Afgelopen week streken Europese huisartsen en specialisten, beleidsmakers, ondernemers en zelfbenoemde digital health evangelisten neer in Londen voor de Europese conferentie van Health 2.0. Een beweging of een gemeenschap, zo zien oprichters Indu Subaiya en Matthew Holt Health 2.0. Zij begonnen met een eerste meeting in San Francisco in 2007. De Health 2.0 community is inmiddels uitgegroeid tot een wereldwijde organisatie met 150 chapters – lokale grote of kleinere bijeenkomsten - wereldwijd. De filosofie die de internationale aanhangers verbindt? Het geloof dat gezondheidszorg onder invloed van technologie en internet fundamenteel zal gaan veranderen.
Een beweging of niet, Health 2.0 is ook een commerciële organisatie. Beleidsmakers, professionals, innovatoren, onderzoekers en ondernemers betalen voor deelname aan de wereldwijde evenementen. En bovendien verkoopt Health 2.0 market intel, inzichten in de marktontwikkelingen. Maar die synergie tussen private en publieke partijen, het samenbrengen van ondernemers met ideeën, grote verzekeringsmaatschappijen met klanten, farmaceutische bedrijven, slimme netwerkers, en idealisten die de wereld een klein stukje beter willen maken met een uitvinding maakt Health 2.0 een inspirerende onderneming.
Een aantal trends bepaalt de opzet van de Europese conferentie in Londen. ‘Mobile’ lijkt een kernwoord voor digitale gezondheidszorg, net zoals open data en samenwerking tussen publieke en private partijen. Daarnaast ziet de organisatie dat het bijhouden (tracken) van je eigen gezondheid steeds meer mainstream en dus bekender wordt, en dat zaken die meer bij levensstijl horen ook richting gezondheidszorg schuiven.
Big data
Een rode lijn die door twee dagen in Londen loopt is data en het eigendom van die data. Dan hebben we het niet alleen over persoonlijke medische gegevens maar ook over elektronische opslag en inzage daarvan. Verschillende elektronische patiëntendossiers en slimme cloudsystemen laten zien hoe zorgverleners en patiënten inzicht kunnen krijgen via een online toepassing. En met de toename van activity trackers, sensoren in smartphones, sensoren in onze kleding, medische meetapparaatuur, bewegingsapps en websites wordt het mogelijk om heel veel – en hele persoonlijke – informatie te verzamelen van iemand. Hyperpersonalized, noemt Indu Subaiya, de CEO van Health 2.0 het.
'Hyperpersonalized': we meten en weten daardoor steeds meer van ons lichaam
Tim Kelsey, de voorzitter van de NHS, spreekt over de toekomst van data. De NHS Choices website en het Friends and Family initiatief laten zien dat transparantie in de zorg – door het openbaar maken van sterftecijfers, kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren van kwaliteit, tevredenheid van patiënten en werknemers – daadwerkelijk opgepakt worden door de Britse overheid. Maar Kelsey geeft ook aan dat er tekortkomingen zijn aan de reeds verzamelde datasets, dat ze zeer lastig voor patiënten in te zien zijn, en dat er data mist.
Verander zorg, begin bij jezelf
Centraal bij de eHealth en mHealth innovaties die worden gepresenteerd en besproken staat het idee dat de verhouding tussen patiënt en zorgverlener ook zal (moeten) gaan veranderen. Neem de sessie over ‘eHealth and the brain’, waarin aanbieders van eHealth toepassingen in gesprek gaan met twee specialisten die soms septisch zijn over het gebruikt van apps en nieuwe systemen. Over de effectiviteit wordt gediscussieerd, maar iedereen lijkt zich wel te kunnen vinden in het idee dat digitale hulpmiddelen de continuïteit van een behandeling sterk verbeteren. In plaats van twee sessies met een geruime tijd ertussen, werkt eHealth als blended oplossing. En dat kan er voor zorgen dat een patiënt de therapie blijft volgen en beter grip krijgt tussen behandelingen of in lastige situaties.
Digitale hulpmiddelen kunnen de continuïteit van een behandeling verbeteren
Maar gedragsverandering is moeilijk, en dat is niet alleen voor de National Health Service (NHS), de Engelse overheidsinstantie verantwoordelijk voor zorg. Uit onderzoek blijkt dat veel Britse MKB-ondernemers grote moeite hebben om samen te werken met de NHS. Maar ook een deel van de aanwezige huisartsen en medisch specialisten uit ongenoegen op de overheidsinstantie die bureaucratisch, weinig innovatief en ondernemend lijkt. Niet alleen grote zorginstellingen of lokale overheden moeten iets veranderen. Ook consumenten, of patiënten, wil je overtuigen of verleiden tot gezond gedrag, of dat nou met een strak vormgegeven activity tracker van Fitbit of een app met fitness uitdagingen voor jou en je vrienden is.
