CONTENT
CONTENT
Een buitenlandse start-up met een digitale toepassing, een MKB’er die een zorginnovatie naar de markt brengt of een multinational die zijn medische producten wil verbeteren: het zijn allen partijen die bij THINC. aankloppen voor advies en ondersteuning. Het onderzoeksbureau, verbonden aan het Julius Centrum in het UMC Utrecht, levert wetenschappelijk onderzoek op maat, met als doel de slagingskans van zorginnovaties in de praktijk te vergroten.
Wat hebben de Zweedse huisarts-app Docly, de epilepsie wearable NightWatch, een serious game voor kinderen met Cystic Fibrosis en een thuismonitoring systeem voor zwangeren gemeen? Het zijn alle vier projecten uit het portfolio van THINC.
THINC. - een afkorting van The Healthcare Innovation Center - is onderdeel van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Het wetenschappelijke onderzoeksbureau werd ruim drie jaar geleden opgericht om medische innovaties en hun impact te onderzoeken in de dagelijkse praktijk. THINC. wil start-ups, onderzoekers en (inter)nationale ontwikkelaars van medische technologie helpen om hun innovatie met een blijvende impact op de markt te brengen. Het hoofddoel? De zorg van morgen optimaliseren, verbeteren en betaalbaar te houden.
Met het toenemende aantal en soorten innovaties in de gezondheidszorg, groeit ook het aantal innovaties dat niet effectief blijkt of dat nooit in gebruik wordt genomen. Door zo vroeg mogelijk in het proces mee te denken met een opdrachtgever, en op maat wetenschappelijk ondersteuning aan te bieden wil THINC de impact en effectiviteit van een innovatie vergroten. Of dat nu gaat om medische technologie, wearables, apps of nieuwe zorgpaden.
Binnen het innovatiecentrum werkt een multidisciplinair team samen, bestaande uit onder andere onderzoekers, epidemiologen en gezondheidswetenschappers met een breed pallet aan expertise in zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek.
“We bieden wetenschappelijk onderzoek, toegesneden op het type en fasering van een zorginnovatie en de vraag van de klant”, zegt Jaap Trappenburg, senior-innovatie onderzoeker. “Door innovaties vroegtijdig wetenschappelijk te onderzoeken kan essentiële kennis worden verzameld: is een ‘nieuwe’ manier van zorg effectiever, goedkoper of beter voor de patiënt? Ook wordt vanaf het begin potentiële problemen van de implementatie in de dagelijkse praktijk meegenomen. Al deze kennis is belangrijk om een innovatie te optimaliseren, te kunnen doorontwikkelen of structurele bekostiging of financiering te zoeken. THINC. voert dit onderzoek in een relatief korte tijd uit, in tegenstelling tot onderzoek dat wetenschappelijk is ingestoken en bijvoorbeeld een publicatie of proefschrift als einddoel heeft.”
‘One size does not fit all’, aldus THINC. Het team voert onderzoek op maat uit. Dit houdt in dat juist door het multidisciplinaire team in iedere fase, bij elk type innovatie en bij ieder vraagstuk een onderzoek vormgegeven kan worden dat de belangrijkste vraag van de opdrachtgever beantwoordt. Een aantal onderzoeken ziet het onderzoeksteam vooral veel: doelmatigheidsonderzoek (HTA: Health Technology Assessment) gericht op de financiële aspecten van een zorginnovatie. En onderzoek gericht op de klinische bruikbaarheid, zoals een usability studie, gericht op gebruik en ervaring op korte termijn, en een feasibility studie, gericht op het evalueren van de haalbaarheid (gebruik, integratie, implementatie, voorlopige effectiviteit etc.) van de innovatie in de echte klinische praktijk over een langere periode.
Zo heeft THINC. bijvoorbeeld in 6 maanden een feasibility studie uitgevoerd naar het gebruik van de Zweedse huisarts-app Docly in de huisartsenpost. Deze studie leverde essentiële kennis op over hoe een dergelijke applicatie meer doelmatige huisartsenzorg kan genereren. Een ander voorbeeld is onderzoek naar de haalbaarheid van innovatieve sensortechnologie om een nachtelijk epileptisch insult vroegtijdig te detecteren, de Nightwatch. Kennis uit deze studie leverde essentiële inzichten op over bij wie en onder welke omstandigheden de Nightwatch meerwaarde genereert op welzijn van patiënten en mantelzorgers. Kennis waar een innovator echt op verder kan borduren.
