Het is in Nederland niet eenvoudig om als ondernemer te concurreren met de huisarts vanwege de strenge en complexe regulering van tarieven. Inloopkliniek CareToGo en online aanbieder Constamed weten daar alles van. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) speelde tot nu toe vaak als handrem op innovaties, gedwongen door wetgeving. Maar dat moet volgens de autoriteit anders. In een brief aan minister Schippers die gisteren verscheen pleit de NZa voor een ingrijpende deregulering van de markt voor huisartsenzorg. Wanneer patiënten dat willen, moeten ze gebruik kunnen maken van nieuwe diensten, zoals 24/7 huisartszorg via een app op abonnementsbasis.
Signalering: nieuwe dienstverlening in de huisartszorg. Dat is de titel van de brief die de NZa twee weken geleden al naar de minister stuurde (maar die gister pas openbaar werd). De boodschap is zo helder opgeschreven dat je niet eens tussen de regels door hoeft te lezen.
“Nieuwe zorginitiatieven kunnen een waardevolle aanvulling zijn op het bestaande aanbod, en gevestigde huisartsen stimuleren om hun toegankelijkheid en bereikbaarheid te verbeteren.” Dat is het uitgangspunt voor de argumentatie van de toezichthouder, en deze gedachtegang sluit overigens helemaal aan op de ideeën die minister Schippers hierover eerder deelde met de Tweede Kamer. Concurrentie is goed, stelt de NZa, maar dan moet je nieuwe toetreders wel in staat stellen om ook daadwerkelijk nieuwe diensten met nieuwe tarieven te introduceren. En daar zit hem tot nu toe de crux.
"Nieuwe zorginitiatieven kunnen gevestigde huisartsen stimuleren om hun toegankelijkheid en bereikbaarheid te verbeteren"
De NZa stelt zogeheten prestatiebeschrijvingen vast die huisartsen in Nederland kunnen declareren voor hun zorgverlening. Voor het grootste deel van de geleverde zorg geldt dat ook de te declareren tarieven worden vastgesteld. Dit model van gereguleerde prestaties en tarieven is opgezet rondom de 'klassieke' huisartsenzorg: de huisarts met op naam ingeschreven patiënten die een veelheid van zorgactiviteiten voor zijn of haar patiënten verzorgt.
Huisartszorg gebonden aan wetten en regels
De NZa kreeg in de afgelopen jaren steeds vaker te maken met nieuwe zorgaanbieders die huisartsenzorg op een andere manier willen aanbieden dan volgens het klassieke huisartsenmodel. Inloopklinieken als CareToGo, waar mensen zonder afspraak - ook na kantoortijden en in weekenden - terecht kunnen voor simpele medische klachten, zijn een goed voorbeeld. Net als online huisartsenplatform Constamed. Deze nieuwe toetreders werken zonder ingeschreven patiënten. Hun dienstverlening valt volgens de toezichthouder Zorginstituut Nederland niet onder de basisverzekering, want het is geen "continue, persoonsgerichte, integrale (levenslang en levensbrede) zorg" zoals de 'klassieke' huisarts deze biedt.
Niets aan de hand, zou je zeggen, zolang de patiënt er zelf voor wil betalen. Maar in de Wet marktordening gezondheidszorg staat dat je als zorgaanbieder alleen zorg mag declareren onder bepaalde voorwaarden. Zo moet je ingeschreven staan in het BIG register bijvoorbeeld. Daarnaast kun je alleen zorg in rekening brengen waar een prestatie of betaaltitel voor is. Kortom: elke nieuwe toetreder die een huisarts-achtige dienstverlening wil bieden moet daarvoor een tarief aanvragen bij de NZa.
