SmartHealth publiceert regelmatig een bijdrage van gastbloggers. Deze week: Erik van der Zijden, mede-oprichter van Synappz Medical Apps.
Als ondernemer in de digitale (zorg)wereld en zelfbenoemd geek spreekt ‘The Valley’, zoals Silicon Valley door intimi wordt genoemd, al sinds jaar en dag tot de verbeelding. Niet alleen is dit de geboorteplaats van vele hardwarecomponenten die wij tegenwoordig gemiddeld 111 keer per dag in de palm van onze hand houden, het is ook de broedplaats van vele duizenden startups die elk met hun eigen visie en product de wereld willen veranderen, de volgende Facebook willen worden of een miljardendeal willen sluiten door een beursgang. Eigenlijk het liefst alle drie. Trots waren we dan ook dat Synappz gevraagd was om aan te sluiten bij vijftien veelbelovende startups in Nederland op het gebied van digitale gezondheidszorg voor een missie naar dit Heilige Land van de Binaire Code.
Georganiseerd door het Innovatie Attache Netwerk en InnovationQuarter onder bezielende leiding van Maarten den Braber en Thijs Boekhoff et al. Doelstelling: verkennen van de mogelijkheden tot het exporteren van digitale innovaties in de zorg. Ons platform ‘Personalized Medical Apps’ voldeed aan de criteria, en voor ik het wist zat ik in het vliegtuig richting San Francisco om daar Nederlandse ondernemers te ontmoeten die met dezelfde passie en toewijding ‘iets’ willen veranderen in de gezondheidszorg.
Nu is enige nuance wel op z’n plaats. Digital Health, zoals ons vakgebied wordt genoemd, staat in de schaduw van de digitale innovaties die plaatsvinden op het gebied van communicatie, (sociale) media en entertainment.
Er worden in de Valley zo'n 3000 digital health startups per jaar opgericht
Vele, vele miljarden worden in deze industrieën gepompt, en de uitkomsten ervan kunnen navenant zijn. Denk hierbij aan de beursgang van Facebook en Twitter. Echter, er worden in the Valley toch zo’n 3,000 digital health startups per jaar opgericht, en de broodnodige impact op het gezondheidssysteem kan significant zijn. Niet voor niets worden de grote jongens zoals Apple en Google actief in deze markt die aangemerkt wordt als volgende industrie op de lijst om eens flink op de schop genomen te worden. Zelfs onze Philips doet een gooi door de divisie ‘HealthTech’ op te zetten. Disruptie noemen ze dat. Ook onze minister is het hier volmondig mee eens, getuige haar roep om eHealth nu toch maar eens echt te gaan doen. Goed, point taken.
'Hottest in Tech'
Er is veel veranderd in ‘de wereld van de micro-elektronica’, zoals mijn toenmalige held (en geek) Chriet Titulaer het in de jaren 80 door de buis de huiskamer ingalmde. Ik hoor het hem nog zeggen. Geek betekent vrij vertaald ‘sukkel’, maar dat mag de pret niet drukken. Deze classificering is nu ‘ubercool’ en het leven van een startup is verheven tot rockstatus. Letterlijk, getuige de vele startup accelerators en -programma’s die jonge ondernemers helpen tot Grote Hoogte te komen, en die opvallend vaak het woord ‘rock’ in de naam dragen: Rock Health, RockStart, RockOn, Little Rock Startup, RocketSpace (nou ja, die laatste lijkt erop). Sterker nog, als je hier niet ofwel werkt voor een startup, ofwel een startup hebt opgericht, ben je pas een echte sukkel. Maar dan weer geen Geek. Complex allemaal zeg.
In San Francisco en de omringende steden in de Bay Area gonst van de hippe, doch vaak schuchtere adolescenten die met hoodies, MacBooks en iPhones de plaatselijke Starbucks bevolken. Ongetwijfeld werkend aan code voor de volgende FourSquare zitten ze gebiologeerd naar het scherm te turen of snel op hun iPhone 6 te typen. Zou Autocorrect wel goed werken in de US, vraag ik me hardop af?
