Sinds 2018 kunnen fabrikanten en verdelers zich aanmelden bij het Belgische Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) om hun mobiele medische applicaties te integreren in het terugbetalingssysteem. Op het moment van schrijven bestaan er 26 Belgische mHealth-applicaties met minstens een CE-certificaat. Slechts een handvol applicaties daarvan zijn ook veilig geconnecteerd maar worden – behalve één – nog niet terugbetaald door de overheid. ‘Alles hangt af van goodwill van de overheid.’
België is al een tijdje bezig om mHealth zo efficiënt mogelijk te implementeren in zijn gezondheidssysteem. Nadat Duitsland aankondigde dat het spoedig een vergoedingssysteem zou installeren voor mobiele gezondheidsapplicaties, volgen ook andere Europese landen dat voorbeeld. Ook België was daar al volop mee bezig, maar het duurde lang eer er schot in de zaak kwam.
Al sinds 2013 zocht België manieren om zijn gezondheidszorg digitaal te transformeren. Zo stelde dat jaar de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid (IMC VG) het Actieplan eGezondheid op om de digitale transformatie van de Belgische gezondheidszorg te versterken. Actiepunt 19 van dat plan had als doelstelling om tegen 2019 een kader te creëren om Mobile Health-toepassingen te integreren in het Belgische gezondheidszorgsysteem.
De Belgische ambitie om meer in te zetten op mHealth-apps had dus al wat voeten in de aarde. Pas in 2019 had het RIZIV in samenwerking met de FOD Volksgezondheid, het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) en het eHealth-platform een proefproject gelanceerd om gezondheidsapplicaties in het Belgische zorgmodel te integreren. Daarvoor meldden zich uiteindelijk 98 projecten aan, waarvan er maar 24 overbleven. Sindsdien zijn nog twee andere applicaties goedgekeurd.
MoveUp
In augustus 2020 raakte bekend dat het verzekeringscomité van het RIZIV het licht op groen zette voor de financiering en vergoeding van een behandelplan voor kinesitherapie met de ondersteuning van een mobiele toepassing genaamd MoveUp. Na een heup- of knieprothese volgt bij patiënten een intensieve revalidatieperiode. Om dat zo goed mogelijk te laten verlopen laat MoveUp toe om ondersteuning voor patiënt en zorgverlener te voorzien op afstand.
MoveUp is momenteel de enigste applicatie die door het RIZIV wordt terugbetaald. Voorlopig kunnen patiënten met een volledige knie- of heupprothese ook nog maar in 15 Belgische ziekenhuizen kiezen voor een klassieke revalidatie of een op afstand via de MoveUp-app. De studie moet inzicht geven over de sociaal-economische meerwaarde van zulke revalidatieapps, en of het gerechtvaardigd is om die op langere termijn terug te betalen. De financiering loopt voor de duur van een achterliggende vergelijkende klinische studie.
MoveUP
Frustratie
Nog voor mHealth-applicaties zich kunnen aanmelden voor terugbetaling van het RIZIV, moeten de apps ook CE-gemarkeerd zijn als medisch hulpmiddel. Dat is volgens de overheid het eerste niveau van de validatiepiramide (M1) van mHealthBelgium waaraan een applicatie moet voldoen. Wil een app het tweede niveau (M2) doorstaan, dan moet het onder andere voldoen aan de basiscriteria van niveau 1 en moet het ook een positieve risicobeoordeling doorstaan hebben van een onafhankelijke organisatie. Pas daarna kan een app zich aanmelden voor het derde niveau (M3), waarbij de sociaal-economische meerwaarde van de app succesvol aangetoond is en gefinancierd kan worden na een positief advies van het RIZIV.
