Het Longaanval-actieplan is een wetenschappelijk getoetst en gevalideerd plan van aanpak voor patiënten met de chronische aandoening COPD. Dat persoonlijke actieplan bestond al op papier, maar is sinds kort ook digitaal beschikbaar in een app. De Copiloot app voor COPD-patiënten werd bedacht in het UMC Utrecht en gebouwd en ontwikkeld door Panton en Inspire. Hoe breng je een papieren actieplan naar een medisch gevalideerde app? Waar let je op bij het design, de CE-markering en het effect voor gebruikers?
Mensen met COPD krijgen regelmatig te maken met een exacerbatie, ook wel een longaanval genoemd, waarop het lichamelijk acuut minder gaat. Elke longaanval is een terugslag en kan blijvende schade aan de longen veroorzaken. De zorg voor COPD-patiënten is er dan ook op gericht om het aantal en de impact van longaanvallen te verminderen, onder andere via zelfmanagement.
Wetenschappelijk onderzoek
“We weten uit onderzoek dat patiënten zelf invloed kunnen uitoefenen op de ernst en het herstel van een longaanval”, vertelt Jaap Trappenburg, onderzoeker bij het UMC Utrecht. Trappenburg deed onderzoek naar het zogeheten Longaanval-actieplan, een papieren tool om zelfmanagement te stimuleren. Dat papieren actieplan is inmiddels een best practice in de COPD-zorg geworden, waarvan de wetenschappelijke resultaten zijn gepubliceerd.
Het succes van deze relatief eenvoudige papieren interventie leidde tot een nieuw vierjarig onderzoekstraject. “Samen met promovenda Yvonne Korpershoek werd in een reeks studies essentiële kennis opgedaan over hoe slimme technologie patiënten zou kunnen ondersteunen in het bedwingen van een longaanval. Deze studies vormden de bouwstenen voor een potentieel nog effectievere oplossing, in de vorm van een mobiele app, Copiloot.”
Na het winnen van de eerste prijs van de Ureka Mega Challenge in 2017, een wedstrijd uitgeschreven door het UMC Utrecht, kon het papieren actieplan gedigitaliseerd worden. Trappenburg schakelde de designers van Panton in. Digitaal bureau Inspire ontwikkelde de eerste versie van de app, een minimum viable product (MVP), die getest en gebruikt kon worden.
Minder longaanvallen
Ontwerper Jochem Wilson (Panton) vertelt: “We verwachten dat een persoonlijk actieplan via de smartphone nog meer kan bijdragen aan het voorkomen van longaanvallen en het verminderen van de impact van een longaanval. De patiënt wordt geleidelijk steeds vaardiger om op het juiste moment de juiste beslissingen te nemen. Minder longaanvallen en een milder beloop betekent minder schade en minder ziekenhuisopnames. Je bent als COPD-patiënt zelf de piloot, maar wordt digitaal ondersteund door samen met je zorgverlener, de copiloot, een actieplan op te stellen in de app.”
"Gebruikers zijn vanaf het begin betrokken bij het ontwerpproces van de app"
Het app development proces begon op papier, zegt Wilson. “Copiloot startte vanuit een ideeën fase. We wilden gebruikers vanaf het begin betrekken bij het ontwerpproces, en daarbij geleidelijk de stap naar de technologie zetten. Waar helpen we COPD-patiënten mee? Welke gedrag veranderde interventies kunnen in een ontwerp worden toegepast? Het zorgproces en de gebruikersflow van de app brachten we in kaart door gesprekken met patiënten. Ook een gedragswetenschapper dacht mee over hoe de app informatie presenteert en vastlegt.”
Neutrale afzender
Het papieren Longaanval actieplan bestaat uit drie onderdelen: weten welke fases er zijn bij COPD, weten welke acties je kan ondernemen als de klachten erger worden, zoals meer medicijnen innemen, en weten met welke zorgverlener je wanneer contact kan opnemen. Die functies werden vertaald naar de app.
“Digitalisering biedt natuurlijk ook nieuwe mogelijkheden”, vertelt Maurice Castagna, projectmanager bij Inspire, het digitale bureau dat de technische realisatie van de Copiloot app op zich nam. “Bijvoorbeeld de mogelijkheid om gepersonaliseerde informatie of feedback te sturen op basis van de invoer van een gebruiker. De app start bij gebruik met een vraaggesprek, om te achterhalen hoe je je lichamelijk voelt.”
In het ontwerp was het een bewuste keuze om de gebruiker aan de hand te nemen, vertelt ontwerper Jochem Wilson. “COPD-patiënten zijn gemiddeld een oudere doelgroep, die minder bedreven zijn in app gebruik. Copiloot helpt gebruikers met een intuïtief ontwerp en simpele vragenlijsten.”
