Ondanks het gebruik van e-health, zijn technologische innovaties in de zorg niet altijd van toegevoegde waarde. Digitale zorg resulteert soms in onzichtbaar werk voor zorgmedewerkers. Ook staan patiënten niet altijd open voor technologische zorginnovaties. Zo blijkt uit het literatuuronderzoek Conceptualizing the digitalization of healthcare work: A metaphor-based Critical Interpretive Synthesis, van Medical Data PhD kandidate Chiara Carboni.
De resultaten zijn vorige maand gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Social Science & Medicine. Onder auspiciën van dr. Rik Wehrens, prof. dr. Romke van der Veen en prof. dr. Antoinette de Bont onderzocht Carboni de effecten van digitalisering in de zorg. Haar onderzoek maakt deel uit van het wetenschappelijke programma Medical Delta’s Journey from Prototype to Payment.
Averechts effect
Dat zorg efficiënter wordt en het werk van zorgprofessionals vergemakkelijkt, is volgens Carboni een mythe. “Soms leidt digitalisering juist tot meer werk. Technologische innovaties zijn vaak rechtlijnig, ze vereisen een bepaalde workflow. Veel zorgprocessen zijn echter juist niet rechtlijnig, maar volgen in de praktijk juist een weerbarstige weg. Zelfs wanneer technologieën zijn ontworpen om bestaande werkroutines niet te verstoren, of waarvan wordt gedacht dat ze slechts kleine veranderingen met zich meebrengen, zetten ze, zodra ze in de praktijk worden toegepast, een aanzienlijke reorganisatie van de werkmethoden in gang,” aldus Carboni.
Zo blijkt dat er op het organisatieniveau van zorgaanbieders nog ontwikkelingen ontbreken om het werk van zorgverleners te stroomlijnen en te verminderen, zodra e-health wordt geïmplementeerd. Bijvoorbeeld in de situatie dat patiënten zelf digitaal gegevens aanleveren. Er bestaat nog onduidelijkheid over wie de patiënten instrueert om betrouwbare gegevens te produceren. Ook is het de vraag wie deze geproduceerde gegevens controleert en hoe zorgverleners dit gebruiken zonder klinisch relevante informatie te verliezen.
Onzichtbaar werk patiëntencontact
Volgens het onderzoek ontstaat soms onzichtbaar werk, vanwege e-health. Dat komt vaak bovenop de normale werkzaamheden van de zorgprofessional. Ze moeten nieuwe handelingen aanleren en die naast hun gebruikelijke taken uitvoeren. “Als daar geen rekening mee wordt gehouden, maakt digitalisering het dagelijkse werk van de arts of behandelaar moeilijker in plaats van makkelijker,” beweert Carboni. Patiëntencontact bevat volgens haar ook verborgen taken. “Denk aan het overtuigen van patiënten om het nut en de noodzaak van een innovatie in te zien. Maar ook bij het patiënten leren om op een goede manier zelf thuis metingen te verrichten en hen het vertrouwen te geven dat ze dit zelf kunnen. Ook dat is extra werk, zowel voor de patiënt als voor een arts of behandelaar, waar rekening mee moet worden gehouden,” aldus Carboni.
E-healthmonitor
Een verhoging van de werkdruk onder zorgprofessionals, vanwege digitale toepassingen, blijkt een belangrijk punt van aandacht voor zorgorganisaties. Zo bleek uit de recent gepubliceerde E-healthmonitor. De werkdruk van een aanzienlijk deel van de zorgverleners nam toe door het gebruik van telemonitoring, digitale communicatie en de inzet van een patiëntenportaal. In vergelijking met voorgaande jaren is deze groep groter geworden. Zo had maar liefst de helft van de huisartsen en medische specialisten vorig jaar een hogere werkdruk door de inzet van een patiëntenportaal.
Beginstadium innovatie
Volgens Carboni spelen menselijke, sociale en culturele factoren al tijdens het beginstadium van een technologische innovatie een rol en beïnvloeden ze een succesvolle implementatie. Er is dus een belangrijke taak weggelegd voor de ontwikkelaars van digitale zorgtoepassingen. Tijdens de ontwerpfase is aandacht nodig voor de zorgorganisatie, de veranderende werkpraktijken en de toekomstige implementatie. Centraal staan de zorgverleners en patiënten, die daadwerkelijk met e-health aan de slag gaan. Volgens de onderzoekster draait het in het vroege ontwikkelproces van een technologische innovatie om vraagstukken wie verantwoordelijk is voor het gebruik van e-health in de organisatie, hoe het vervolgens wordt gebruikt en welke doelen de zorgorganisatie wil bereiken.
Carboni erkent de mogelijkheden van digitalisering om de zorg te verbeteren en het werk van zorgprofessionals te vergemakkelijken. Volgens haar zijn er genoeg voorbeelden van technologische innovaties die geschikt zijn voor zorgprocessen. “Maar het is belangrijk te beseffen dat zorgpraktijken nooit statisch zijn; ze veranderen doorlopend. Als je in een digitale innovatie ruimte laat voor verandering en aanpassing, dan kan het daarin meebewegen.”
Sociaal wetenschappelijk onderzoek
Carboni concludeert dat het belangrijk is om heel vroeg in het ontwikkelproces sociale wetenschappers te betrekken. Die helpen bij het in kaart brengen van de workflow, wiens werk verandert en of er ruimte is voor verandering. “Zo kan etnografisch onderzoek ondersteunen in het zichtbaar maken van verborgen werkpraktijken, maar ook impliciete verwachtingen en behoeften in kaart brengen. Door daar vanaf het begin rekening mee te houden, vergroot je de kans op een succesvolle implementatie en gebruik van zorginnovaties.”
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!