Personal and social
De stem van de patiënt is extreem belangrijk. Dat blijkt onder andere uit de vele uren die ondernemers en ontwikkelaars steken in overleg met patiëntengroepen. Wat zijn de vragen waar men mee rondloopt? Wanneer je ME of diabetes hebt, waar heb je dan behoefte aan in een app of website?
Het web biedt de mogelijkheid om met ‘identieke’ patiënten te communiceren wereldwijd: hoe voel je je, hoe reageer je op medicijnen? Een patiënt op het congres vertelt: “De angst vermindert. Wanneer je gediagnosticeerd wordt met kanker, begin je al na te denken over je begrafenis. Als je weet over de bijwerkingen op medicijnen of persoonlijke ervaringen van anderen, voel je je minder alleen of onbegrepen.” Ook Bartho Hengst vertelt in Londen over kanker.nl en de ervaringen bij het opzetten van het platform.
Of neem Patient Opinion, een website waar niet alleen negatieve en positieve beoordelingen van patiënten verwerkt worden, maar waar bovendien geregistreerd wordt welke zorgverleners in welke ziekenhuizen die kritiek vervolgens gelezen hebben. Dus wanneer iemand schrijft niet tevreden te zijn over de geleverde zorg en de communicatie, kan de verpleegkundige direct een reactie geven.
Deel je verhaal, en maak zorg beter
Het persoonlijke element werkt niet alleen door in patiëntentoepassingen. Neem de Deen Michael Nørkjær, die een online tijdlijn met verhalen bedacht voor zijn dementerende vader. Idify lijkt op de storyline van Facebook: met beeld- en geluidsmateriaal en tekst bewaar je herinneringen. Dat kan een patiënt zelf doen, of familielid of verpleger. Het is een online tool die alle betrokkenen verbindt op een laagdrempelige manier: Michael gebruikt Idify om met zijn vader te communiceren, de verpleegkundige kan aan de tijdlijn zien hoeveel herinneringen zijn vader nog heeft.
Een soort Facebook pagina voor dementie patiënten
Het meest innovatieve en elegante idee van Idify? Op de tijdlijn kun je herinneringen constant aanpassen, aanmaken of verbergen –ons geheugen is immers ook niet statisch, helemaal niet bij een degeneratieve neurologische aandoening als dementie. Op sommige dagen herinnert Michaels vader het verhaal van zijn jeugd nog wel en op andere dagen niet meer.
Social is ook een kernwoord op Health 2.0. Of je nou een tech-nerd, een arts, een patiënt of marketingmanager bent, vrijwel iedereen gebruikt dagelijks een of meerdere sociale netwerksites of media. Consumerization in de zorg – Instagram voor artsen, een social networking website zoals Sermo – wint daarmee terrein.
Sermo biedt een sociaal netwerk voor medisch specialisten. Wanneer een internist of orthopeed een medische situatie tegenkomt en, zelfs na overleg met collega’s, niet tot een oplossing komt, kan Sermo uitkomst bieden. Post een verklaring van de medische situatie, eventueel aangevuld met röntgenfoto’s, labwaarden, of MRI-scans, en wacht tot de reacties van je collega’s wereldwijd binnenkomen. Of neem een arts die op een afgelegen plek werkt, en met een zeer klein team een grote patiëntenpopulatie bedient. Hoe kun je in de jungle van Panama hulp bieden aan een jongetje waarvan niemand, inclusief jijzelf, precies weet wat er aan de hand is? Sermo biedt uitkomst. Binnen een paar minuten feedback van specialisten wereldwijd is iets wat daarvoor nauwelijks haalbaar was.
Taboe
Health 2.0 sluit af met een sessie over ‘the unmentionables’: alle zaken waar we liever niet over praten als het op onze levensstijl en gezondheid aankomt. Die soms onbespreekbare zaken hebben een grote invloed op onze gezondheid, maar zijn lastig te kwantificeren. Je financiële situatie, seksleven, sociale contacten, alcohol gebruik, spiritualiteit, lichamelijke beweging of een gebrek daaraan: al die zaken zijn lastig te kwantificeren, maar spelen een belangrijke rol in ons dagelijks leven en beïnvloeden daarmee onze gezondheid. Wat precies ‘unmentionables’ zijn, verschilt per continent en per conferentie, omdat er ook sterke sociale en culturele aspecten aan verbonden zijn.
TicTrac is een webplatform waaraan je niet alleen fitnessapps kunt koppelen, maar ook calorie-inname, slaap en e-mails kunt bijhouden. In een overzichtelijke grafiek presenteert oprichter Jean-Philippe Doumeng hoe zijn slaap, beweging, en stressniveaus correleren met de hoeveelheid emails (die vanuit Gmail worden geïntegreerd in TicTrac).
