Het is niet eenvoudig om een app te ontwikkelen die zowel de goedkeuring van de patiënt als van de dokter kan wegdragen. Een patiënt wil immers iets makkelijks en innovatiefs, maar een dokter heeft ook rekening te houden met de huidige - soms verouderde - systemen in het ziekenhuis. Een mooi, toegankelijk design en eenvoudige synchronisatie met bestaande data zou idealiter gecombineerd moeten worden in één app of op website.
De traditionele papieren groeicurve is een goed voorbeeld om bovenstaande probleemstelling toe te lichten. De groeicurve is het meest gebruikte systeem om de ontwikkeling van een opgroeiend kind in de gaten te houden. De lengte, het gewicht en omvang van het hoofd van een kind worden gemeten en vergeleken met de groeicurves van leeftijdsgenoten. Daarnaast worden de drie maten met elkaar in verband gebracht om de algehele gezondheid van het kind in de gaten te houden.
“In our professional lives, it’s back to the '80s: at home, all of the sudden it’s fast forward to 2013”
De papieren grafiek lijkt eenvoudig. Toch is de groeicurve het resultaat van tientallen jaren medisch vernuft en kan er bijzonder veel informatie uit worden afgelezen. Obesitas, een hersentumor of problemen met het groeihormoon: door nauwkeurig monitoren kunnen dergelijke zaken worden opgespoord. Voor de ontwikkeling van de laatste WHO-groeicurves (World Health Organisation) zijn wetenschappers over de hele wereld ruim negen jaar bezig geweest.
Inmiddels zijn er ook elektronische alternatieven voor de groeicurve op de markt gebracht. Deze websites en apps bieden in grote lijn dezelfde mogelijkheid als de papieren groeicurve doet. Een strak design om ook de vader aan te spreken, of juist kinderlijk roze en lichtblauw: aan het uiterlijk van dergelijke apps is vaak veel aandacht besteed. De GroeiApp, één van de tien genomineerde apps tijdens de Health App Award van Artsennet, is daar een goed voorbeeld van. De interface is leuk en gemakkelijk, mede omdat deze qua werking lijkt op Facebook. Tijdens de verkiezing kreeg de GroeiApp zowel van ouders, jeugdartsen als andere zorgprofessionals lovende reacties. Naast de veelzijdigheid van deze app maakt deze volgens gebruikers ook het werk van het consultatiebureau inzichtelijker. Ouders kunnen beter voorbereid naar het gesprek komen en dat is zowel voor de artsen als de ouder een pluspunt. Verloskundige Anke van den Bergh geeft in een reactie op Artsennet aan dat ze de app vaak noemt tijdens het eerste gesprek met nieuwe ouders.
Voorbereid naar het consultatiebureau
De GroeiApp is één voorbeeld van een elektronische variant op de groeicurve; het aanbod aan apps en websites is groot. Optimaal gebruik zou betekenen dat de data van de applicatie eenvoudig synchroniseert met de data van het consultatiebureau. En daar blijkt het, ondanks de positieve reacties, toch vaak verkeerd te gaan. Gesprekken met consultatiebureaus en OKC’s (ouder en kinder centra) leverde meer duidelijkheid op. Meerdere artsen en verloskundigen gaven in een telefonisch interview aan dat er in de praktijk gebruik gemaakt wordt van apps, websites en andere elektronische toepassingen ter vervanging of bevordering van de traditionele methodes. Dit gebeurt echter niet in samenwerking met de ouders. Hoewel ouders, af en toe op aanraden van de kinderarts, wel gebruik maken van apps en websites, staan deze vaak nog los van de afspraak op het consultatiebureau. Vaak zijn applicaties leuk, omdat ze de mogelijkheid bieden allerlei foto’s en andere mijlpalen toe te voegen aan het groei overzicht. Het praktisch nut valt echter tegen. Toch is de belangrijkste reden voor het ontbreken van een goed systeem voor zowel arts als consument de achterblijvende technologie op de werkvloer. Eén consultatiebureau gaf aan nog steeds met zeer verouderde computers en stapels papieren dossiers te werken, terwijl het merendeel van de medewerkers zelf wel smartphones en tablets gebruikt – ook tijdens werkuren. En dat is geen uitzonderlijke situatie. In de praktijk bezit het overgrote deel van de zorgprofessionals privé wel een iPad, tablet, iPhone of andere smartphone, terwijl deze vaak nog niet inzetbaar zijn op de werkvloer. Niet omdat er geen ruim aanbod is aan toepasselijke applicaties, maar met name doordat de verschillende systemen niet met elkaar kunnen communiceren en daardoor niet bruikbaar zijn.
Harvard onderzoeker Isaac Kohane’s vraag, “How come when we work in our professional lives, it’s back to the '80s, and we go back to our kids at home, we see their phones and the tablets they’re using, and all of the sudden it’s fast forward to 2013?”, slaat de spijker op zijn kop. Volgens hem stellen artsen blijkbaar minder hoge eisen aan innovaties op het werk als in de consumentenmarkt.
Thuis een tablet, op werk Windows ‘98
Het is duidelijk dat ook de gezondheidssector de trend van consumerization opmerkt. Adaptie van technologie gaat in veel gevallen van de privésituatie naar de werkvloer, en niet andersom. Na de personal computer thuis volgde de PC op werk; thuis werd Windows op de computer gedraaid, een paar jaar later ook op de werkcomputer. En ook internet en mobiele telefonie - specifiek sms - begonnen bij consumenten; inmiddels zijn het twee communicatiemiddelen die niet meer uit het bedrijfsleven zijn weg te denken.
