SmartHealth publiceert regelmatig een bijdrage van gastbloggers. Deze week: Mark Scholten, promovendus aan de Universiteit van Twente.
Iedereen die de film ‘Her’ uit 2013 heeft gezien, over een wat eenzame man die een relatie krijgt met Samantha, een computerstem, heeft kunnen zien hoever een relatie tussen computer en mens kan gaan. Een vermakelijke en romantische film, die stof geeft tot nadenken. Wat maakt dat de hoofdpersoon Theodore Twombly de computer geloofwaardig vindt als partner? En wat maakt dat wij als kijker dit verhaal geloofwaardig genoeg vinden om ernaar te blijven kijken?
Als we inzoomen op de computertechniek, is het dan vooral de stem (in de film ingesproken door Scarlett Johansson) en de slimme AI die resulteren in een emotionele band tussen de computer en de gebruiker? Zou het opbouwen van zo’n emotionele band tussen computer en mens ook een rol kunnen spelen bij eHealth toepassingen?
Door onszelf deze vragen te stellen, zijn we in het wetenschapsgebied van affective computing aanbeland. Dit is het domein waarin onderzocht wordt of gebruiker en computer een affectieve relatie aan kunnen gaan. Een heel leesbaar - en inmiddels klassiek artikel - uit het jaar 2000 over zo’n bijzondere mens-computer relatie is hier te vinden.
Verschillende onderzoeken zijn inmiddels uitgevoerd en het is duidelijk dat tussen gebruiker en applicatie (of app) een emotionele band kan ontstaan, ook wel rapport genoemd. Deze band kan vervolgens helpen om samen door lastige perioden te komen, bijvoorbeeld wanneer je een online cursus volgt of wanneer je chronisch patiënt bent en gebruik maakt van eHealth oplossingen.
Praten met een chatbot
Nederlandse wetenschappers van de universiteit Twente hebben onlangs opnieuw onderzocht hoe nuttig een Embodied Conversational Agent (ECA) kan zijn voor het coachen en ondersteunen van een gebruiker die een korte online eHealth cursus volgt. Een ECA lijkt op een chatbot, communiceert niet via tekst, maar via spraak en is als geanimeerd gezicht zichtbaar op het beeldscherm.
De onderzoekers gebruikten een Embodied Conversational Agent (ECA) die sprak tegen proefpersonen. Opvallend genoeg hebben deze onderzoekers gekozen voor een vrij eenvoudige ECA, die alleen kon spreken, maar waar je niets tegen terug kon zeggen.
De redenatie was dat gebruikers ook door eenvoudige ECA’s effectief gecoached kunnen worden.
Vermenselijken
Uit onderzoek dat gedaan is in de periode 1995 – 2005 met wat wij nu zien als eenvoudige computerprogramma’s bleek dat computers die (vaak alleen in tekst of alleen met een computerstem) gebruikers complimenteerden of een grapje maakten, door gebruikers duidelijk sympathiek werden gevonden. Sterker nog: die onderzoeken toonden aan dat wij apparaten onbewust vermenselijken (ook antropomorfiseren genoemd) en erover met anderen kunnen praten als ‘iets’ met een eigen wil.
Dit ging zelfs zo ver dat sommige proefpersonen aan ‘impression management’ bleken te gaan doen. Als het computerprogramma aan de proefpersonen had gevraagd om een aantal minuten per dag te gaan bewegen, dan wilde de proefpersoon de computer niet onder ogen komen als dat een dag niet gelukt was... Onbewust dachten proefpersonen dat de computer dit hen kwalijk zou nemen. Dit klinkt misschien voor veel mensen ongeloofwaardig, maar het effect is inmiddels in veel onderzoeken aangetoond. En dit mechanisme werkt ook met een eenvoudige ECA.
Maar dit was niet de enige reden dat de onderzoekers uit Twente kozen voor een basale ECA. Ze redeneerden dat eenvoudige ECA’s ook het meest goedkoop zijn om toe te voegen aan bestaande eHealth websites om gebruikers te ondersteunen. Of te wel: stel nu dat het al met een eenvoudige ECA lukt om een gebruiker effectief te ondersteunen, dan kan deze techniek breed in eHealth land worden toegepast en kunnen veel patiënten hiervan profiteren.
Emotionele band
Wat bleek uit het onderzoek uit Twente? De ECA maakte het online leren gemakkelijker voor de gebruiker. Voor de zekerheid werd ook onderzocht of er een emotionele band zou gaan ontstaan tussen ECA en gebruiker. Dit leek niet waarschijnlijk, omdat de proefpersoon en de ECA geen echte interactie met elkaar hadden (als de proefpersoon zou terugpraten, dan zou de ECA het niet begrijpen) en omdat de experimentele periode (30 minuten) kort was voor het opbouwen van zo’n band. De uitkomst van het onderzoek was inderdaad: geen emotionele band. Opvallend genoeg reageerden vrouwelijke proefpersonen anders op de (mannelijke) ECA dan mannelijke proefpersonen. De mannen konden het goed vinden met de mannelijke ECA: ze leken hem wel te mogen. De vrouwen waren een stuk kritischer en vonden hem minder sympathiek.
Zouden mannen gemakkelijker geneigd zijn om computers te geloven zoals ook in de film ‘Her’ te zien is? En geloven vrouwen helemaal geen ECA’s of zou een vrouw een ECA wèl geloven als deze ook vrouw zou zijn? Deze vragen gaan verder onderzocht worden in het vervolgonderzoek. Het onderzoek is hier na te lezen.
Over de gastauteur:
Mark Scholten (MA, MBA | Psychology, Health and Technology - m.r.scholten@utwente.nl) is PhD student naast zijn werk op het gebied van Marketing en ICT en hij onderzoekt de mogelijkheden van Embodied Conversational Agents aan de Universiteit van Twente.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!