“We kozen er bewust voor om geen avatar te ontwikkelen, maar een gebruiksvriendelijke conversatie module op te nemen vanuit een neutrale afzender. Een avatar vinden mensen ongemakkelijk, bleek uit gebruikersonderzoek. Uit de eerste waarderingen blijkt dat gebruikers de neutrale uitstraling prettig vinden”, vult Castagna aan.
De app Copiloot helpt COPD-patiënten
Alles klaar voor CE-markering
Vroeg in het proces van de ontwikkeling van een gezondheidsapp, al bij het allereerste prototype, is het belangrijk om na te denken over CE-markering, zegt Floris Vlasveld, directeur van Inspire. Met een CE-markering tonen fabrikanten en softwareontwikkelaars aan dat zij er alles aan gedaan hebben om risico’s te minimaliseren, tijdens de productontwikkeling en daarna.
“Het is de vraag of de app onder de nieuwe Europese wetgeving, de Medical Devices Regulation (MDR), wel CE-markering nodig heeft”, aldus Vlasveld. “De Copiloot app geeft feitelijk de informatie weer die de gebruiker invoert, en geeft nog geen direct advies over bijvoorbeeld medicatie-aanpassingen. Wel hebben we stappen gezet om CE-markering op een later moment te kunnen regelen. Onder meer door het bijhouden van een technisch dossier, waarin je naast de technische documentatie over de broncode ook alles bijhoudt wat relevant is voor toetsing van een app. Je kunt dit bijna niet achteraf doen.”
Castagna vult aan: “Op dit moment valt de Copiloot app niet in een risicoklasse voor software als medisch hulpmiddel waarbij er CE-markering nodig is. Mochten we in de toekomst nieuwe features inbouwen waardoor de app wel gekwalificeerd wordt als medisch hulpmiddel, dan hebben onze app developers daar gelukkig al rekening mee gehouden.”
Op doktersvoorschrift
De Copiloot app wordt COPD-patiënten aangeraden via de zorgaanbieder: zorgprofessionals geven uitleg en schrijven de app voor aan hun patiënten. “Gebruikers van de Copiloot app worden gevraagd om gedurende twee weken elke dag hun klachten en zelfmanagement acties, bijvoorbeeld het ophogen van inhalatiemedicatie of contacteren van een zorgverlener, te registreren. Zo ontstaat een beeld van iemands klachtenprofiel en zelfmanagementvaardigheden”, zegt Trappenburg. Dat is een waardevolle aanvulling, want vaak ontbreekt een overzicht van hoe het met iemand gaat tussen de ziekenhuis- of huisartsbezoeken in. Nadat het individuele klachtenpatroon is bepaald, daalt de bemoeienis van de app. Copiloot leert patiënten vaardigheden aan om het risico op een longaanval te verminderen, steeds beter schommelingen in klachten te detecteren en daar adequaat op te reageren.
Het minimum viable product is getest bij zowel patiënten als zorgverleners, zegt Trappenburg, en de gebruikerservaringen zijn met deze eerste versie al goed. “Patiënten zijn zeer tevreden met de wijze waarop Copiloot hen ondersteunt in het managen van deze grillige ziekte en navigeren gemakkelijk door de intuïtieve app-interface.” Ook zorgverleners zijn enthousiast, zowel over de inhoud van de app als de wijze waarop Copiloot aansluit bij hun dagelijkse werkprocessen en de COPD zorgpaden- en richtlijnen, vertelt hij.
Financiering
Betekent dat enthousiasme ook dat de app binnenkort in de app stores te vinden is, voor alle COPD-patiënten van Nederland? Nog niet, maar dat laat niet lang op zich wachten, hopen de makers. Naast de onderzoeks- en ontwerpaanbevelingen van patiënten en professionals, die het UMC Utrecht met Panton verder gaat oppakken, is de vraag van bekostiging van de app tot op heden onbeantwoord.
“Door onderzoek weten we wat de effectiviteit van de app kan zijn. Er is eerdere bewijsvoering van het papieren actieplan. Copiloot sluit aan bij een behoefte. Maar de grootste uitdaging is de app buiten de universiteit te brengen. We voeren op dit moment gesprekken met marktpartijen die de Copiloot app willen doorontwikkelen - onder andere met een interface voor de zorgprofessional en nieuwe zelfmanagementmodules - en samen met het UMC Utrecht willen vermarkten. Er is veel animo, maar het is helaas nog net iets te vroeg voor namen en rugnummers.”
Heb je zelf ook een vraag over (medische) app ontwikkeling? Stuur deze dan naar redactie@smarthealth.nl.
Ask the Expert #1: welke expertises heb ik nodig voor het ontwikkelen van een mobiele app?
Ask the Expert #2: waar let je op bij het kiezen van een app development bureau?
Ask the Expert #3: wat kost het laten ontwikkelen van een (medische) app?
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!