Minister Edith Schippers krijgt haar Kwaliteitsinstituut, en daarmee een wettelijke basis om de mening en informatievraag van patiënten zwaarder dan nu het geval is te laten meetellen in kwaliteitsstandaarden voor de zorg. Dat lijkt de conclusie nadat het wetsvoorstel Wijziging Wet Cliëntenrechten Zorg afgelopen dinsdag, na een incubatietijd van meer dan drie jaar, ter goedkeuring aan de Eerste Kamer is voorgelegd. De Tweede Kamer stemde al eerder dit jaar in. De Eerste Kamerleden hadden de nodige opmerkingen over de nieuwe wet, maar het moet raar lopen wanneer het voorstel a.s. dinsdag bij stemming niet zal worden aangenomen, is de algemene indruk in de Haagse wandelgangen.
Een belangrijk onderdeel van dit wetsvoorstel is de oprichting van het zogeheten Kwaliteitsinstituut, een afdeling van het College voor Zorgverzekeringen (CVZ). De wet geeft aan het Kwaliteitsinstituut de taak om niet alleen een register bij te houden van kwaliteitsstandaarden per beroepsgroep, maar ook de macht om zelf een standaard voor te stellen wanneer de beroepsstandaard onvoldoende rekening houdt met de inbreng van de patiënt, of wanneer een standaard volgens het Instituut onvoldoende kwaliteit heeft. Een ander belangrijk artikel in het wetsvoorstel maakt het voor zorgaanbieders verplicht om informatie aan te leveren over de geleverde zorg volgens de specificaties van de standaard voor die beroepsgroep. Met die informatie hoopt de minister de zorg transparanter te maken, bijvoorbeeld door eenduidige en actuele informatie te kunnen verstrekken via de website Kiesbeter.nl.
"Overladen door bureaucratisch gedoe"
Tijdens het debat spraken diverse senatoren hun zorg uit over de totstandkoming van weer een nieuwe instantie voor kwaliteitsmeting. Ruard Ganzevoort (GroenLinks) hield de minister het volgende voor: “Het grote risico dat wij zien is dat de kwaliteitsafdeling van het zorginstituut ofwel een moloch wordt, waar de instellingen overladen worden met allerlei bureaucratisch gedoe, ofwel een tandeloze tijger.” Ook de Partij van de Arbeid maakte zich bij monde van Guusje ter Horst “zorgen over de toename van de lastendruk voor zorgverleners, patiëntenorganisaties en de overheid zelf.”
Edith Schippers erkende dat de inspanning die tot nu toe door een groot aantal organisaties is geleverd om tot betere kwaliteitsindicatoren voor de zorgconsument te komen nog niet voldoende hebben opgeleverd in relatie met de investeringen.
"Zorgstandaarden moeten ook voldoen aan de doelen verzekeraars en cliënten"
Ze verwees zelf ook naar het rapport van de Algemene Rekenkamer die eerder dit jaar vaststelde dat de opeenvolgende ministers van VWS er niet in geslaagd zijn om zodanig transparante informatie te bieden dat de patiënt de informatie echt kan gebruiken voor zijn keuze, en de Inspectie voor de Gezondheidszorg deze kan gebruiken voor het toezicht.
Maar, zo beargumenteerde Schippers, die doelstelling moet niet worden losgelaten. Zorgstandaarden moeten niet alleen gaan voldoen aan de doelen van zorgaanbieders, maar ook aan die van verzekeraars en cliënten. En dat gebeurt volgens haar nog te weinig. Ze hield de Kamer voor dat het nieuwe instituut (of afdeling van het CVZ) dit op een slimme en zuinige manier kan gaan realiseren door vooral op te pakken wat er al in het veld aan standaarden bestaat, en niet zelf het wiel opnieuw te gaan uitvinden.
Die 90% rompslomp zit helemaal niet bij ons
In de aanloop naar dit wetsvoorstel hebben diverse beroepsorganisaties hun angst uitgesproken dat er weer een nieuwe formulierenberg bij dreigt te komen met het Kwaliteitsinstituut. Maar, zo hield Schippers de Kamer voor, er bleek uit een in haar opdracht uitgevoerd onderzoek dat 90% van de administratieve rompslomp werd veroorzaakt door beroepsorganisaties, brancheorganisaties, zorginstellingen en zorgverzekeraars. Slechts 10% werd veroorzaakt door de overheid. “Die 90% zit helemaal niet bij ons.”
Heleen Dupuis (VVD) was niet overtuigd. Ze maakte duidelijk dat ze de noodzaak van een nieuw instituut nog niet echt inziet.
