Wat met telegezondheid na corona? In de VS lijkt het antwoord al bekend: de meeste zorgorganisaties vallen terug naar gewone, fysieke zorg. Uit een studie blijkt dat de meeste zorginstellingen er terugvallen op zo’n 20 procent telezorg. Toch erkennen zorgaanbieders de waarde van telezorg bij langdurige zorg, vooral voor patiënten met gedragsstoornissen en patiënten met chronische problemen.
Uit een nieuw rapport van het Amerikaanse onderzoeksinstituut KLAS Research en het Center for Connected Medicine blijkt dat een meerderheid van de ondervraagde Amerikaanse organisaties in mei en juni 2021 minder dan 20% van hun bezoeken virtueel verzorgden. Het rapport, The Intersection of Value and Telehealth: Survey Findings on Adoption and Utilization, ondervroeg bijna 100 gekwalificeerde vertegenwoordigers over de integratie van telegeneeskunde door hun organisatie. In het rapport werd gezocht naar trends in het gebruik van virtuele zorg tijdens de coronapandemie.
De studie toonde aan dat meer dan 80 procent van de zorgorganisaties aangeeft minder dan 20 procent van hun afspraken via virtuele zorg te doen. Iets minder dan de helft van de ondervraagde organisaties gaf aan dat ze zelfs minder dan 10 procent van hun afspraken op die manier uitvoerden. De respondenten waar meer dan 30 procent van hun afspraken virtueel afgehandeld wordt, merkt op dat hun volumes nog steeds zijn opgeblazen door de pandemie. Zij verwachten dat die cijfers op lange termijn allicht ook lager zullen liggen. Toch erkennen zorgaanbieders de waarde van telehealth als het gaat om langdurige zorg.
"Telegeneeskunde is een belangrijke technologie om de zorg te bevorderen en de waarde van gezondheidssystemen te verbeteren”, vertelde Rob Bart, dokter en chief medical information officer bij UPMC, een van de oprichters van CCM. “Hoewel het gebruik is afgenomen ten opzichte van de pandemische pieken van 2020, blijven we investeren in onze telegezondheidsmogelijkheden omdat het de juiste keuze is voor onze patiënten.”
Meerwaarde
In het rapport werd niet alleen gepeild naar het huidige en toekomstige gebruik van telegezondheidsdiensten, maar werd ook de meerwaarde van virtuele zorg onderzocht. In een onderzoek dat afgelopen najaar door KLAS en CCM werd uitgevoerd, zei 77 procent van de respondenten dat hun organisaties het gebruik van telegezondheidszorg door patiënten meten en analyseren - een belangrijke eerste stap om de waarde van de technologie te begrijpen. In het laatste onderzoek gaf 92 procent aan ten minste één factor te meten en te analyseren.
Ongeveer een kwart van de respondenten meldde in het laatste onderzoek gezondheidsresultaten te meten voor patiënten die telegezondheidszorg gebruiken, tegenover 12 procent die zei dat te doen in het rapport van 2020. Zelfs met versoepelde regelgeving en hogere vergoedingen voor telegezondheidsdiensten hebben gezondheidssystemen en ziekenhuizen nog steeds obstakels geïdentificeerd voor de bevordering van virtuele zorg. De toegang van patiënten tot technologie en breedband en onzekerheid over vergoedingen waren daarbij de grootste uitdagingen.
Hybride vormen
Hoewel er in Vlaanderen en Nederland nog geen studies gebeurd zijn naar de toekomst van telehealth na corona, incorporeren steeds meer huisartsenpraktijken telehealthdiensten of ontstaan er hybride huisartsenpraktijken met een online en fysiek luik. Zo bestaat er intussen in Zeeland het Nederlandse Huisartsencentrum Axel, dat eerder dit jaar startte als praktijk met een volledige online triage via het online platform van spreekuur.nl.
Die digitale triage moet ervoor zorgen dat huisartsen meer tijd overhouden om de grote vraag van (nieuwe) patiënten de baas te kunnen. Daarnaast is de digitalisering van de zorgprocessen een van de belangrijkste middelen om de (huisartsen)zorg ook in de toekomst toegankelijk en betaalbaar te houden. Bovendien zal de komende tien jaar naar verwachting de helft van de Zeeuwse huisartsen met pensioen zal gaan, terwijl de druk op Nederlandse huisartsen alleen maar verder toeneemt door de vergrijzing. “Het opnieuw inrichten van de huisartsenzorg is noodzakelijk”, weet dokter Samandar. “Ik denk dat je zeker 30 procent van al je consulten digitaal kan afhandelen. En dan kun je meer tijd stoppen in de mensen die dat nodig hebben.”
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!