Twee zenuwslopende minuten om de zaal te overtuigen dat Apple maar beter z'n biezen kan pakken
Onze groep van ondernemers heeft geen tijd om zich daarover druk te maken. Op het programma staat Health 2.0, dé conferentie op het snijvlak van gezondheidszorg en digitale innovatie. En zowaar, het Nederlandse team in San Francisco heeft het voor elkaar gekregen om een Dutch Track te organiseren waar wij, zo staat op de brochure van het congres, als de ‘Hottest in Tech’ ons idee of product mogen pitchen. En hoewel ik van mening ben dat de lift in een gemiddelde Amerikaanse wolkenkrabber er langer over doet om op de Executive Floor te komen kregen wij een zenuwslopende twee minuten om de zaal ervan te overtuigen dat Apple maar beter z’n biezen kan pakken. Wij zouden weleens écht de wereld gaan veranderen. En tot op zekere hoogte waren we het volmondig eens met onszelf. Toen nog wel.
Congres
Een unieke line-up van keynote sprekers op het Health 2.0 congres loodste ons door de toekomst van de digitale gezondheidszorg heen. Volgens Eric Topol komt de patiënt nu echt een keer centraal te staan, scandeert hij in zijn uit te komen boek ‘The Patient Will See You Now’. De baas van Samsung vindt zelf dat ze groot en log zijn en dat de echte innovatie vanuit startups moet komen (waar ze overigens graag bij helpen), wat dan weer bevestigd werd door een interview met de oprichter van MyFitnessPal, die de populaire app ooit verzon omdat hij moest afvallen voor z’n bruiloft.
De baas van Samsung vindt dat de echte innovatie vanuit startups moet komen
En in de populaire Health 2.0-sessie The Unmentionables hield ik het niet droog door het gepassioneerde verhaal van Vic Stretcher over het vinden van je doel in het leven (droog houden als in tranen, niet over incontinentie, wat natuurlijk van de maker van de app iP Plaslijst zomaar gedacht kan worden). Het hoogtepunt was wel een wearable modeshow, compleet met catwalk alwaar de laatste gimmicks op de pols, borst, hoofd en -jawel- sok de drager een beter geïnformeerd mens konden maken. Compleet met grafieken, infographics, gedrag gerelateerde feedback en delen via social media lijkt dit een lifestyle te worden waar we met z’n allen op af stevenen. Zou het echt?
Netwerken lijkt net werken, dus de Nederlandse startups maakten graag gebruik van de Holland stand op de beursvloer incluis Oranje Lazy Boys om onze innovaties nog eens in petit committee aan de man te brengen. Een apart boek kan geschreven worden over het Health 2.0 congres, maar dat lijkt me hier niet op z’n plaats. Ik verwijs iedereen dan ook graag door naar het TV kanaal van Health 2.0 waar alle presentaties, keynotes en interviews langzaam maar zeker online beschikbaar komen.
Euforie
Tot nu toe was de groep redelijk euforisch gestemd over de ongekende mogelijkheden die de US hen kan bieden voor hun product of dienst. Openlijk werd er al gefantaseerd over Go To Market strategieën, partnerships, VC Funding en in welk cool en hip bedrijfsverzamelgebouw men zou intrekken. Dat een gemiddelde developer hier $100,000 per jaar verdiend en een één-kamerappartement downtown $3,500 per maand kost moeten we maar even voor lief nemen.
Een één-kamerappartement downtown voor krap 3000 euro - per maand
Dit beeld werd bevestigd door Alexander Mans van FLYER, een net uitgepuberde vrij briljante twintiger uit Nederland die op zijn 15e na het vervroegd behalen van zijn VWO een plek op de universiteit weigerde om met een lening van €200,000 een startup in Nederland te beginnen. Niet geheel verwonderlijk mistte hij de nodige ervaring in het bedrijfsleven en het werd een flop. De cliché werd een realiteit. Mans: “Ik werd door BV Nederland, en dan met name de banken, uitgekotst”.
Met zijn voorliefde voor de US - en zijn doorzettingsvermogen - pakte hij zijn biezen en is Mans zijn leven verder gaan opbouwen in The Valley. Gepassioneerd vertelde hij over zijn product dat op basis van Machine Learning (kort door de bocht: slimme algoritmes gecombineerd met Big Data) te voorspellen wanneer vluchten goedkoper gaan worden. Het blijkt dat daar een bepaald patroon in zit dat hij met zijn code kan voorspellen en het prijsvoordeel doorrekenen naar de reiziger.