Dupuis (VVD): "Patiënt staat al lang centraal"
Volgens haar is het patiëntenperspectief niet alleen in de bestaande Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) al prima verankerd, de patiënt staat ook al sinds de Tweede Wereldoorlog centraal bij het evalueren van medisch handelen door de beroepsgroep zelf.
En daarmee legde ze haar grootste verschil van inzicht met Edith Schippers bloot. De minister: “De vraag is of je vindt dat de patiënt in de zorg nu al de rol heeft die hij zou moeten hebben. Als je dat vindt, hoef je inderdaad niets te versterken. […] Ik ben echter van mening dat de emancipatie van de patiënt wel steun behoeft en dat de stem van de patiënt meer gehoord mag worden. Wij zullen steeds minder over de patiënt zeggen wat goed voor hem is. De patiënt zal zelf steeds vaker kunnen inbrengen wat goed voor hem is.”
Motie
Daarmee werd de grote vraag in het debat: hoe verhouden de kwaliteitsstandaarden die het nieuwe instituut gaat registeren en vaststellen zich nu tot de bestaande professionele standaarden van de diverse medische beroepsgroepen? Of anders geformuleerd: wat wordt de invloed van verzekeraars en patiëntenorganisaties op die kwaliteitsstandaarden? Een belangrijke vraag, want volgens de nieuwe wet worden zorgaanbieders verplicht om kwaliteitsinformatie aan te leveren volgens de specificaties van de standaarden die het Instituut vaststelt. Dat zijn ook de zorgstandaarden die Minister Schippers wil publiceren op kiesbeter.nl.
Dupuis, daarbij gesteund door onder meer Tineke Slagter-Roukema (SP), Ruard Ganzevoort (GroenLinks) en Marijke Scholten (D66),
Wat wordt de invloed van verzekeraars en patiëntenorganisaties op die kwaliteitsstandaarden?
diende een motie in met de strekking dat, wanneer in de nieuwe wet wordt gesproken over een professionele standaard, deze moet worden uitgelegd conform de tekst van de bestaande Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. Die wet zegt (Art. 453) : De hulpverlener moet bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en handelt daarbij in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard.
Maar daar had de minister meer moeite mee: “Als ik de motie omarm, heeft dat onmiddellijk tot gevolg dat de patiënten en hun inbreng eruit worden gegooid, evenals de inbreng van de zorgverzekeraars.” Volgens haar ging met die motie een groot deel van het wetsvoorstel verloren. Het was duidelijk dat ze hierop niet wilde toegeven.
Professionele standaard vs. kwaliteitsstandaard
Onder druk van de tijd wordt alles toch vloeibaar, stelde Tineke Slagter vast. Op aangeven van senatoren Ter Horst en Scholten werd een praktische oplossing voorgesteld. In het wetsvoorstel wordt nu de term professionele standaard gebruikt. De Kamerleden stelden voor om die term te reserveren voor de beroepsrichtlijnen die worden bedoeld in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. De standaarden die het Kwaliteitsinstituut gaat beheren, inclusief het perspectief van verzekeraars en patiënten, moeten worden aangeduid met kwaliteitsstandaard.
Onder de toezegging van de minister dat ze hiermee akkoord ging, trokken Dupuis c.s. hun motie in.
Het CVZ beschikt nu over de ‘doorzettingsmacht’ om richtlijnen vast te stellen
Wat die toezegging van Schippers in het laatste kwartier van de behandeling nu precies voor consequenties heeft is overigens nog niet helemaal duidelijk. Het ligt voor de hand, zo meent bijvoorbeeld GroenLinks, dat er een reparatiewet komt die ervoor zorgt dat de term professionele standaard in het wetsvoorstel niet kan worden verward met de kwaliteitsstandaard die het Kwaliteitsinstituut gaat beheren. Het leek een wat rommelige afronding van een wetsvoorstel dat volgens sommige senatoren procedureel niet de schoonheidsprijs verdient.
Maar dat het wetsvoorstel volgende week wordt aangenomen, daaraan lijken de meeste senatoren die door SmartHealth na afloop van het debat werden gepolst niet te twijfelen. En daarmee beschikt het CVZ c.q. Kwaliteitsinstituut dus over de ‘doorzettingsmacht’ om richtlijnen vast te stellen wanneer het veld niet thuis geeft. Of wanneer een beroepsgroep bij, de vraag wat goede zorg nu eigenlijk is, volgens het Kwaliteitsinstituut te weinig rekening houdt met de zorgconsument of de verzekeraars.
Lees ook: Erop of eronder voor Kwaliteitsinstituut
[accordion]
[acc title="Photo credits:"]Edo Dijkgraaf op Flickr - www.flickr.com/photos/combron/[/acc]
[/accordion]
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!