Nieuwe toetreders: moeizame bureaucratie
Stel dat een ondernemer in Nederland een dienst als Pager wil invoeren. Deze Amerikaanse onderneming ontving recent nog 10 miljoen dollar groeikapitaal. Door je creditcard gegevens in te voeren in de Pager app kun je daarna een arts naar je woning, kantoor of hotel laten komen. Het eerste bezoek kost 49 dollar, bezoeken daarna 199 dollar. Wanneer je af kunt met een telefonisch consult, dan betaal je 25 dollar. Pager werkt naar eigen zeggen met ervaren artsen die over alle benodigde papieren beschikken en bovendien door een externe partij worden beoordeeld. De benaming Uber voor artsen komt overigens niet uit de lucht vallen. Eén van de oprichters van Pager stond ook aan de wieg van de slimme taxidienst Uber.
Hoe bepaal je wat een redelijke vergoeding is voor een dienstverlening waarvan het verdien nog niet bewezen is?
In Nederland mag je voor zo’n dienst dus niet zomaar respectievelijk 49, 199 of 25 euro vragen. Wat je er wel voor mag vragen, dat bepaalt de NZa. Maar dat duurt zo lang dat je als ondernemer wel een hele lange adem moet hebben. En “de ervaring van de afgelopen jaren leert dat daarbij vooral de tariefonderbouwing problematisch is”, stelt de NZa. Immers, hoe bepaal je wat een redelijke vergoeding is voor een dienstverlening die nog niet bestaat en waarvan het verdienmodel nog niet bewezen (of zelfs bekend) is.
Concurrentie
In de praktijk wordt volgens de NZa aansluiting gezocht bij de kosten onderbouwing van de reeds bestaande huisartsenbekostiging, terwijl deze vaak geen recht doet aan de wijze waarop de innovatieve zorgondernemingen zijn opgebouwd. Huisartsen ontvangen bijvoorbeeld al een vaste vergoeding voor alle patiënten in hun praktijk. Je kunt je op dezelfde manier niet op naam inschrijven bij CareToGo of Constamed. De bureaucratie rond de verplichte aanvraagprocedure voor het beoordelen van nieuwe prestaties is volgens de NZa evenmin een steun in de rug voor innovatieve ondernemers. De procedure werkt vertragend. Maar nog vervelender: de NZa is bij het vaststellen van nieuwe tarieven verplicht om een consultatie met het zorgveld uit te voeren. De toezichthouder concludeert droog: “Het effect is dat de voorsprong die een zorgaanbieder heeft op zijn concurrenten door het nieuwe initiatief kleiner is.”
Wat dan wel
De NZa adviseert de minister om te overwegen om de beschreven huisartsenzorg die niet "continue, persoonsgerichte, integrale (levenslang en levensbrede) zorg" is, te dereguleren. De betreffende passage valt eigenlijk niet beter samen te vatten dan de NZa tekstschrijvers al deden:
“In het huidige stelsel staat vrije toetreding door zorgaanbieders hoog in het vaandel. Het laten vervallen van prestatie-en tariefregulering voor deze specifieke zorgvariant neemt een drempel weg voor nieuwe toetreders en past in een stelsel van vrije toetreding onder de voorwaarde dat de geldende wet- en regelgeving zoals op het gebied van kwaliteit en transparantie wordt nageleefd. Ook wordt met deregulering bereikt dat niet steeds nieuwe afwijkende regelgeving moet worden opgezet voor elk nieuw initiatief in de huisartsenzorg dat buiten de basisverzekering valt. Er is voldoende prikkel voor consumenten om bewust te kiezen.
