Met zijn vorige week gepubliceerde richtlijn doet artsenfederatie KNMG een nieuwe poging om orde te scheppen in het onoverzichtelijke landschap van medische apps. Welke apps deugen en kun je veilig gebruiken of aan patiënten voorschrijven? Met de richtlijnen zelf is niet zo veel mis, maar of dokters (de doelgroep) de tijd en deskundigheid hebben om de checklist zelf af te werken, is wel de vraag. En zou de hands-on ervaring van patiënten, zoals je die in recensies en op reviewsites vindt, niet veel meer moeten meewegen?
Natuurlijk is dit geen nieuw onderwerp: toen we met SmartHealth begonnen in 2013 waren er al jaren van discussies over bescherming van patiënten en het gevaar van gezondheidsapps, en de roep om een ‘keurmerk’ voor medische apps.
Branche- en beroepsorganisaties reageren op de voortschrijdende technologie, weliswaar traag. De gemeentelijke gezondheidsdiensten startten recent met een GGD App Store, om patiënten en collega’s houvast te geven voor ‘veilige en vertrouwde apps’. Dat levert een op het eerste gezicht random selectie op: de huidige vijftig goedgekeurde apps bestaan uit 7 Minute Workout tot een mindfulness app, medicatieherinnerings-apps en Quit Smoking Buddy, een coach die je ondersteunt bij het stoppen met roken. In Engeland probeerde de National Health Service het sinds 2013 met zijn App Library, maar dat project is de pilot-fase nog niet te boven en wordt opnieuw geëvalueerd.
Wie heeft daar tijd voor?
Ook de KNMG, de federatie van artsen (in opleiding) en medisch specialisten, komt nu met een langverwachte richtlijn voor de beoordeling van medische apps. De ‘Medische App Checker’ is een stevige PDF, een soort checklist voor mensen die van checklists en protocollen maken houden. Met vragen als ‘Is de inhoud van de app gebaseerd op relevante vakkennis?’, 'Wordt het gebruik van de app duidelijk gemaakt?' en ‘Is de beveiliging van de app getest door een derde partij?’ doet de KNMG een
Zijn er al reviews van (zorg)consumenten die de app gebruiken?
dappere poging om de belangrijke onderwerpen bij medische apps – data-opslag, beveiliging, wie is de maker? – te adresseren. Alleen: wie heeft hier tijd voor? Het kost de maker van een app al vaak dagen research om uit te vinden aan welke certificeringen en richtlijnen voor beveiliging zijn of haar app moet voldoen. Moet de dokter dat nu dunnetjes overdoen als een dubbele controle? Bij mij blijft vooral de vraag hangen: de arts waar de Medische App Checker voor bedoeld is gaat dit waarschijnlijk niet invullen, dus wie gaat dit dan wel invullen?
Gemiste kans?
De checklist bevat de vraag ‘Is de app gevalideerd door testresultaten?’ Geen gekke vraag, maar ook hiervoor geldt natuurlijk dat de dokter moet gaan uitvinden of die klinische onderzoeken hout snijden of dat het om een niet peer-reviewed flutonderzoekje onder vier mensen op de Fiji-eilanden gaat. Een minstens net zo interessante maar ontbrekende vraag lijkt me: zijn er veel (positieve) reviews van (zorg)consumenten die de app gebruiken? Als internist of praktijkondersteuner diabetes lijkt het me relevant om te weten dat de diabetes-app MySugr een enorm hoge waardering krijgt van Nederlandse gebruikers in de Google Play store. De checklist van de KNMG vindt reviews wel belangrijk, maar dan vooral de negatieve.
Alleen voor informatieve doeleinden
Terwijl landelijke instanties zich bezig houden met het opzetten van richtlijnen en het bedenken van keurmerken gaat de mHealth business natuurlijk wel gewoon door. Pionierende digital health bedrijven en start-ups trekken zich niets aan van het richtlijnengeneuzel en zoeken manieren om met nieuwe producten of diensten binnen de gebaande paden te blijven. Neem bijvoorbeeld Belli, volgens de makers een digitale zwangerschapscoach. Belli is een sensor die aanstaande moeders op hun buik kunnen dragen, en die in het derde trimester van een zwangerschap (voor)weeën kan meten. De sensor stuurt die signalen naar de bijbehorende Belli app. Het systeem is volgens de maker Bloom Technologies accuraat: in drie klinische onderzoeken werd Belli vergeleken met een ziekenhuis-tocograaf en bleek dat de wearable samentrekkingen (contracties) van de baarmoeder net zo precies kan meten. Wel voegt Bloom daaraan toe: ons systeem is alleen voor informatieve doeleinden, en niet voor diagnostiek.
Of neem de nieuwste functie van Withings, de Franse maker van wellness producten. Withings levert sinds deze maand een app die is ontwikkeld door Franse bloeddrukonderzoekers en in de vorm van een website al langer bestaat: Hy-Result. Wat doet de app? Het is een protocol om op basis van een groter aantal
Disclaimer: de app is geen diagnostische tool die de dokter vervangt
bloeddrukmetingen te bepalen of een gebruiker van de Withings meter (of een andere) met zijn of haar bloeddruk in de gevarenzone zit. Maar ook hier zie je dezelfde reflect optreden als bij de personalized pregnancy coach: Withings en Hy-Result doen hun uiterste best om op allerlei plaatsen te waarschuwen dat de app geen diagnostische tool is die de dokter vervangt. De app heeft dan ook geen FDA-keuring in de VS, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de ECG-algoritmen van AliveCor.
Patiëntencommunities
Wanneer we in een aanbod van 100.000 medische apps 1 procent willen vinden die deugt (dat zijn er 1000), dan zal dat alleen kunnen door een aanpak waarin alle partijen een rol spelen: medische experts, patiëntencommunities, de industrie en uitgevers en heel misschien (Europese) regelgeving. De KNMG checklist biedt zeker duiding, maar of de dokter en de patiënt er praktisch al veel verder mee komen, is nog even de vraag. De Medische App Checker is in ieder geval geen lijst met afgekeurde apps die artsen vooral moeten schuwen. Het is ook geen consumentengids, maar een richtlijn, geschreven in de vorm van een protocol dat veel medisch specialisten en (huis)artsen zullen herkennen. Maar of artsen dit ook daadwerkelijk gaan gebruiken, dat blijft nog de vraag.
Mooie blog. Dank je. Nog een noot: Slimme co-creatie levert slimme apps; in het ideale geval zijn de patiëntencommunities al vanaf het allereerste begin bij de ontwikkeling van de app betrokken.
En misschien interesseert een recent position paper vanuit de gaming industrie over dit onderwerp je ook? In november 2015 publiceerde het Growing Games Consortium over de haken en ogen aan risico-inventarisatie en validatie voor health games, apps en andere e-health applicaties. Met name in de preventie en de care zijn er nog veel verbeteringen mogelijk. Dit voorjaar publiceren we een vervolgonderzoek op deze paper. https://ucreate.nl/nieuws-validatie-van-ehealth-applicaties-moet-sneller-en-beter/
bij onze dienst mHealth 24/7 betrekken we vanaf de start een patiënten / ouders / medisch specialisten panel om de functionaliteit te laten testen maar ook juist om toegevoegde waarde toe te voegen. Voor ons is dit niet een leuke optie maar een must om de patiënt eindelijk weer centraal te laten staan. http://www.mHealth247.nl