Amerikaanse burgers die gegevens over hun gezondheid bijhouden doen dat nu nog grotendeels op papier of in hun hoofd. Maar de balans begint door te slaan richting apps en digitale diensten. En in tegenstelling tot het stereotype beeld zijn het niet alleen de jonge, gezonde, goed verdienende consumenten die voor de groei zorgen. De toename zit in breedte van de bevolking, maar vooral bij mensen met gezondheidsproblemen die zelf meer regie willen hebben over hun gezondheid.
Dat is één van de meest in het oog springende resultaten uit Digital Health Consumer Adoption, een onderzoek onder 4000 volwassen Amerikanen. De initiatiefnemer is Rock Health, een broedplaats voor jonge technologiebedrijven die vooral bekend is van zijn kwartaaloverzichten die aangeven hoeveel durfinvesteerders in digitale zorgtechnologie stoppen. De belangrijkste doelstelling van het onderzoek dat afgelopen zomer werd gehouden is volgens de makers het peilen van de marktpenetratie van een zestal digitale zorgsegmenten die specifieke op consumentenmarkt gericht zijn. De zes categorieën hebben vooral te maken met de manier waarop de zorgconsument met gezondheid bezig is en lopen van het opzoeken van informatie tot beeldschermconsulten met een zorgaanbieder. Rock Health onderscheidt de volgende segmenten:
- Online informatiebronnen (WebMD)
- Online vergelijkingssites en afspraken maken (ZocDoc)
- Apps om je gezondheid bij te houden (MyFitnessPal, Apple Health)
- Wearables (Fitbit)
- Consumentendiensten voor genetische testen (23andMe)
- Telezorg (Doctor on Demand)
In de meeste van deze rubrieken zijn ook vergelijkbare Nederlandse aanbieders te vinden, zoals Thuisarts, Constamed, PatientHub en ZorgkaartNederland. Voor de rubrieken apps, wearables en genetische testen ligt het vinden van een Nederlandse aanbieder complexer, aangezien we hier geen aanbieders van vergelijkbare schaalgrootte kennen.
Marktfase: early adaptors
Rock Health concludeert dat digitale zorg nog een steile groeicurve voor de boeg heeft. De helft van alle ondervraagden heeft ervaring met slechts één van de zes bovenstaande segmenten, of met geen enkele toepassing. Er is ook een groep superusers, maar dat is slechts twee procent van de bevolking: zij gebruiken toepassingen in alle zes de segmenten.
Gebruik door consumenten in de zes segmenten. Copyright RockHealth (bron: Digital Health Consumer Adoption 2015 report)
Net als in Nederland is het opzoeken van medische informatie de meest voorkomend toepassing: 71 procent van de ondervraagden maakt hier gebruik van. In Nederland ligt dit aantal op 66 procent, zo blijkt uit de eHealth Monitor 2015. Informatie over medicijnen wordt het meest gezocht, informatie over behandelingen het minst. Tot zover niets verrassend. Rock Health vroeg echter ook naar de acties die consumenten ondernemen wanneer ze online informatie hebben opgezocht.
Waar wordt online naar gezocht en wat wordt met die informatie gedaan? Copyright RockHealth (bron: Digital Health Consumer Adoption 2015 report)
Ongeveer een derde van de ondervraagden gaf aan dat ze met hun arts hun eigen idee over een diagnose bespreken aan de hand van online zoekresultaten. Bijna eenzelfde percentage bespreekt de eigen onderzoeksresultaten naar mogelijke behandelingen met de arts. Rock Health concludeert dat je op de totale bevolking kunt spreken van 15-20 procent van de consumenten die zeer gemotiveerd zijn, zelf naar informatie zoeken en zich voldoende zeker voelen om de eigen research met de arts te bespreken.
Consumenten vertrouwen nog steeds de dokter
Rock Health vroeg ook naar het vertrouwen dat consumenten in diverse informatiebronnen stellen. De eigen arts scoort daarin het hoogst, gevolgd door andere artsen en vrienden en familieleden. Gezondheidssites scoren bovendien beter dan apps, en helemaal beter dan social media en online communities. Die laatste uitkomst roept natuurlijk vragen op: bedoelen de ondervraagden hier nu Twitter en Facebook of de vaak uitstekende sites rondom specifieke aandoeningen?
