorganisatie. De doelstellingen van VWS worden door Pluryn en door andere zorgorganisaties vertaald naar toepassingen die specifiek insteken op de mogelijkheden van cliënten met een beperking.
Ik zie toegevoegde waarde als er vanuit de branchevereniging VGN duidelijk wordt gemaakt hoe de branche invulling gaat geven aan de ambities van VWS. Door de schijnwerpers te richten op wat er gebeurt in de VG-sector en welke toegevoegde waarde innovaties en eHealth hebben voor mensen met een beperking kunnen we een begin maken met het doorbreken of zelfs opheffen van de innovatieparadox. De tastbare meerwaarde van eHealth voor hen die de grootste behoefte aan de voordelen hebben wordt wat mij betreft in 2015 duidelijk zichtbaar.
Zo is er ook nog veel werk aan de accessibility van mobile APPs en web based platforms, via human interfaces voor anders validen, zoals bvb TECLA