Het is een geval van ‘wij van wc-eend adviseren wc-eend’, maar een deze week uitgebrachte wereldwijde studie van de Amerikaanse technologiegigant Intel concludeert dat een (volgens Intel) representatieve groep wereldburgers extreem positief is over het nut van technologie in de gezondheidszorg. Een bijzondere uitkomst is dat veel van de ondervraagden er geen probleem mee hebben om persoonlijke gezondheidsdata anoniem te delen om de kwaliteit van de zorg te verbeteren (en de kosten te verlagen). Een andere opvallende uitkomst: meer dan de helft van de ondervraagden denkt dat ziekenhuizen zoals we die nu kennen in de toekomst niet meer zullen bestaan.
Studie bij 12.000 personen in acht landen
De Intel Healthcare Innovation Barometer is een studie die werd verricht door Intel en onderzoeksbureau PBS. Dit is een bekende lobby, research en consultancy firma die op zijn home page meldt: 'from winning Presidential campaigns to opening Hollywood blockbusters, Penn Schoen Berland develops research-driven strategies to help brands beat their competition'.
Intel noemt het een etnografische studie, waarbij in in acht landen 12.000 volwassenen werden ondervraagd. Het onderzoek vond eerder dit jaar plaats in Brazilië, China, Frankrijk, India, Indonesië, Italië, Japan en de VS.
Volgens Eric Dishman, de topman van Intel's Health and Life Sciences divisie,
Meer dan 70 procent van de ondervraagden geeft aan dat ze open staan voor het gebruik van sensoren in toiletten, pillen en verpakkingen
toont de studie aan dat veel mensen grotere verbeteringen in de zorg verwachten van technologie dan van meer artsen of hogere budgetten voor research. "De meeste ondervraagden zien een toekomst voor zich waarbij ze vaker thuis kunnen blijven voor zorg, anoniem hun gegevens kunnen delen om de zorg beter en goedkoper te maken, en effectievere behandelingen kunnen krijgen op basis van individuele genetische informatie", zegt Dishman in de introductie van het onderzoek.
De onderzoeksresultaten lijken hem te bevestigen in die conclusie:
- Meer dan 70 procent van de ondervraagden geeft aan dat ze open staan voor het gebruik van sensoren in toiletten, in pillen en in verpakkingen van geneesmiddelen om op die manier data te verzamelen over hun eigen gezondheid en daar ook acties aan kunnen verbinden.
- Twee derde van de ondervraagden geeft aan dat men behoefte zou hebben aan een meer gepersonaliseerde behandeling of medicijnen op basis van een DNA-profiel of andere individuele biologische kenmerken.
- Iets meer dan de helft geeft aan dat men in goede diagnostische apparatuur voor thuisgebruik net zo veel vertrouwen zou hebben als in een diagnose door een arts.
Epische titel
De resultaten van het onderzoek met de epische titel The World Agrees: Technology Inspires Optimism for Healthcare werden gisteren door Amerikaanse media als Forbes.com zonder al te veel kanttekeningen overgenomen. Het is opmerkelijk dat de ondervraagden zulke stellige meningen lijken te hebben over technologie die ook in de economisch meest ontwikkelde landen nog niet of nauwelijks beschikbaar is. Sensoren in toiletten en slimme pillen zijn nog in de testfase. Diagnostische apparatuur en apps voor thuis, zoals de Scanadu Scout beloofd te worden, zijn nog in de testfase. En personalized medicine op basis van een persoonlijk DNA-profiel is nog ver verwijderd van een grote consumentenmarkt. Het is alsof je vraagt naar de voordelen van Internet toen dat nog niet bestond.
Met die reserve in het achterhoofd levert het onderzoek toch lezenswaardige resultaten op. Bijvoorbeeld de uitkomst dat een groot deel van de ondervraagden gelooft dat traditionele ziekenhuizen op termijn niet meer zullen bestaan,
Een groot deel van de ondervraagden gelooft dat traditionele ziekenhuizen op termijn niet meer zullen bestaan
omdat een belangrijk deel van diagnose en zorg door nieuwe technologie in eigen omgeving kan plaatsvinden. “Zorg moet thuis plaatsvinden”, meent Dishman, “Met nieuwe technologie kunnen we medische besluitvorming, monitoring en online consulten eenvoudiger thuis brengen.” Hij geeft aan dat het interessant is om te zien dat de ondervraagden in Brazilië, China en India veel meer vertrouwen hebben in eHealth en mHealth technologie dan de ondervraagden in technologisch meer ontwikkelde landen als Japan en de Verenigde Staten.
Gezondheidsdata delen
Volgens het onderzoek zijn de ondervraagden eerder geneigd hun anoniem gemaakte gezondheidsdata of DNA-informatie (47 %) te delen dan hun geanonimiseerde bankgegevens (30 %) of telefoonrekening (38%). Driekwart van de ondervraagden in de categorie boven de 55 willen hun anoniem gemaakte labuitslagen of data van persoonlijke meetapparatuur afstaan aan research databases. Opvallend is dat dit percentage lager is bij de jongere ondervraagden.
De houding ten opzichte van het anoniem delen van data vertoont ook landelijk gezien opmerkelijke verschillen, wanneer we de studie moeten geloven. In de economisch meest ontwikkelde landen - de Verenigde Staten voorop - is er het minste animo om anoniem gemaakte persoonlijke gezondheidsdata te delen. Ondervraagden in India toonden de grootste bereidheid om hun gezondheidsdata te delen (79 %).
Je vraagt je hierbij wel af aan wie men die vragen nu heeft gesteld. Een hippe webdesigner uit San Francisco die nu al allerlei gezondheidsdata online verzamelt kijkt toch heel anders tegen het delen van anonieme informatie dan een arbeider in een dorp in India. Ook het omgekeerde geldt natuurlijk: een houthakker in Alaska versus een goed verdienende accountant in Bombay. Het lijkt in ieder geval aannemelijk dat de houding ten opzichte van het delen van data niet alleen door culturele factoren wordt bepaald, maar ook door de mate waarin de ondervraagden al gebruik maken van digital health technologie.
Wearables, robots en thuisziekenhuizen
In een samen met de uitkomsten van de studie gepubliceerd document met achtergrondinfo geeft Intel voorbeelden van technologische ontwikkelingen die de wereldwijde gezondheid zouden kunnen verbeteren. Volgens Intel "hebben veel mensen teleurstellende ervaringen met de zorg, of het nu gaat om lange wachttijden voor een eenvoudige test bij de dokter, weinig effectieve medicijnen die voor de 'meeste' mensen werken of pijnlijke behandelingen voor ziekten die niet meer zouden moeten bestaan."
Intel gelooft dat we veel mogen verwachten van wearable technologie om onze lichaamsfuncties beter te kunnen meten, die data te delen en daarmee effectievere behandelingen te kunnen ontwikkelen. Het technologiebedrijf ziet ook veel kansen voor slimme technologie waarmee patiënten gemakkelijker thuis kunnen worden behandeld, betere technologie voor videoconsulten en een grotere inzet van robottechnologie voor operaties en therapie. Wat al deze oplossingen in ieder geval gemeenschappelijk hebben is dat ze een grote toekomstige markt vormen voor de technologie die Intel ontwikkelt.
Bron: Intel
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!