Elke werkdag leest SmartHealth het eHealth en mHealth nieuws voor je. Is het relevant, actueel of opvallend, dan lees je het hier. Deze week: Amerikaans adviesbureau onderzoekt levensduur digital health start-ups, slecht één sport-app positief uit wetenschappelijk onderzoek, aan welke criteria voldoen Nederlandse e-mental health apps en Isala start met onderzoek naar handrevalidatie via internet.
Accenture: 49% van de digital health startups bestaat nog na twee jaar
14 augustus - Het internationale organisatieadviesbureau Accenture heeft een onderzoek gedaan naar de levensduur van digital health startups. Hiervoor namen zijn negenhonderd beginnende bedrijfjes onder de loep. Eén van de meest opvallende bevindingen: 49% van digital health startups bestaat twee jaar na hun launch nog steeds.
Het adviesbureau beschrijft onder andere hoe digital health startups tussen 2008 en 2013 ruimschoots vier miljard dollar aan investeringen ophaalden. Ook werden er 1700 patenten aangevraagd onder die 900 start-ups.
Keerzijde van die 49%, is dat 51% van de digital health startups het dus niet haalt. Volgens Accenture worden veel van die digital health bedrijfjes, door Accenture Zombie start-ups genoemd, uiteindelijk overgenomen door grotere clubs. Vaak gebeurt dit om de start-ups, die moeite hebben om zelfstandig overeind te blijven, een langer leven te geven. Bestaande partijen profiteren op hun beurt van de aankoop van innovatie startups. Ze halen daarmee niet alleen nieuw talent in huis (iets wat je veel ziet bij bedrijven als Google of Apple), maar ook nieuwe technologieën, diensten of producten om aan hun eigen portofolio toe te voegen.
Accenture voorspelt dat in de komende twee jaar nog eens 2,5 miljard dollar aan investering in digital health start-ups gepompt gaat worden.
Bron: MobiHealthNews
Onderzoek: de meeste sport-apps houden zich niet aan wetenschappelijke fitness-richtlijnen
12 augustus - Wetenschappers aan de Universiteit van Florida hebben een onderzoek gedaan naar fitness-apps in de Apple Store. Volgens de wetenschappers is het aanbod ruim, maar wordt er zelden gekeken in hoeverre deze apps de richtlijnen volgen die zijn opgesteld door middel van wetenschappelijk onderzoek naar sport en beweging. De studie van de onderzoekers werd onlangs gepubliceerd in de Journal of Medical Internet Research.
In totaal zijn er dertig gratis sport- en fitness-apps geselecteerd. Deze apps werden vervolgens geanalyseerd op basis van de richtlijnen en de fitness principes van het American College of Sports Medicine (ACSM). De onderzoekers keken daarbij naar de kwaliteit van het opwarmen, stretchen, en afkoelen binnen de fitnessprogramma’s in de apps. Dit deden ze voor drie verschillende categorieën: cardio, krachttraining en flexibiliteit. Vervolgens ontstond er een cijfer om de algehele kwaliteit van de app te bepalen.
Uit het onderzoek blijkt dat slechts één van de dertig apps positief uit de test komt, namelijk de Sworkit Lite Workout Trainer. Die app haalde een score van 9,01 op de 14 punten. Nog steeds geen topcijfer, maar de app die op de tweede plaats kwam scoorde nog een stuk lager. Dat was de 7 Minute Workout app, met een score van slechts 5,39 punten. Hoewel de meeste apps punten halen voor krachttraining en cardio, blijken de meeste apps wat betreft flexibiliteit als integraal onderdeel van een training tekort te schieten. Volgens de onderzoekers zouden de meeste populaire apps zich dan ook niet aan de richtlijnen van de (ACSM) houden. Dat houdt volgens de onderzoekers in dat sommige apps juist het risico op blessures vergroten. De apps zouden daarnaast te weinig waarschuwen voor de gevaren en te beperkt informeren over opwarmingsoefeningen.
Bron: Journal of Medical Internet Research
Onderzoek naar kwaliteit Nederlandse e-mental health apps
11 augustus – Hoeveel Nederlandse apps pretenderen angst- en stemmingsstoornissen te verminderen en aan welke (kwaliteits-)criteria voldoen deze apps? Die onderzoeksvraag stond centraal in de bachelor scriptie van Marijke Meersman, studente Toegepaste Psychologie aan de Thomas More hogeschool in Antwerpen.
