“This is the year of the wearable.” Met die woorden opent Wearable Technologie’s CEO Christian Stammel de eerste dag van de gelijknamige conferentie in München. Op hetzelfde beursterrein wordt ook de ISPO georganiseerd, één van de grootste sportbeurzen ter wereld. Terwijl daar duizenden mensen naar binnen gaan, loopt een bescheiden gezelschap wearable-watchers door naar een kleiner gedeelte in het Internationales Congress Center München. Zo’n 400 mensen zijn het in totaal, die als deelnemer, spreker of standhouder aanwezig zijn om alle nieuwe in’s en out’s te horen over wearables. Anna Jacobs was erbij.
Voor een beurs die al 11 jaar bestaat en de naam Wearable Technologies Conference draagt, moet het een opluchting zijn dat 2014 ‘eindelijk’ het jaar van de wearable is. Of liever gezegd: het jaar waarin wearables – technologieën die we dichtbij, op of zelfs in het lichaam dragen – de consumentenmarkt zullen gaan betreden, vooral op het gebied van gezondheid en fitness. Op de conferenties van afgelopen jaren had men het jaar van de doorbraak al eerder voorspeld. De eerdergenoemde Stammel zei vorig jaar nog: “After working for the realization of a vibrant market for wearable technologies for nearly one decade, it looks like the proper factors for success are finally coming together.”
Exponentiële groeicijfers
Het is niet onverklaarbaar dat de bezoekers en organisatoren in München sterk het gevoel hebben dat de doorbraak van wearables nu dichterbij is dan ooit.
2013 was het jaar dat de term wearable voor het eerst op enige schaal bij een breder publiek bekend werd
De opkomst van activity trackers en smartwatches als Fitbit en Samsung Galaxy en de belangstelling voor Google Glass hebben ervoor gezorgd dat 2013 het jaar was waarin de term wearable voor het eerst op enige schaal bij een breder publiek bekend werd. De massale media-aandacht voor wearables op de recente Consumer Electronics Show (CES) in Las Vegas versterkte die hooggespannen verwachtingen.
Maar er zijn meer positieve signalen. Natuurlijk zijn daar allereerst de beroepsoptimisten uit de industrie en de marktonderzoekers. Meerdere presentaties, waaronder die van Intel’s Neil Cox, tonen grafieken met exponentieel stijgende lijnen en groeiende staven: in 2020 zal het aantal connected devices – waaronder smartwatches, activity trackers en andere draagbare sensoren – groeien naar 50 miljard wereldwijd. Maar 2020 duurt nog zes jaar, dus wat gaat er dan precies dit jaar gebeuren?
De vijf key elementen
Harry Strasser, managing partner bij Wearable Technologies, doceert dat er vijf sleutelelementen zijn die de wearables markt momenteel aandrijven. Allereerst is innovatie booming: de innovatieve startups schieten uit de grond en ontvangen durfkapitaal kickstarters, crowdfundingplatformen of via de investeringsfondsen van grote spelers als Samsung en Intel.
Zelf een slimme sok ontwikkelen is geen rocket science meer
Daarnaast maakt de huidige technologie veel mogelijk: de basisbenodigdheden – zoals kleine sensoren – zijn voor producenten van wearables eenvoudig en goedkoop te krijgen. Zelf een slimme sok ontwikkelen is geen rocket science meer. Er komen steeds meer marktsegmenten bij die ook interessant zijn voor wearables, zoals beveiliging, wellness, communicatie en mode. En het ecosysteem om consumenten te bereiken is inmiddels compleet. Van microchips tot design, netwerkaanbieders, productaanbieders, service en distributie: alle honken zijn bezet. Maar de belangrijkste driver voor de wearable industrie is de nog steeds groeiende markt voor smartphones. Wearables werken meestal met mobiele apps voor de communicatie met de gebruiker.
