Zorg op afstand door ziekenhuizen blijkt in het algemeen goed te werken, zo stelt de Nederlandse overheidsdienst Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) na een bezoek aan tien ziekenhuizen in een rapport. Toch zijn er enkele zaken die beter kunnen, zoals een deugdelijke risicoanalyse.
Telemonitoring of thuismonitoring is door de coronapandemie wereldwijd sterk toegenomen. Doordat het noodzakelijk werd om je eigen gezondheidssituatie via een (online) gesprek aan je zorgverlener te melden als je ziek was, werd de praktijk snel toegepast. In een factsheet van de IGJ staat onder andere te lezen dat zorg op afstand zo’n tweetal jaar na de uitbraak van de pandemie nu wel goed ingeburgerd is in de Nederlandse maatschappij. Steeds meer patiënten maken thuis gebruik van een app en/of meetapparatuur waarmee zij informatie over hun gezondheid doorsturen aan zorgverleners .
Ziekenhuizen ontdekten nog voor de wereldwijde lockdowns al snel de voordelen van zorg op afstand en zetten deze techniek ook in bij andere patiënten. Telemonitoring is volgens de IGJ ook bestempeld als veilig en wordt in het algemeen positief ervaren door patiënten. Hoewel ze het contact in levenden lijve waarderen, zien ze telemonitoring als een goed alternatief voor een fysieke doktersconsultatie. Volgens de overheidsdienst kwam ook steeds naar voren dat patiënten monitoren niet alleen heel veel tijd bespaart, de patiënten voelen zich ook veilig in hun thuisomgeving.
Ruimte voor verbetering
Het IGJ is over het algemeen zeer positief over zorg op afstand, maar er bestaan nog een aantal werkpunten. Zo hebben ziekenhuizen nog niet altijd alle risico’s goed in beeld. Zo wijst de inspectie erop dat cyberveiligheid een probleem kan zijn. Als patiënten op apps of websites voor telemonitoring inloggen, vraagt dat om tweefactorauthenticatie maar dat gebeurt niet altijd. Aandacht voor informatiebeveiliging in bredere zin blijft nodig. Nog niet alle ziekenhuizen voldoen aantoonbaar aan de wettelijke norm (NEN7510).
Ziekenhuizen willen zorg op afstand integreren in hun totaalaanbod en zijn bezig om zorg op afstand toekomstbestendig te maken. Volgens de inspectie zou het goed zijn mocht bijvoorbeeld de organisatie van telemonitoring bij één afdeling ondergebracht worden als centrale dienst. Zorg op afstand vindt bovendien ook te vaak plaats binnen de virtuele muren van het ziekenhuis. Vaak werd de huisarts geïnformeerd, maar van uitgebreide samenwerking was nog geen sprake. Afhankelijk van de regionale situatie en het soort monitoring kunnen zorgaanbieders hier andere vormen voor kiezen. Bijvoorbeeld bij patiënten met chronische aandoeningen die ook (deels) in de eerstelijnszorg krijgen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!