33 apps werden op basis van allerlei zoektermen gerelateerd aan angst- en stemmingsstoornissen uit de Belgische App Store gehaald. Deze 33 apps werden vervolgens getoetst aan zes criteria (Nederlandstalig, gratis, gerelateerd aan angst-of stemmingsstoornis, psychologisch element, moet gebruikt kunnen worden zonder hulpverlener, moet curatief zijn).Slechts één app voldeed aan alle criteria, namelijk de cognitieve gedragstherapie app Therappi. Om het aanbod van apps uit te breiden zodat er uiteindelijk niet slechts één app overbleef werden alle apps die minstens aan vier van de zes criteria voldeden ook opgenomen in het onderzoek, zo valt te lezen in de scriptie van Meermans. Uiteindelijk bleven er zes apps over: Therappi, Robbin, How are you?, Hyperventilatie, In-Balanz en ManieCheck. Tenslotte werden deze zes apps opnieuw getoetst aan enkele criteria, overgenomen van de Onlinehulpstempel van het Trimbos-instituut. Het Trimbos-instituut ontwikkelde deze stempel samen met enkele GGZ-instellingen in opdracht van het ministerie van VWS. Deze drie criteria waren: de app moet actieve elementen bevatten, gericht zijn op verandering van gedrag en er moet een plan of systematiek aanwezig zijn.
Iedere app in het onderzoek kon vervolgens op basis van de eerder behaalde algemene criteria en uitgebreide kwaliteitscriteria een cijfer van één tot negen halen. Opnieuw bleek enkel Therappi aan alle criteria te voldoen; alle andere apps behaalde zeven van de negen punten. Alleen de app ManieCheck scoorde nog lager met zes van de negen punten.
De conclusie van het onderzoek van Meersman is dat het erg moeilijk blijkt te zijn om betrouwbare en goede apps te vinden. Er zijn verschillende kwaliteitslabels, maar deze worden te weinig toegepast en zijn vaak nog te duur en te omstreden, concludeert ze.
Bron: Apps for anxiety and mood disorders, Marijke Meersman
Revalideren via internet
10 augustus - Het Isala ziekenhuis uit Zwolle gaat een onderzoek starten naar handrevalidatie via internet. Wat leidt tot betere uitkomsten: een paar keer per week naar het Hand-polscentrum van Isala komen voor handrevalidatie-oefeningen of deze via internet thuis doen? Dat wil Isala gaan onderzoeken, met behulp van een subsidie vanuit het Innovatie & Wetenschapsfonds van de Isala Academie. Revalidatiearts Kees Emmelot vertelt: "Uitgebreide hand- en polstrauma’s nemen wij niet mee, omdat geen enkel trauma gelijk is. Wij hebben eerst gekeken welke aandoeningen wel geschikt zijn om mee te nemen in het onderzoek. Denk daarbij aan aandoeningen die regelmatig voorkomen en waarbij de behandelingen tamelijk gestandaardiseerd verlopen."
Het Isala ziekenhuis heeft voor revaliderende patiënten videoclips gemaakt die thuis kunnen worden bekeken. Een handtherapeut kan per patiënt selecteren en aangeven welke oefening een patiënt moet doen en hoe vaak, en in de gaten houden of de aangeraden oefeningen zijn geopend - en waarschijnlijk dus uitgevoerd. De eerste experimentele groep die een revalidatiebehandeling via het internet krijgt start dit jaar. Emmelot: ‘De patiënten in de experimentele groep vergelijken wij met een groep patiënten van een jaar eerder. Zij kregen gewoon hun handtherapie in het ziekenhuis op de traditionele manier en aan het eind worden de eindmetingen met elkaar vergeleken.’
Het Isala ziekenhuis denkt dat revalideren via internet klantvriendelijker is. Emmelot: "Patiënten hoeven lang zo vaak niet naar het ziekenhuis te komen. En doordat er minder mensen naar het ziekenhuis komen, houden wij als artsen en therapeuten meer tijd over voor patiënten die extra zorg nodig hebben."
Bron: Isala
In het eerste grafiekje staat "Zonder HV" met een +, dan neem ik aan dat het juist zonder Hulpverlener is, en dat dat goed is. Klopt dat?
Dag Roel,
Dat klopt! Eén van de criteria was: er worden geen applicaties opgenomen die enkel te gebruiken zijn samen met een psycholoog of hulpverlener, omdat dit niet als laagdrempelige apps kunnen worden beschouwd die cliënten uit zichzelf kunnen inzetten.
Als een app een + heeft bij 'Zonder HV' betekent dit dat de app zonder hulpverlener gebruikt kan worden.