En toch, het is een vraag die op het congres meerdere malen – waaronder door Strasser zelf – gesteld wordt: zijn wearables nu uiteindelijk toch niet meer dan een hype? Als hij op dinsdagmorgen die vraag stelt aan de zaal, blijft het rustig. Bij “zijn er sceptici aanwezig?” steken slechts enkelen hun hand op, maar bij “wie gelooft er dat wearables een grote transformatie gaan veroorzaken?” ook. Het kan aan het vroege tijdstip hebben gelegen, maar een rondvraag onder de aanwezigen maakt duidelijk: eigenlijk weet niemand het nog precies. Zoals Strasser zegt zijn er genoeg redenen om aan te nemen dat wearables op korte termijn van de niche- naar de brede consumentenmarkt gaan verschuiven, maar of dit volgend of zelfs het jaar daarop gaat gebeuren, dat blijft onduidelijk. En over de vraag welke vorm die populaire wearable dan gaat aannemen tast men ook nog in het duister.
Waar koop je een wearable?
Onduidelijkheid of niet: uit de presentaties op de conferentie komen natuurlijk overwegend positieve geluiden over wearables naar voren.
Sensoren die je implanteert zullen in 2014 zeker nog geen massamarkt worden
Kritiek is er maar in beperkte mate. Dr. Isabel Pedersen is een uitzondering en geeft in haar presentatie From Carryables to Wearables, to Implantables and Beyond aan dat het moment waarop wij ons nu met wearables bevinden juist vraagt om reflectie en een kritische blik. Nu wearables zich nog niet volledig in de consumentenmarkt bevinden is het volgens Pedersen belangrijk om na te gaan wat onze relatie is met technologie en op wat voor manier mensen wearables in hun dagelijks leven gaan opnemen – of zelfs in hun lichaam gaan dragen. Dat dat laatste nog niet vanzelfsprekend is, blijkt overigens wel uit meerdere presentaties. Sensoren die je implanteert zullen in 2014 zeker nog geen massamarkt worden, vinden ook de allergrootste wearable-evangelisten.
Christian Stammel beschrijft in zijn openingspresentatie wel dat hij een duidelijke bottleneck ervaart: de producten zijn er, maar wie gaat ze op de consumentenmarkt brengen? Wie gaat ze verkopen en tegen welke prijs?
Wie gaat wearables verkopen en tegen welke prijs?
Wearable winkels zullen er voorlopig niet komen, maar in de consumentenelektronica concerns zullen ze ook niet snel verkocht worden. Je moet er toch een verhaal bij vertellen. Dus zullen sportzaken of apotheken eerder wearables gaan verkopen. Tegelijkertijd moeten consumentenelektronica zaken als MediaMarkt of Saturn wel gaan nadenken over de manier waarop zij in de toekomst dergelijke producten gaan aanbieden: moeten er speciale sport-, gezondheid, en medische afdelingen komen waar ze passende draagbare technologieën verkopen? Ze hebben per slot van rekening ook al speciale afdelingen voor espressomachines en voor Apple producten.
Demo’s: the good, the bad and the ugly
Er is nog een reden waarom wearables nog niet bij iedereen om de pols of nek hangen: ze zijn simpelweg nog niet mooi genoeg (en vaak ronduit lelijk). De aandacht lag afgelopen jaren op alles wat een smartwatch moet kunnen en daardoor spelen vormgeving en gebruiksgemak nog tweede viool. Jonas Olsson laat Sony’s eerste smartwatch zien, een log en groot apparaat.
Mode en technologie moeten steeds meer naar elkaar toe gaan groeien, daar zijn vele sprekers het over eens
Hun gloednieuwe Core, die afgelopen CES (in Las Vegas) werd gelanceerd, is een stijlvolle activity tracker die laat zien dat er de afgelopen jaren duidelijk lessen zijn geleerd . Maar het moet verder gaan. Mode en technologie moeten steeds meer naar elkaar toe gaan groeien, daar zijn vele sprekers het over eens. Christoph Dressel van Kwamecorp vertelt over hun smartwatch genaamd BOND. “Dure horloge en sieraden zijn nu eenmaal populair, de meeste smartwatches zijn alleen nog maar leuk voor geeks. Maar we moeten ook denken aan de vrouwen: wearables moeten veelzijdiger en mooier worden.” Dat is volgens Dressel de route naar succes. Misschien vast advertenties in Opzij, Elle en Linda reserveren?