"Nederland is te klein, te bekrompen en heeft een te complexe samenleving"
Minus een percentage voor hem natuurlijk, onder andere om zijn appartement te betalen lijkt me. Hij hield huis in hetzelfde startup-verzamelgebouw als Maarten Sierhuis van Ejenta. Sierhuis woont al ruim 20 jaar in de States en deelt de mening van Mans: “Nederland is te klein, te bekrompen en heeft een te complexe samenleving. Zo kun je treinkaartjes niet betalen met je creditcard. Belachelijk.” Het product dat hij aan het ontwikkelen is heet Ejenta en is een ‘agent’ die op basis van verschillende bronnen (social media, wearables, sensors) jouw persoonlijke gezondheidsassistent gaat worden. Zeg maar een soort Dr Siri. Gebaseerd op een twintigtal jaar ervaring bij de NASA is hij dit product marktklaar aan het maken 'met de bedoeling om over een paar jaar de hele boel te verkopen en in mijn zeilboot naar Hawaii te zeilen'.
Mans en Sierhuis zijn wat ik noem ‘Dumericans’; Nederlanders die zo ‘in’ de cultuur van de US zitten dat er zo op het eerste gezicht nog maar weinig nuchtere kaaskop inzit. Ik heb bewondering voor hen die hun huis en haard achterlaten en hun droom willen waarmaken in de US. Enige kritische kijk op hun kikkerlandje kan ik hun dan ook niet kwalijk nemen.
Touchdown
De volgende instelling die we met warme Hollandse belangstelling bezochten was het prestigieuze Stanford Medical Centre, en dan specifiek het deel dat zich bezighoudt met digitale innovaties. De dagenlang zorgvuldig opgebouwde euforie werd voor velen in één sessie bijna volkomen teniet gedaan. Stanford is één van de meest vooruitstrevende ziekenhuizen in de wereld en heeft ook op het gebied van digitale innovaties de boel zeer goed voor elkaar. Zoals we inmiddels gewend waren werd op een bijzonder gelikte wijze uiteengezet hoe Stanford de samenwerking ziet met een selectie jonge startups zoals wij. Zij zien de meerwaarde van dit soort initiatieven ook en kunnen de rol van een testomgeving vervullen om onze concepten te valideren.
Gelukkig kregen we wel een hele lijst van nuttige tips mee
De invulling van het woord ‘selectie’, daar zat ‘m het venijn in. Haarfijn werd ons duidelijk gemaakt aan welke criteria de startups moesten voldoen om in aanmerking te komen voor zo’n samenwerking. En dan hebben we het nog maar over het testen. Als je dan uiteindelijk, na lange tijd te valideren een echt product hebt mag je gaan onderhandelen over de commerciële aspecten van je innovatie. Dat dit proces tenminste 6 maanden maar meer richting de 12 tot 24 maanden gaat deed velen de moed in de sneakers zakken. Gelukkig kregen we wel een hele lijst van nuttige tips mee, dus dat scheelt.
Thermometer 2.0 en Star Trek
De papa’s en mama’s (maar voornamelijk de papa’s vermoed ik) herinneren zich Dr Spock nog wel, die met een superhandig apparaatje genaamd de 'Tricorder’ een ziek mens (of alien) kon scannen en zo de status van de gezondheid kon uitlezen. Een uiterst vervelende tijd in het ziekenhuis met hun zoon deed de familie De Brouwer besluiten om België vaarwel te zeggen en in The Valley het bedrijf Scanadu op te richten. Scanadu ontwikkelt momenteel de Scout, een 2014 versie van de in 1967 verzonnen Tricoder, maar nu in het echt. Tenminste, bijna echt, want het apparaatje ter grootte van een klein zeepdoosje vertelt je (nog) niet of je met een acute darminfectie opgenomen moet worden, maar meet wel een zevental biometrische datapunten: temperatuur, bloeddruk, hartslag, bloedzuurstoggehalte, ECG, Heart Rate Variability en stress.
Desalniettemin een knap staaltje innovatie, met name omdat het product nu eens niet ontwikkeld wordt door de Philipsen en Medtronics van deze wereld, maar door een gepassioneerde groep mensen met een duidelijke visie over wie de verantwoordelijkheid moet nemen over gezondheidszorg: de consument. Dat de zorgprofessional hierdoor een andere rol krijgt is Scanadu wel duidelijk, nu de zorgprofessional zelf nog.