Momenteel is een veelgehoorde klacht dat de huidige systemen in ziekenhuizen niet of nauwelijks samenwerken met nieuwe technologie. De stapels papieren dossiers op het consultatiebureau zijn daar een goed voorbeeld van. Ze zorgen ervoor dat de kloof tussen privégebruik van persoonlijke apparaten en online dienstverlening en de voorzieningen op de werkvloer groeit.
In 2009 was de iPad bijvoorbeeld nog niet eens te koop in Nederland. Wie had een tablet revolutie kunnen voorzien?
De vraag is óf de ICT systemen in het ziekenhuis echt zo extreem verouderd zijn. De schijnbare veroudering is immers vooral te danken aan het bloedstollende tempo waarin op consumenten gerichte technologie zich ontwikkelt: vergeleken daarmee is een professioneel systeem van drie, vier jaar geleden al snel oud. In 2009 was de iPad bijvoorbeeld nog niet eens te koop in Nederland. Wie had een tablet revolutie kunnen voorzien? De vaak grote investeringen in ICT-systemen maakt het voor zorginstellingen lastig om innovatieve oplossingen te implementeren. Voor een privé gebruiker is er geen enkele reden om niet de nieuwste software te draaien, terwijl een groot ziekenhuis vanzelfsprekend niet elke dag een nieuwe ICT infrastructuur aan kan leggen. En dus blijft de papieren groeicurve een belangrijk meetinstrument op het OKC.
Het SMART platform voor patiënten en artsen
Apps die niet alleen in samenwerking met patiënten en designers, maar juist met dokters worden gemaakt, kunnen uitkomst bieden. Zo kan er aandacht besteed worden aan de wensen van de patiënt, maar ook rekening gehouden worden met de ICT systemen waar hun behandelende artsen dagelijks mee werken.
Het SMART (Subsitutable Medical Apps and Reusable Technologies) platform in Amerika heeft dit goed begrepen. Voor de ontwikkeling van apps en software werken binnen dit initiatief zowel zorgprofessionals, onderzoekers en techneuten samen, om gehoor te geven aan alle partijen. Neem bijvoorbeeld de SMART Cardiac Risk app. Gebaseerd op de Reynolds Risk Score toont deze app het cardiovasculaire risico van een individueel persoon voor de komende tien jaar. Zo’n verslag was vroeger een ingewikkeld overzicht van laboratorium uitslagen en resultaten, waarbij patiënten uitleg van de arts nodig hadden om te begrijpen wat ze in handen hadden. De Cardiac Risk app geeft daarentegen een visueel aantrekkelijk en duidelijk overzicht. Daarnaast kan het door de simulatie functie tijdens een consult gebruikt worden, omdat het laat zien hoe kleine veranderingen in de gezondheid de Reynolds Risk Score kunnen verbeteren. Ook de traditionele groeicurve werd door SMART onder handen genomen. De Pediatric Growth Chart leent zich perfect voor het consultatiebureau, omdat het artsen de mogelijkheid geeft om samen met de ouders de groeicurve van het kind te bekijken en te analyseren.
Terugkijkend op elektronische opties voor de groeicurve in Nederland wordt duidelijk dat er voor consumenten een toereikend aanbod is, maar dat er momenteel nog geen collaborative app of website is die een volledige samenwerking tussen consulenten, artsen en ouders stimuleert. Heeft de huidige medische app markt nog een extra drive nodig voordat een dergelijke oplossing ontwikkeld kan worden? Een quote van John Halamka, CIO van het Amerikaanse ziekenhuis Beth Israel Deaconess, luidt: “stel je eens voor dat al onze meest getalenteerde technici hun energie zouden steken in de ontwikkeling van elektronische patiënten dossiers in plaats van Angry Birds”.
Een medische app-markt à la Angry Birds
Halamka's verzuchting is begrijpelijk, maar niet realistisch. De massamarkten voor games of films zijn fundamenteel anders dan die voor medische apps en back office systemen van ziekenhuizen. Tot nu toe bestond er dan ook nog geen markt voor software (apps en back office) waarmee zorgaanbieders en consumenten op een aantrekkelijke manier kunnen samenwerken. De makers van medische professionele software maakten geen aantrekkelijke consumentenapps, en de ontwikkelaars van gezondheidsapps werkten niet samen met de systemen van ziekenhuizen. Er zijn echter veel aanwijzingen dat deze relatief ‘nieuwe markt’ van collaboratieve apps groot kan worden. En als dat gebeurt, zal er meer geld te verdienen zijn voor aanbieders in dit segment, maar zullen ze ook harder moeten vechten om de gunst van de consument. Een grotere markt met derhalve meer concurrentie resulteerde in het verleden vaak in betere software met een hoger gebruiksgemak. En naar die aspecten refereert Halamaka met zijn Angry Bird voorbeeld.
De huidige snelheid waarmee smartphones en tabletconsumenten de nieuwe generatie gezondheidsapps omarmt is tegelijk een ontwikkeling die geen enkele professionele zorgaanbieder kan negeren. De back office systemen waarmee gezondheidsprofessionals dagelijks werken zullen niet snel de visuele aantrekkingskracht en gebruiksvriendelijkheid van de nieuwste consumenten apps overtreffen. Maar het compleet negeren van dergelijke apps is zeker een doodlopende weg, omdat daarmee de door velen gewenste samenwerking tussen consument en arts moeilijker in plaats van gemakkelijker wordt. Terwijl de markt van consumententechnologie door blijft razen, en de verwachtingen van de consumenten daardoor hoger worden, wordt het verschil tussen hun systemen en die van de dokter immers groter.
Bronnen
www.fastcodesign.com/1672553/how-an-age-old-chart-is-redefining-health-care
www.artsennet.nl/Kennisbank/Health-app-award-2013/Nominaties-en-winnaars.htm
www.artsennet.nl/Kennisbank/Medische-apps/app/125885/GroeiApp.htm
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!