De HTA van THINC. is gericht op de financiële en economische aspecten van de zorginnovatie. Het team onderzoekt wat de innovatie kost en oplevert, zowel financieel als klinisch in verhouding tot de huidige manier van zorg verlenen. Zo werkt THINC. voor een bedrijf dat een nieuwe manier van delier diagnostiek ontwikkeld, Prolira, aan een aantal achtereenvolgende HTA analyses. In een eerste hele vroege analyse heeft THINC. geïnventariseerd op welke afdeling de meeste toegevoegde waarde te creëren is. Informatie die door de innovator gebruikt is bij de verdere ontwikkeling van hun product. Momenteel loopt er naar dezelfde innovatie een uitgebreide internationale klinische studie. THINC. zal na afronding de economische evaluatie aan de hand van de studie verzamelde data uitvoeren. Om deze evaluatie zo soepel mogelijk te laten verlopen hebben de onderzoekers van THINC al voor aanvang van de studie geadviseerd over welke data er voor de HTA verzameld moet worden.
THINC. voert ook studies uit waarbij een innovator wordt geholpen om een vergoeding te ontvangen of financiering of bekostiging te krijgen.
THINC. is onderdeel van het Julius Centrum in het UMCU. Dat geeft het innovatiecentrum een unieke positie in vergelijking met andere adviesbureau’s of living labs: het netwerk van artsen en wetenschappers, patiënten en kennis vanuit het academische ziekenhuis is altijd binnen handbereik. Met het ziekenhuis en een netwerk in de eerstelijnszorg als representatieve testomgevingen is er directe toegang tot data en patiënten. Die toegang is cruciaal in het uitvoeren van onderzoek en in combinatie met innovatieve onderzoeksmethodologie maakt dit het mogelijk om het onderzoek sneller uit te voeren dan traditioneel wetenschappelijke onderzoek.
Door de opbouw van het multidisciplinaire team van THINC. is alle kennis en expertise in huis voor het uitvoeren van efficiënt wetenschappelijk onderzoek op maat. Hierdoor is het mogelijk om alle onderzoek volledig zelfstandig en onafhankelijk, zonder externe partijen, uit te voeren. Ook dat zorgt ervoor dat onderzoeken sneller en efficiënter kunnen verlopen. “Het THINC-team heeft veel verschillende onderzoeken uitgevoerd en veel ervaring. Doordat we met experts vanuit verschillende invalshoeken samen aan een onderzoek werken, komen we sneller tot nieuwe inzichten en zetten de innovator sneller stappen richting succes”, vertelt Trappenburg.
De afgelopen maanden was THINC. nauw betrokken bij onderzoek, evaluatie en uitvoer van technologische innovaties in het UMCU als gevolg van de coronacrisis. Onder grote tijdsdruk en met schaarse middelen kwamen er een aantal acute vragen naar boven in het academische ziekenhuis, zoals: hoe kunnen we enorme toestroom aan patiënten goed monitoren?
Het team was betrokken bij verschillende innovatie- en onderzoekstrajecten in het UMCU, bijvoorbeeld om een oplossing te verzinnen voor het tekort aan monitoring apparatuur. “Het UMCU deed in de afgelopen jaren al ervaring op met draagbare patches om vitale functies te meten, die waren gekoppeld aan losse saturatiemeters. Ineens ontstond er een enorme vraag naar saturatiemeters. Vanuit het THINC. portfolio is er een bedrijf, genaamd Fast Focus, die een sensor via het oor ontwikkelt om saturatie te meten. De sensor is oorspronkelijk ontwikkeld vanuit de veeteelt om koeien te monitoren, maar nu bekeek het team of deze ook gebruikt kon worden voor het monitoren van patiënten in het ziekenhuis of patiënten te monitoren in het nazorg traject”, aldus Trappenburg.
Ook de CoronaCheck app – oorspronkelijk ontwikkeld in het OLVG - wordt in Utrecht ingezet, compleet met een eigen callcenter, deels bemand door co-assistenten. Ook op COVID-19 verpleegafdelingen werden coassistenten ingezet om de druk op de verpleegkundigen te ontlasten. Door low tech technologie – het plaatsen van een babyfoon en monitor voor beeld en geluid - konden patiënten met laagurgente zorgvragen direct terecht bij de grote poule van co-assistenten, bijvoorbeeld als ze dorst hadden. “Bij veel van deze COVID-19 activiteiten zijn THINC.’ers betrokken geweest: zowel bij het onderzoek om technologische innovaties om te zetten in een strak, methodologisch plan voor de afdelingen, als in de uitvoer. Daar zijn we best trots op.”
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!