Zoveel risico nemen en miljoenen spenderen is bewonderenswaardig
Het is een lange, moeilijke en dure weg geweest om de Scout te ontwikkelen. En nog steeds zijn ze er niet. Team Scanadu mikt keihard op het medical aspect wat in de US gelijk staat aan FDA approval. Momenteel is het team dus druk doende om het product te valideren. Ondergetekende heeft zich opgegeven om vrijwillig zijn biometrische data te doneren voor deze trials, en na het ondertekenen van nog meer contracten en NDA’s (non-disclosure agreements) kon ik vijftien minuten mijn bloeddruk, hartslag, temperatuur en bloedzuurstofgehalte laten meten. En dat is mooi, heb ik ook mijn steentje bijgedragen aan deze revolutie. De groep was zeer onder de indruk van datgene wat De Brouwers voor elkaar hebben gebokst. En terecht vind ik. Om in deze markt zoveel risico te nemen en miljoenen te spenderen voor het welzijn van een nieuwe generatie patiënten is bewonderenswaardig.
Slimme Hansaplast
Nog zo’n daredevil is de firma VitalConnect, met een vijf- jarig bestaan en een investeringsbedrag van over de $25 miljoen nog nauwelijks een ‘start-up’ te noemen. Het product is geniaal: een pleister met een sensor erin die continue en 24/7 kritische lichaamsfuncties bijhoudt. Je hartfrequentie, temperatuur, ECG, stressniveau, activiteit en postuur kennen geen geheimen meer voor deze slimme Hansaplast.
Alle data komt binnen op de app in een handig overzicht waar de gemiddelde Joint Strike Fighter nog een puntje aan kan zuigen. Het mooie van deze ‘HealthPatch’ is dat het een open platform is. Dat betekent dat de ruwe data door app ontwikkelaars opgevangen kan worden, en daar kunnen wij dan weer leuke dingen mee doen. Slimme algoritmes bouwen bijvoorbeeld, of inzetten in andere platformen. Wij gebruiken deze sensor bijvoorbeeld om rechtstreeks te koppelen aan ons platform Personalized Medical Apps. Zo kan de HealthPatch door ouderen gedragen worden om hen op afstand te monitoren, of hartpatiënten die net ontslagen zijn uit het ziekenhuis in de gaten te houden.
Op het Consulaat van ‘Het Koninkrijk der Nederlanden’ spraken wij met Steve Zadig, de Medical Advisor en COO van VitalHealth, verantwoordelijk voor onder andere het FDA approval proces voor de pleister. Het werd ons langzaam steeds duidelijker waarom er zoveel ‘health’ wearables zijn, en zo weinig ‘healthcare’ wearables. Het antwoord laat zich raden:
Je moet diepe zakken en een lange adem hebben om een medisch goedgekeurde wearable te maken
een bijna onontkoombaar oerwoud van regelgeving zorgt ervoor dat je diepe zakken en een lange adem moet hebben om een medisch goedgekeurde wearable te maken. Het 3,000 pagina tellende dossier van de HealthPatch heeft een paar levensjaren van Zadig gekost, maar hij blijft optimistisch. Dat is op zich dan weer knap, want als VitalConnect de volgende ronde van $30 miljoen venture capital niet binnen haalt is het over en uit voor de HealthPatch.
Transparante hersenen
De laatste mindblowing ervaring was in het Medical Centre van de Universiteit van Californië, San Francisco, waar we onder begeleiding van Dr. Aenor Sawyer spraken met professor Adam Gazzaley, afdeling NeuroScience. Nou is die naam alleen al cool, maar de onderzoeken en projecten waar de afdeling neuro mee bezig is zijn verbazingwekkend.
Onze hersenen zijn een relatief onbekend terrein. Maar wat er in die grijze massa gebeurt intrigeert vele onderzoekers. Bij de UCSF gooien ze het op gamification met een sterke visualisatie met neurofeedbackloop en virtual reality. Iedereen die de laatste zin begrijpt is natuurlijk een held, maar dat gold zeker niet voor alle ondernemers in de groep, waaronder
Onze hersenen zijn een relatief onbekend terrein
ikzelf. Maar gelukkig zegt een plaatje meer dan duizend woorden, en al gauw vlogen de 3D beelden van semitransparante hersenen met pulserende zenuwcellen en aangrenzende synapsen ons om de oren. Een ogenstrelend schouwspel dat ook nog klinische waarde heeft, omdat het hopelijk in de toekomst mogelijk wordt je eigen hersenen te visualiseren waardoor je dus letterlijk een virtuele reis onder je eigen schedelpan kunt maken. Ja, hier haakt vaak de gemiddelde lezer af.
