Patiënten kunnen vanaf nu een e-mail bericht krijgen wanneer zorgverleners hun medische gegevens hebben opgevraagd via het landelijke LSP-datanetwerk voor de zorg. Daarmee biedt de VZVZ de notificatiefunctie die al enige tijd geleden is aangekondigd, maar vanwege privacy- en beveiligingskwesties vorig jaar werd uitgesteld. Destijds was er ook nog sprake van een SMS-alert, dat is nu dus een e-mail melding geworden.
De VZVZ (Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie) is verantwoordelijk voor het beheer van het LSP. De nieuwe notificatie service is geruisloos geïntroduceerd, omdat VZVZ volgens woordvoerder Alf Zwilling de live-omgeving in eerste instantie met kleine volumes wilde uitproberen, een zogeheten soft launch. “We hebben inmiddels de eerste berichten verstuurd, en geen problemen geconstateerd”, zegt Zwilling. Daarmee is de nieuwe e-mailservice nu gereed voor gebruik door de bijna 3 miljoen bij het LSP bekende burgers.
De live-omgeving werd met kleine volumes uitgetest, en is nu officieel gelanceerd
Steeds meer huisartsen en apotheken delen via het LSP informatie over waarneemdiensten, medicijngebruik , vooral wanneer een patiënt bij afwezigheid van de eigen huisarts een collega bij een huisartsenpost bezoekt. Het gaat daarbij om medicatieoverzichten en samenvattingen van het huisartsdossier voor de waarnemend arts. Dat opvragen van gegevens en terugsturen van aantekeningen tussen huisartsenposten en de vaste huisarts gebeurt al vele jaren elektronisch. Huisartsen en apotheken wisselen ook al jaren medicatiegegevens uit. Men gebruikt daarvoor meestal een systeem dat OZIS heet, een stel afspraken waardoor huisartssystemen van verschillende leveranciers toch informatie kunnen uitwisselen. Het LSP moet dit oudere systeem vervangen, en is in een aantal regio's al operationeel.
Inmiddels (stand per 3 maart) hebben meer dan 2,7 miljoen burgers expliciet toestemming gegeven aan zorgverleners om
Patiënten moeten expliciet toestemming geven voor de uitwisseling van hun gegeven
hun gegevens met andere zorgverleners te delen via het nieuwe, op het LSP gebaseerde, systeem voor uitwisseling van gegevens. Dat is veel minder dan de samenwerkende organisaties van zorgverleners en zorgverzekeraars twee jaar geleden op hoopten toen ze samen de VZVZ opzetten. Tegelijkertijd neemt het aantal aanmeldingen nog steeds toe, en stappen steeds meer huisartsposten over op het LSP als datanetwerk.
Patiënten moeten zoals gezegd expliciet toestemming geven voor de uitwisseling van hun gegevens. Dat kan mondeling en schriftelijk bij de huisarts of apotheker, maar ook via de website www.ikgeeftoestemming.nl. Hiervoor is aanmelding met DigiD noodzakelijk.
E-mail bij gebruik gegevens
Het is voor patiënten sinds vorig jaar juli al mogelijk om op te vragen welke zorgverleners zijn of haar gegevens hebben aangemeld bij het LSP. Hiervoor is een pagina beschikbaar op de site van VZVZ, waar ook DigiD voor nodig is. Tot nu toe moest je echter zelf actie ondernemen om te weten of een zorgverlener je gegevens heeft opgevraagd. Met de nieuwe functie krijg je nu automatisch een e-mail wanneer je gegevens via het LSP-netwerk zijn geraadpleegd. De functie staat vooralsnog overigens standaard uitgeschakeld: je moet deze zelf activeren.
De e-mailfunctie staat vooralsnog standaard uitgeschakeld: je moet hem zelf activeren
Wanneer een patiënt inlogt op het VZVZ Informatiepunt Online, kan hij zijn e-mailadres invullen en aanvinken over welke gebeurtenissen in het LSP hij een melding wil ontvangen. Dat kan gaan om het beschikbaar stellen en/of het opvragen van zijn medische gegevens. Na een bezoek aan een waarnemend huisarts ontvangt de patiënt dus direct een LSP-melding als de waarnemer de professionele samenvatting van zijn huisartsdossier heeft geraadpleegd. Het dossier zelf is voor de zorgconsument overigens niet op te vragen via de site van VZVZ. Daarvoor moet hij of zij een schriftelijk verzoek aan de betreffende zorgaanbieders zoals huisartsen of ziekenhuizen richten.
Nieuwe wetgeving in de maak
Met de notificatie-functie loopt VZVZ vooruit op de invoering van nieuwe wetgeving inzake de rechten van cliënten rond hun elektronische zorgdossiers. Hoewel het landelijke Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) in 2011 door de Eerste Kamer is tegengehouden, vroeg diezelfde Eerste Kamer via de zogeheten motie Tan wel aan minister Schippers om een wettelijke regeling uit te werken waardoor patiënten op een veilige manier toegang kunnen krijgen tot hun medische dossiers. Die regeling moet niet alleen voor het inmiddels private LSP gelden, maar voor alle informatiesystemen om gegevens van patiënten uit te wisselen.
In de wetsvoorstellen die de minister inmiddels naar de Tweede Kamer heeft gestuurd wordt beschreven welke rechten patiënten hebben om de eigen gegevens elektronisch te mogen inzien, en op welke manier de toestemming voor het delen moet worden geregeld.
Welke rechten krijgen patiënten om eigen gegevens elektronisch te mogen inzien?
De voorstellen gaan ook in de plichten die voor zorgaanbieders gaan gelden om de patiënt elektronisch te informeren over het gebruik van die gegevens. De e-mail alert van VZVZ is een praktische invulling van zo'n mogelijke verplichting. In aanvulling op het wetsvoorstel heeft de minister eind vorige jaar ook een concept richtlijn gestuurd voor de technische en organisatorische normen waaraan elektronische zorgdossiers die worden gedeeld moeten voldoen. De wetgeving is nu nog in behandeling bij de Tweede Kamer, maar het is de bedoeling van de minister om deze regels in 2015 te laten ingaan.
Meer lezen?
"Mag ik u wat vragen? Zouden we uw medische gegevens mogen delen?"
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!