Dat proces zorgde bij ondernemers van mobiele medische applicaties voor heel wat frustratie. Om zijn app Astmakompas een CE-gecertificeerd medisch hulpmiddel te laten worden, duurde het volgens gezondheidsondernemer Vincent Dupont van Astmakompas zo’n twee jaar. ‘Gelukkig is die periode nu veel korter,’ vertelt hij. ‘Ik stel vast dat er tot zo’n jaar geleden weinig urgentie was om werk te maken van medische apps die door de overheid konden worden terugbetaald. Door de aanstelling van nieuwe mensen verloopt het proces nu veel sneller. Nu kan het pakweg anderhalve maand tot een drietal weken duren eer een applicatie CE-gecertificeerd kan zijn. Als je dat hebt, kan het plots heel snel gaan.’
Toch zijn er vandaag nog maar 26 Belgische CE-gemarkeerde mobiele medische applicaties. Terwijl een app als Astmakompas (een app waarbij astmapatiënten sneller gerichte hulp kunnen krijgen van zorgverleners) zo’n twee jaar moest wachten op zijn CE-certificaat, werd er door het RIZIV in het begin van de coronapandemie in ijltempo een teleconsultatieproject voor dokters opgezet waarbij patiënten alsnog kunnen worden terugbetaald voor hun ‘bezoek’. ‘Op zo’n drie dagen tijd werkte het RIZIV een mechanisme uit waarbij dokters zorg konden verlenen aan hun patiënten op afstand. Die verstrekkingen waren op een recordtijd mogelijk om aan te rekenen aan de verzekering, waardoor patiënten een financiële tegemoetkoming konden krijgen.’
Astmakompas
Coronacrisis
Dat door het RIZIV terugbetaalde apps op recept zo traag op gang komt in België heeft volgens RIZIV-communicatiespecialist An-Sofie Soens voornamelijk te maken met controle en extra onderzoek die bij de apps komen kijken. ‘Applicaties die zich aanmelden doorlopen een strenge controle- en onderzoeksprocedure van specifieke werkgroepen,’ vertelt ze. ‘Dat neemt uiteraard heel wat tijd in beslag.’
In die werkgroepen zetelen onder andere onafhankelijke experten en ervaringsdeskundigen, maar ook vertegenwoordigers van verzekeringsinstellingen en werkgevers- en werknemersorganisaties. Zij moeten tijdens een toelatingsprocedure uitwijzen of de aangemelde applicatie effectief, betrouwbaar en veilig is en of het een waardevolle aanvulling of vervanging van de huidige praktijk is.
Vincent Dupont vermoedt dat de langdurige wachttijd om zijn app terugbetaald te krijgen door het RIZIV te maken heeft met de coronacrisis. ‘Het kabinet van Frank Vandenbroucke (Vooruit) heeft ook wel andere dingen aan zijn hoofd door Covid-19,’ geeft hij toe. ‘We kunnen alleen maar hopen dat we tegen het eind van 2021 een M2-goedkeuring krijgen, en ongeveer een jaar later onze M3-goedkeuring.’ Toch beseft hij dat hij in principe geen tijdsschema kan opmaken. ‘Het is jammer, maar momenteel hangt de snelheid van de goedkeuringen af van goodwill van de overheid.’
Tom Brakeleirs, directeur van BlueHealth Innovation Center (BHIC), hekelt in een opiniestuk van L’Echo dat België achterophinkt op vlak van mobiele gezondheidsapplicaties. Duitsland, dat een vergoedingenstelsel heeft dat vergelijkbaar is met het onze, heeft begrepen dat het noodzakelijk is op de kar te springen, schrijft hij. In december vorig jaar keurde de Duitse federale regering immers de Digitale Versorgung Gesetz of DVG-wet goedgekeurd, waardoor medische apps die al CE-gecertificeerd zijn, voor een periode van een jaar kunnen worden vergoed. Op die manier kunnen apps meer en betere gegevens verzamelen, waarna de financiering van de applicatie geherevalueerd kan worden. Een dergelijk systeem in België toepassen, zou de overheid zo’n 20 tot 30 miljoen euro kosten als we naar Duitsland kijken. Een investering die het meer dan waard is en uiteindelijk een gezondere maatschappij met betaalbare gezondheidszorg zal voortbrengen. Wie kan daar nu iets op tegen hebben?
Meer lezen?
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!