eHealth wordt behandeld alsof het iets nieuws is, een technisch snufje dat van buitenaf de gezondheidszorg zal veranderen. Niets is minder waar. eHealth is bezig volwassen te worden. Het wordt hoog tijd eHealth als gewone zorg te behandelen, stellen Johan Krijgsman en Jaco van Duivenboden (beiden Nictiz) in een gastblog.
In het onderzoek van Laura Visser (Volkskrant van 28 februari) wordt een nieuwe volwassen manier van denken over eHealth zichtbaar. Terwijl eHealth vaak de associatie oproept met gelikte technische gadgets, zoals het gebruik van Google Glass in de operatiekamer, moeten die gadgets nooit centraal staan. Ze zijn niet meer dan een middel om de zorg anders en beter te helpen organiseren.
Hoe kunnen we de patiënt en professional ondersteunen?
De vraag is niet: hoe gebruiken we meer ICT in de zorg? De vraag is: hoe kunnen we de patiënt en professional zo goed mogelijk ondersteunen? Bijvoorbeeld door informatie over ziektes en aandoeningen digitaal beschikbaar te maken. Of door toegang tot medische gegevens, waardoor patiënten meer inzicht krijgen in hun eigen zorgproces. Of heel basaal: het kunnen maken van een digitale afspraak. Zaken die in allerlei andere sectoren al jaren gemeengoed zijn. Zodra we eHealth gaan zien als gewoon onderdeel van moderne gezondheidszorg, kunnen we er ook kritische vragen bij stellen. Net als bij iedere andere vorm van zorg. Is het effectief? Betaalbaar? Is het beschikbaar voor iedereen? En: hoe kun je het het beste invoeren?
Onbekend maakt onbemind?
De jaarlijkse eHealth-monitor van Nictiz en NIVEL gaat precies in op dat soort vragen. Aan de ene kant leren we uit de cijfers dat 58% van de huisartsen positieve effecten ervaart door de inzet van online communicatie met patiënten. Zo verbetert het volgens hen de toegankelijkheid van de praktijk en vinden patiënten het prettig. Meer dan 40% van de mensen die de huisarts bezochten zegt mogelijkheden te willen om dingen makkelijker te maken, zoals online herhaalrecepten. Maar tegelijkertijd zien we dat tenminste de helft van de Nederlanders niet weet welke online mogelijkheden de eigen huisarts aanbiedt en dat de meeste online diensten door minder dan een tiende van de Nederlanders wordt gebruikt.
Zes adviezen
Om eHealth in Nederland gewoon onderdeel te laten zijn van de zorg, moet gewerkt worden aan de volgende 6 punten:
- Zorgverleners kunnen hun patiënten veel meer wijzen op de mogelijkheden en ze ook meer aan de hand nemen in het gebruik ervan.
- De opleidings- en nascholingsmogelijkheden voor zorgverleners voor het gebruik van eHealth moeten uitgebreid worden.
- Verder is er meer onderzoek nodig naar de implementatie en effecten van eHealth.
- Dat kan dan een weg vinden naar zorgrichtlijnen, zodat zorgverleners weten wat wel werkt en wat niet en ze met meer vertrouwen eHealth kunnen inzetten.
- Ook moeten eHealth-toepassingen beter aansluiten op de gangbare informatiesystemen van zorgverleners.
- En tot slot: nogal eens worden eHealth diensten bedacht vanuit de professional of een leverancier. Hoe weet je dan of de patiënt er wel op zit te wachten? Betrek patiënten direct bij de ontwikkeling van eHealth diensten, zodat deze werkelijk aansluiten bij hun situatie, wensen en behoeften.
Johan Krijgsman, Programmamanager eHealth-monitor bij Nictiz
Jaco van Duivenboden, Senior adviseur eHealth bij Nictiz
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!