Een internationaal team van onderzoekers heeft het zorgbeleid van negen landen, waaronder België en Nederland, vergeleken op het gebied van het reguleren van gezondheidsapps voor zowel patiënten als 'gezonde' consumenten. De resultaten verschenen vorige week in het wetenschappelijke tijdschrift npj Digital Medicine.
Een van de aanbevelingen van de onderzoekers is het stimuleren van internationale samenwerking tussen beleidsmakers, vanwege de toename van ongereguleerde gezondheidsdata, het grotere aanbod en gebruik van buitenlandse apps door patiënten en de snelle groei van het aantal gezondheidsapps voor zowel patiënten als ‘gezonde’ consumenten. Het onderzoeksteam raadt landen aan om meer kennis uit te wisselen tussen onderzoekers en beleidsmakers uit verschillende landen, met als centrale thema hoe marktgebaseerde en gecentraliseerde benaderingen naast elkaar kunnen bestaan en elkaar aanvullen.
Aanpak zorgbeleid
Landen kiezen vooral voor een gecentraliseerde aanpak om medische apps goed te keuren. Volgens de onderzoekers leidt dit soms tot knelpunten, wat zich uit in een groeiend aanbod van gezondheidsapps, maar een laag aantal goedgekeurde medische apps in de landen waar het proces goed ontwikkeld is. Bijvoorbeeld in Duitsland en België. De onderzoekers raden aan om naar landen te kijken die een gedecentraliseerde aanpak nastreven, zoals Zweden. Die hebben een nationaal accreditatieagentschap opgezet om externe partijen te certificeren die op hun beurt weer de gezondheidsapps goedkeuren.
Appstores als poortwachter?
De onderzoekers verwachten dat landen een combinatie van een centrale en een marktgebaseerde goedkeuring gaan toepassen voor gezondheidsapps als onderdeel van het zorgbeleid. Een belangrijke rol lijkt weggelegd voor de kanalen die de apps aanbieden, zoals de App Store van Apple en de Google Play Store. Een nadeel is dat appstores verschillende criteria hanteren voor goedgekeurde apps. Uit onderzoek blijkt dat een groot aantal apps van lage kwaliteit beschikbaar is voor de patiënt. De onderzoekers stellen dat een derde (onafhankelijke) partij gewenst is. Die controleert de apps en voegt bijvoorbeeld gestandaardiseerde voorschriften toe, voordat de patiënt een app daadwerkelijk downloadt.
Criteria gezondheidsapps
Het onderzoeksteam stelt vraagtekens bij de stenge criteria waaraan alle gezondheidsapps moeten voldoen om als medisch hulpmiddel te worden gebruikt. Volgens de onderzoekers is het raadzaam om aanvullende certificering in te voeren voor medische toepassingen met Klasse IIa (beperkt risico) bij ernstige kortetermijnaandoeningen of bij chronisch zieken die langdurig gebruikmaken van een app. In dat geval zou een formele goedkeuring nodig moeten zijn, voordat de patiënt de app kan gebruiken. Voor veel andere apps geldt dat ze door de strenge criteria van het zorgbeleid buiten de boot vallen, maar toch aantoonbare waarde creëren voor patiënten. Bijvoorbeeld wellness apps die met leefstijlinterventies op de lange termijn gezondheidsvoordeel bieden.
Transparantie apps
Een land als Duitsland, dat voorop loopt met gezondheidsapps die voorgeschreven mogen worden door artsen, baseert de goedkeuring hoofdzakelijk op basis van klinische studies. De onderzoekers verwachten dat real-world data en real-world evidence ook een grote rol gaan spelen in het zorgbeleid en de voortdurende evaluatie van apps. Klinische studies zijn vaak gebonden aan een land of aan een selecte onderzoeksgroep. Wanneer ontwikkelaars ook real-world data en real-world evidence willen inzetten, dan komt het thema transparantie nog meer centraal te staan, zo verwachten de onderzoekers. Hoe een app tot beslissingen komt moet verder worden gespecificeerd, omdat gezondheidsapps weinig informatie verstrekken wat ze met gebruikersdata doen en hoe de app precies aan de achterkant werkt. Vooral dat laatste is volgens de onderzoekers van cruciaal belang, omdat er steeds meer op AI gebaseerde algoritmen verschijnen in gezondheidsapps.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!