Zo’n jaar of twintig geleden vergezelde ik Maurice de Hond naar een achteraf zaaltje in de provincie. Maurice was net directeur Nieuwe Media geworden van krantenconcern Wegener, en ik was net begonnen met een webbedrijf. Hij liet bijna dagelijks aan mensen van diverse pluimage zien wat je zoal kon doen met Internet. Dat was toen bij het grote publiek nog grotendeels onbekend.
Vanaf zijn laptop en beamer liep een lange kabel naar de telefoonaansluiting achter de bar. Kabel of ADSL had je nog niet, inbellen ging via een telefoonlijn. Het was altijd spannend of je verbinding kreeg, maar na ‘zwieeeett’ en ‘pfeeeeeeeeeeep’ geluiden kwam de verbinding tot stand en kon de demonstratie beginnen.
Het probleem wat dat Hyves en Facebook pas tien jaar later van start zouden gaan
Maurice had grote plannen bij Wegener, met een digitale stad voor elke gemeente in Nederland waar mensen online konden chatten en à la Hyves of Facebook een profiel konden aanmaken. Het probleem wat dat Hyves en Facebook pas tien jaar later van start zouden gaan. Niemand snapte dus waar hij het over had.
De Mona Lisa in low-res
Daarom moest hij eerst uitleggen wat je met Internet kon doen. Dat was nog niet veel. De belofte was er wel, want de kranten schreven al volop over de data-super highway die de Amerikaanse vice-president Al Gore had aangekondigd. In Nederland gebruikten alleen wetenschappers, studenten en hackers Internet. En Francisco van Jole. Gewone consumenten hadden er op zijn hoogst over gelezen.
Maar het world wide web bestond wel, en er was zelfs al een zoekmachine die Lycos heette. De demo van Maurice bestond dan ook voornamelijk uit het opzoeken van woorden, om daarna te laten zien wat je allemaal wel niet aan informatie kon vinden. “Hoe heet u”, vroeg Maurice aan iemand, om dan vervolgens die achternaam in te tikken. Het was dan pech als iemand Van den Keteleare riep, want daar was nog niets over te vinden. Maar met een naam als Jansen vond Lycos met wat geluk wel wat curieuze informatie. “Heeft u soms een neef in Ohio die bij IBM werkt?”
“Heeft u soms een neef in Ohio die bij IBM werkt?”
Een ander standaard onderdeel van de demo was de virtuele tour door het Louvre, waarbij de Mona Lisa in een belachelijk slechte kwaliteit op de beamer verscheen. Verder had je nog een webcam die een koffiezetapparaat in Amerika liet zien. Dat was het wel zo’n beetje.
Slim ondergoed?
Maurice had op zich goed gezien dat Internet huge zou worden. In de twee jaar na 1994 ontstonden bijvoorbeeld Amazon, E-Bay, Yahoo en in Nederland Planet Internet. De rest is geschiedenis. Maar het was toen terecht te veel gevraagd van die mensen in zaaltjes in Nederland om op grond van wat ze te zien krijgen net zo enthousiast als Maurice te raken.
Je moest er als het ware doorheen kijken
Laat staan dat ze zich konden voorstellen dat je ooit zoiets als een chatfunctie zou gebruiken. Je moest er als het ware doorheen kijken. Nu is het nog niks, maar je kunt al zien wat het zou kunnen worden. Zoiets.
Ik moest aan Maurice en zijn demo’s denken toen onze redacteur Anna verslag deed van haar bezoek aan een conferentie over wearable technologie in Munchen. Daar liepen mensen met Google Glass brillen, en hadden ze het over de belofte van slimme T-shirts, sokken, armbanden, horloges en zelfs sensoren die je kunt implanteren. De praktische toepassingen van deze technologie zijn vandaag de dag nog beperkt. Het is niet makkelijk om op een verjaardag of aan de borreltafel uit te leggen hoe handig het is wanneer je van minuut tot minuut weet hoeveel je tot op de calorie af hebt bewogen. Of dat je een foto kunt maken door met je ogen te knipperen. Of dat je sok aan je smartphone meldt hoe warm het is.
Het deed me ook weer denken aan de demo van mijn eerste zelf in elkaar gesoldeerde microcomputer. “Noem twee getallen onder de vijftien”, vroeg ik mijn vriendin.
“Noem twee getallen onder de vijftien”, vroeg ik mijn vriendin
“Vijf en twaalf”, zei ze. Na oneindig veel handelingen stond er “00010001″op het piepkleine display. “De uitkomst is zeventien”, juichte ik bijna.
“Leuk”, zei ze, met genoeg ironie om een hele jaargang postmoderne literatuurwetenschappers op te laten promoveren. De tijd was nog niet rijp voor de pc.
It takes time
Maar je voelt aan alles aan aan dat de wearable golf over vijf tot vijftien jaar gezien iets wezenlijks gaat betekenen voor de manier waarop we met informatie omgaan. Het heeft een generatie geduurd voordat de smartphone, tablets, apps, social media en cloud-toepassingen ons niet alleen hebben bevrijd van de pc, maar onze relatie tot technologie in ons dagelijkse doen en laten echt hebben veranderd. De eerste smartphones waren tien jaar geleden al beschikbaar, maar het was toen een geïsoleerde technologie. Er was geen ecosysteem voor, en ze hadden nauwelijks echte invloed op de manier waarop we communiceerden, werkten en leefden. Dat je bijna fysiek van slag zou kunnen zijn als je een week zonder smartphone moest doorbrengen was onvoorstelbaar. Dat is overigens nog steeds zo voor veel mensen boven de 40.
De slimme sokken en brillen van nu zijn de digitale rondleiding in het Louvre van 1994. Er zal een generatie overheen gaan, maar wearable technologie zal een enorme invloed hebben. Ons gedrag zal erdoor veranderen. We weten alleen nog niet hoe de Facebook, Amazon en eBay van technologie die je op je lichaam draagt eruit gaan zien. Behalve de bezoekers van die wearable technology beurs natuurlijk. Dat denken ze tenminste.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!