Toch lijken ook veel nieuwe producten – waarvan fabrikanten naar eigen zeggen meer met gebruiksgemak en uiterlijk rekening hebben gehouden – nog niet rijp te zijn voor de gewone consument. Tijdens de presentatie van de Neptune Pine, die nagenoeg alles kan (behalve printen), maar wel het formaat van een pakje sigaretten heeft, vraagt iemand uit de zaal of de exposant kan voordoen hoe je kunt bellen met deze smartwatch. “Je kunt de speaker gebruiken en er vanaf een afstand in praten”, antwoordt Neptune’s CEO Simon Tian, “maar je kunt hem ook eenvoudig loshalen om te bellen.” Eenvoudig blijkt echter niet het juiste woord. Na een minuut lang sjorren – vol ongemakkelijk geroezemoes uit de zaal – krijgt Tian de ‘telefoon’ pas los van de polsband.
Data als nieuw businessmodel
Het uiterlijk en de gebruikerservaring van wearables zijn volgens iedereen van cruciaal belang. Maar tegelijk hoor je tijdens de twee dagen ook dat je verder moet kijken dan de hardware. “Don’t just sell pretty hardware, it’s all about data. It’s about what the Quantified Selfers tried, but didn’t know how to make appealing”, aldus Nick Hunn. Quantified Selfers zijn hobbyisten die de hele dag van alles aan hun lichaam meten. Een wearable moet voorzien worden van een service, gericht op de data die zo’n wearable verzamelt. “Zo’n product is een maand leuk voor de nieuwigheid, daarna is het zaak om gebruikers aan je te binden.
“Don’t just sell pretty hardware, it’s all about data"
Dat doe je door ze een maandelijkse service te bieden: hen te laten betalen voor relevante feedback op de door hun geleverde data”, vervolgt Hunn. Het is dan ook de vraag of er niet vanzelf twee businessmodellen gaan ontstaan: één voor de kastjes en één online diensten en apps? Of moet je ze juist combineren om succes te hebben? Dat is de aanpak die de activity trackers van Fitbit, Jawbone en Withings nu gebruiken: bij hun armbanden krijg je ook de apps en cloud software om je data te beheren.
Dat gezondheid en fitness een belangrijk domein zijn binnen wearables, wordt tijdens de conferentie ook duidelijk. Of het nu in de vorm van een t-shirt, losse sensor of armband gaat: wearables en gezondheid zijn een ‘marriage made in heaven’, menen veel exposanten en bezoekers. Volgens meerdere sprekers bestaat er een groeiende vraag van consumenten om persoonlijke gezondheidsdata te tracken, analyseren en delen. Fitbit’s marketing director Benoit Raimbault vertelt in zijn presentatie dat volgens marktonderzoek 60% van de volwassenen vorig jaar aangaf van plan te zijn om dit jaar voor zichzelf een fitness tracker aan te schaffen. Tikje WC-eend natuurlijk, maar zijn schattingen vind je ook terug in andere onderzoeken.
Twee smartwatches én 'n Google Glass
Een twee dagen durende conferentie over wearable technologie biedt veel nieuwe inzichten en ideeën. Tegelijk wordt het ook glashelder dat er nog een lange weg te gaan is voordat je van een echte doorbraak kunt spreken. Dat zie je eigenlijk ook wel aan de bezoekers van de conferentie: dat is geen dwarsdoorsnede van de Europese bevolking. Sommige van de, overwegend mannelijke, bezoekers hebben niet alleen een Google Glass, maar ook twee smartwatches en een Fitbit om. Wat dat betreft zien de hordes bezoekers van de sportbeurs er veel meer uit als een afspiegeling van de gemiddelde consument die warm moet gaan lopen voor de nieuwe lichting wearables.
Fitbit, de Amerikaanse marktleider in activity trackers, had het in ieder geval slim bekeken. Die stonden niet alleen op de Wearables conferentie, maar hadden ook een stand gehuurd op de sportbeurs. Die jongens komen er wel.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!