In een nieuw rapport van de Wereldgezondheidszorgorganisatie (WHO) stellen onderzoekers en wetenschappers zes richtlijnen op voor eerlijk en veilig gebruik van AI en gegevensverwerking in de gezondheidszorg. Het rapport bevat ook praktisch advies over de toepassing van de richtlijnen.
Het nieuwe WHO-rapport is ‘het resultaat van achttien maanden overleg tussen vooraanstaande deskundigen op het gebied van ethiek, digitale technologie, recht, mensenrechten en deskundigen van de ministeries van Volksgezondheid.’ Artificiële intelligentie kan immers heel wat voordelen leveren, stelt het rapport. Het kan bijvoorbeeld niet alleen nauwkeurigere diagnoses opleveren of behandelplannen voor patiënten vereenvoudigen, het is in staat om de algemene kwaliteit van elk gezondheidszorgsysteem significant te verbeteren.
Om dat potentieel maximaal te benutten, zo stelt het rapport, hebben zorgprofessionals en zorgstelsels gedetailleerde informatie nodig over de context waarin die systemen veilig en effectief kunnen functioneren. Daarom moeten zorgprofessionals bijvoorbeeld ook toegang krijgen tot opleidingen om hun digitale vaardigheden aan te scherpen. AI stelt patiënten in staat de controle over hun eigen gezondheid te nemen en hun veranderende gezondheidsbehoeften te begrijpen. Om dat doel te bereiken, moeten de gegevens van patiënten veilig zijn en worden verwerkt in overeenstemming met de best practices, op een transparante en vertrouwde manier.
Het WHO stelt wel dat er aan zes beginselen moeten voldaan zijn om ervoor te zorgen dat AI in het belang kan werken van alle landen: Bescherming van de menselijke autonomie; Voortdurende bevordering van menselijk welzijn, menselijke veiligheid en het algemeen belang; zorg voor transparantie, uitlegbaarheid en begrijpelijkheid; verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid bevorderen; zorg voor inclusiviteit en rechtvaardigheid; promoot AI die responsief en duurzaam is.
Zes principes
Het eerste principe stelt dat AI de menselijke autonomie steeds moet bevorderen en niet mag ondermijnen. Mensen moeten volgens dat principe steeds controle behouden over medische beslissingen. Zo moeten dienstverleners beschikken over de informatie die nodig is om AI-systemen veilig en effectief te gebruiken, terwijl patiënten moeten worden geïnformeerd over hun rol in het zorgproces.
Ten tweede moet AI ook altijd het welzijn en de veiligheid van de mens bevorderen en het algemeen belang beschermen. Ontwerpers moeten zich laten leiden door wettelijke vereisten met betrekking tot veiligheid, precisie en effectiviteit, vastgesteld voor duidelijk gedefinieerde toepassingen van algoritmen.
Daarnaast is het ook noodzakelijk dat AI en algoritmen steeds transparant zijn. Zulke technologieën moeten niet alleen begrijpelijk zijn voor hun makers, maar ook voor zorgprofessionals, patiënten, gebruikers en regelgevende instanties. Transparantie vereist dat ontwikkelaars het proces van planning en ontwikkeling van AI-oplossingen documenteren, zodat het eenvoudig is om hun functionaliteit, potentiële voordelen en bedreigingen te verifiëren.
Verantwoordelijkheidsprincipes
Ook is het volgens de WHO noodzakelijk om verantwoordelijkheidsprincipes vast te stellen voor het geval kunstmatige intelligentie schade veroorzaakt. Bij het gebruik van algoritmen kunnen veel vragen rijzen: wie is verantwoordelijk voor een verkeerde diagnose of behandeling? Hoe wordt die persoon aansprakelijk gesteld?
Ten slotte moet AI-technologie altijd gerevalueerd worden door ontwerpers en gebruikers. Zij moeten instrumenten ontwikkelen om te rapporteren of kunstmatige intelligentie adequaat en correct reageert, in overeenstemming met de eisen.
Responsiviteit betekent ook dat AI-technologie consistent moet zijn met doelstellingen voor duurzame ontwikkeling in zorgstelsels. Systemen moeten zo worden ontworpen dat hun negatieve impact op het milieu en het klimaat tot een minimum wordt beperkt en de energie-efficiëntie wordt verhoogd.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!