En nu dan? En zo sloten de vijftien ondernemers in de zorg een lange maar uiterst inspirerende reis af. Een glimp in de toekomst van de digitale gezondheidszorg rijker, en een paar illusies armer. Maar Hollands als dat we zijn blijven we er vooral nuchter bij en hebben we allemaal zo onze eigen bevindingen en ideeën over de toekomst van de digitale gezondheidszorg. Voor de één houdt dat in om de stap over de grote oceaan te wagen, de ander blijft nog even ver weg van dat digitale geweld en concludeert dat Europa al een uitdaging genoeg is.
"Een glimp in de toekomst van de digitale gezondheidszorg"
Niet blindstaren op Amerika
Voor mij heeft het vooral een aantal zaken duidelijk gemaakt. De VS is zonder twijfel voorloper op het gebied van alles wat met digital te maken heeft, en de gezondheidszorg is daar geen uitzondering op. De manier waarop de zorg is opgebouwd is echter op macroniveau niet nastrevenswaardig; de rijkere Amerikanen kunnen hoogwaardige zorg inclusief allerlei digitale snufjes krijgen, de minder bedeelden moeten dat nog maar zien. Obamacare gaat daar ongetwijfeld verandering in brengen, maar er is nog een lange weg te gaan.
Onze pitches verbleken bij de presentaties die Amerikanen die hun idee ‘verkopen’ aan het publiek
Iedereen die een wandeling door de wijk Tenderloin in San Francisco heeft gemaakt weet wat ik bedoel. Ik denk dat de VS nog veel kan leren van een iets socialer gezondheidsstelsel zoals wij in Nederland hebben, en ik denk dat ze dat zelf ook inzien. Zoals Thijs Boekhoff van Healthcare Innovation Transfer Foundation aangaf bij onze debriefing: “Nederland is hot op dit moment, en het lijkt nu het moment om zaken te doen”. Daaraan werd wel meteen toegevoegd dat dit 'volgend jaar zomaar weer anders kan zijn'. Amerikanen zijn schijnbaar gauw verveeld, zeker die in The Valley zitten.
Amerika is Amerika, Europa is Europa en wij zijn Nederlanders. Ook een beetje deel van Europa. Ieder stelsel heeft zo z’n eigen aanpak, en een eigen aanpak die werkt in dat land. Wat ik meeneem is dat we vooral moeten kijken naar onze eigen krachten en ons niet moeten blindstaren op een Amerikaanse aanpak van onze problematiek, maar die zaken eruit pikken die ons zorgsysteem beter kunnen maken.
Een klein voorbeeld daarvan zoek ik dicht bij huis. Onze pitch op Health 2.0 was best goed voorbereid. De groep heeft coaching gehad via het Consulaat en iedere ondernemer heeft z’n stinkende best gedaan op dat sinaasappelkistje, waaronder ondergetekende. Maar hoezeer wij ook ons best doen, onze pitches verbleken bij de presentaties die Amerikanen neerzetten op het podium als zij hun idee ‘verkopen’ aan het publiek. De echte uit-de-klei-getrokken nuchtere Hollander roept dan al snel ‘dat het allemaal nep is, alleen maar schone schijn en geen diepgang’. Ik vind dat te kort door de bocht.
Hoe beter je pitch, hoe meer kans je maakt op serieuze aandacht
Tenenkrommend zit ik soms te kijken naar presentaties van Europeanen die hun idee of bedrijf pitchen met een versie 1.0 steenkolen-Engels en een uitstraling op het podium van een fruitvlieg. Iedereen die naar de EIT ICT Hub Launch is geweest snapt wat ik bedoel. We kunnen daar best wat van leren, zonder het plastic gevoel te krijgen waar we zo bang voor zijn. Hoe beter onze pitch, hoe groter de kans dat belanghebbenden zoals ziekenhuizen, patiënten, zakenpartners of investeerders serieus aandacht aan ons besteden. En aandacht is iets wat ondernemers in de digitale gezondheidszorg niet alleen nodig hebben, maar ook verdienen.
Over de gastblogger:
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!