Een nieuwe generatie gezondheidstoepassingen richt zich niet enkel op ziekte of zelfmanagement, maar incorporeert welzijn en mentale aspecten. Dus een dashboard dat naast een exploderende Gmail-inbox ook een gebrek aan lichamelijke beweging toont, maakt snel duidelijk dat er iets moet veranderen. Of neem BioBeats, het bedrijf van David Plans, dat applicaties en nieuwe technologieën ontwikkelt. De app Pulse is een van de bekendste producten: leg je vinger op de camera van een smartphone, en zie je hartslag terug op het scherm. Pulse maakt er vervolgens een beat van, waardoor je naar de muziek van je hart luistert. In de toekomstvisie van Plans past technologie zich aan aan de gebruiker: je muziek verandert mee met je intervaltraining, een variatie in muziek zorgt ervoor dat je niet in slaap valt tijdens je meditatie. BioBeats groeit hard. Maar Plans geeft toe: anderhalf jaar geleden was er nog niemand geïnteresseerd geweest in ons product.
De Finse ondernemer Juuso Nissilä toont Valkee – een soort iPod om met lichtsignalen in je oren winterdepressie tegen te gaan – een product dat in Scandinavië veel gebruikt kan worden. Of neem SnoreLab, een app die snurken registreert en je kan helpen met inzicht geven in wat wel en niet werkt om het snurken te verminderen. En de Italiaanse Fabrizio Dolfi komt met MySexDoctor, een app voor jongvolwassenen om meer te leren over seks. MySexDoctor geeft een combinatie van dingen die je wil weten over seks en dingen die je zou moeten weten over seks, in een app die snel, makkelijk en intuïtief werkt – anders gaat geen enkele Europese tiener hem gebruiken.
Randomized controlled trail
Er zijn veel applicaties en websites die een rol kunnen spelen in gezondheidszorg, maar een veelgestelde vraag op Health 2.0 blijft: werkt het? Software- en hardware ontwikkelaars moeten niet alleen nadenken over design en gebruikers, maar ook of iets werkt. “We’re not interested in revenu streams, only in cool innovations”, lacht Matthew Holt, de eerder genoemde initiatiefnemer van Health 2.0. Maar hij weet als geen ander dat nadenken over verdienmodellen, klinische validiteit en markering en toestemming voor je product cruciaal is.
Een klinische testfase is lastig, neemt veel tijd in beslag en is bovendien duur. Maar binnen de zorgsector zijn randomized controlled trails nog steeds leidend in valideren van een toepassing. En ook CE-markering in Europa of FDA goedkeuring in de Verenigde Staten is noodzakelijk voordat een product überhaupt op de markt kan komen. Er verschijnen steeds meer apps en medische gadgets die nog geen (volledige) testfase hebben doorlopen. En de interesse van consumenten die zulke apps en gadgets willen crowdfunden of kopen is wereldwijd voelbaar.
Silicon Valley van Europa
Waar ligt het Silicon Valley van Europa? Op die vraag, die Health 2.0 mede-oprichter Matthew Holt aan meerdere sprekers stelt, komt geen eenduidig antwoord. Ergens in Finland, Groot-Brittannië, Frankrijk? Is het Eindhoven? En misschien geeft dat mooi weer wat de Europese conferentie en de wereldwijde chapters een succes maken: in bijna ieder land zijn er ontwikkelingen gaande op het gebied van eHealth en mHealth.
Een tweedaags congres over digital health moet ook over financiering gaan. Health 2.0 organiseert in 2014 het achtste jaarlijkse congres in Silicon Valley. Een enorm evenement,
Als consument betalen voor zorg lijkt in Amerika vanzelfsprekender dan in Europa
met 2000 bezoekers en honderden bedrijven, maar in Europa hebben we het over een andere schaalgrootte, vertelt Pascal Lardier, international director van Health 2.0. Niet alleen het investeringsklimaat verschilt met de Verenigde Staten. Ook het idee dat je als consument of patiënt betaalt voor zorg of voor een zorginnovatie, is in Amerika meer geaccepteerd dan in Europa.
Maar één ding is zeker – we staan aan het begin van een ontwikkeling die voor velen lastig in te schatten of vorm te geven is. In termen van economische investeringen, marktontwikkelingen, technologische innovaties, veranderende houdingen van patiënt en zorgverlener, en druk op huidige gezondheidssystemen. Maar dat er iets gaat veranderen, daar zijn de honderden deelnemers in Londen het unaniem over eens.
[accordion]
[acc title="Foto credit"]http://www.flickr.com/photos/13382424@N00/[/acc]
[/accordion]
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!