"Er is voldoende prikkel voor consumenten om bewust te kiezen"
De kosten van de te dereguleren zorg komen namelijk voor rekening van de patiënt, eventueel vergoed door een aanvullende verzekering. Ook is er voldoende overstapmogelijkheid voor consumenten. Immers, de dekkingsgraad van het reguliere aanbod aan huisartsenzorg is hoog. En een 'gratis' bezoek aan de eigen huisarts is altijd een alternatief. Verder zullen zorgaanbieders een zekere prijsdruk ervaren mede omdat het belangrijkste alternatief voor hun dienstverlening volledig wordt vergoed. Deze zorgaanbieders dienen zich te onderscheiden van de bestaande aanbieders, en hebben daarom de prikkel om meer service te bieden zoals bredere openingstijden en visites op tijdstippen dat de consument het uitkomt. Een innovatieve zorgaanbieder heeft er groot belang bij om duidelijk te maken wat voor soort zorg wordt geleverd, en welke niet om onderscheidend te zijn ten opzichte van het bestaande aanbod. “
Nog steeds toezicht
Deregulering betekent overigens niet dat de NZa geen toezicht meer houdt op deze specifieke markt. Er bestaan al transparantieregels die zorgaanbieders verplichten tijdig informatie te geven over de inhoud van prestaties die geleverd worden, de verzekerde status van de te leveren zorg en over tarieven die rechtstreeks in rekening worden gebracht aan consumenten. Daarnaast dienen nieuwe zorgaanbieders zich te houden aan bestaande regelgeving voor de beroepsgroep.
De NZa heeft over deze ontwikkelingen de afgelopen periode gesproken met partijen als de Huisartsenvereniging (LHV), Nederlandse Patiënten en Consumentenfederatie (NPCF), Zorginstituut Nederland (ZIN) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Uiteraard had elke gesprekspartij hierbij een eigen invalshoek, constateert de brief. Maar volgens de NZa “waren alle partijen het erover eens dat een vorm van deregulering zal bijdragen aan het sneller mogelijk maken van nieuw zorgaanbod dat inspeelt op de behoeft van de patiënt naar bijvoorbeeld ruimere openingstijden en korte wachttijden in de wachtkamer.” Deze nieuwe toetreders kunnen "een positieve prikkel geven aan bestaande zorgaanbieders om het niveau van hun serviceverlening te verhogen.”
Wat vinden de huisartsen?
Een woordvoerder van de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) geeft aan dat er momenteel nog geen officieel standpunt geformuleerd is op de brief. Dat zal ongetwijfeld volgen.
De brief maakt namelijk ook duidelijk dat de LHV vindt dat huisartsen eigenlijk moeten kunnen gaan concurreren met nieuwe toetreders. Praktisch gezien: artsen met ingeschreven patiënten zouden dan ook premium diensten als online consulten via een app of 24/7 huisbezoeken apart moeten kunnen declareren. Maar de NZa vindt het belangrijk dat dit het onderscheid tussen een basisverzekerd totaalpakket bij de huisarts en aanvullende diensten voor patiënten transparant is, en neigt er nu dus niet naar om dit toe te staan.
De NZa geeft zoals gezegd de voorkeur aan de deregulering waarbij het in de brief beschreven deel van de niet-basisverzekerde huisartsenzorg volledig wordt vrijgesteld van prestatie-en tariefregulering. Deze variant biedt volgens de NZa de meeste ruimte om nieuwe aanbiedingsvormen te laten ontstaan, maar vereist een aanpassing van het Besluit uitbreiding en beperking Wet marktordening gezondheidszorg.
De LHV vindt dat huisartsen eigenlijk moeten kunnen gaan concurreren met nieuwe toetreders
Dat is geen primeur, stelt de NZa, want de keuze om op deze manier een onderscheid te maken in reguleringsvorm bij wel- en niet basis verzekerde zorg is recent gemaakt bij verpleging en verzorging. Ook bij verpleging en verzorging is door middel van dit Besluit geregeld dat zorg die valt onder de definitie van "verpleging en verzorging", maar niet onder de aanspraak op de basisverzekering, wordt vrijgesteld van tarief- en prestatieregulering door de NZa.
Minster Schippers meldt in een begeleidende brief aan de Tweede Kamer die gisteren met de NZa brief werd verstuurd dat ze “de signalering van de NZa zal meenemen in de uitvoering van het kabinetsbeleid om zorgverzekeraars en zorgaanbieders meer vrijheid te geven over datgene waarover zij zelf afspraken willen maken (prestatiebeschrijvingen).” Volgens de minister kunnen “veelbelovende innovaties en nieuwe initiatieven gericht op kwaliteit en doelmatigheid zo sneller worden ingevoerd.”
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!