Wie wordt vertrouwd voor betrouwbare gezondheidsinformatie?
Copyright RockHealth (bron: Digital Health Consumer Adoption 2015 report)
De helft van de Amerikanen gebruikt volgens Rock Health apps en internet om reviews van artsen te vinden (volgens de eHealth Monitor 2015 is dat aantal in Nederland 26 procent van alle consumenten). De helft van deze groep gebruikte de opgezochte informatie ook daadwerkelijk bij het maken van een keuze van de zorgaanbieder. De onderzoekers vroegen naar de criteria die consumenten gebruiken bij het beoordelen van een arts of ziekenhuis. Daarbij zijn een eenvoudige rating (bijvoorbeeld drie van de vijf sterren) en de opmerkingen van andere gebruikers het meest populair.
Gezondheidsgegevens bijhouden
Apps worden steeds populairder, maar het grootste deel van de ondervraagden houdt gegevens over gewicht, hartslag, bloeddruk of dieet nog gewoon op papier bij. Alleen het meten van lichamelijke activiteit gebeurt vaker met een app dan op papier of uit het hoofd. Volgens Rock Health komt dat vooral doordat elke smartphone al een actieve tracker is die consumenten zonder extra kosten kunnen gebruiken, niet alleen voor sporten maar ook gedurende de hele dag.
Het grootste deel van de ondervraagden houdt gegevens nog gewoon op papier bij
Deze gegevens zijn overigens niet goed vergelijkbaar met die van de Nederlandse eHealth Monitor, omdat daarin voor 2015 nog geen uitsplitsing zit tussen apparaten (zoals een Fitbit armband) of een app. Een vijfde van de Nederlandse zorggebruikers gebruikt volgens de monitor een apparaat of een app om lichamelijke activiteit bij te houden, elf procent houdt voedingsgegevens bij, dertien procent houdt gewicht, bloeddruk of suikerspiegel bij. Overall lijkt de penetratie in Nederland dus wat hoger, maar de onderzoeken zijn zoals gezegd niet één op één vergelijkbaar.
Wearables en activity trackers
Amerikanen kopen, net als Nederlanders, steeds vaker een activity tracker of andere wearable om beweging of sport bij te houden. Ze doen dat voornamelijk om motivatie te vinden om meer te bewegen (65%) of af te vallen (42%). Bij de ondervraagden die pas sinds kort een tracker hadden (minder dan drie maanden) zie je overigens een ander profiel dan bij de echte early adopters die al eerder een tracker kochten. De recente kopers zijn vaker patiënt, zijn vaker opgenomen geweest in een ziekenhuis en hebben een hogere bereidheid om te betalen voor (aanvullende) zorg. Het lijkt er volgens Rock Health dus op dat activity trackers en andere wearables vanuit het perspectief van de Amerikaanse patiënt steeds vaker een volwaardig onderdeel zijn van een medische behandeling of zelfmanagement.
Waarom koop je een fitness tracker? Copyright RockHealth (bron: Digital Health Consumer Adoption 2015 report)
Gegevens delen: vertrouw je Google of Facebook
Rock Health vroeg naar de bereidheid van Amerikaanse consumenten om data over hun gezondheid te delen met andere partijen. Daarbij vroegen de onderzoekers of je je ziektegeschiedenis, gegevens over je lichamelijke activiteit of genetische informatie zou willen delen. Ook in dit onderdeel komt het vertrouwen dat de huisarts inneemt goed naar voren. Amerikaanse consumenten hebben er nauwelijks problemen mee om hun data te delen met hun dokters, al geldt dat in iets mindere mate wanneer het om genetische informatie gaat. Wat voor Nederlandse begrippen opvallend is: Amerikanen hebben er ook niet zo veel moeite mee om gegevens te delen met hun verzekeraar. De helft wil het medisch dossier wel delen, iets minder mensen ook data over lichamelijke activiteit en een kwart zelfs genetische informatie. Die soepelere houding ten opzichte van verzekeraars kun je waarschijnlijk niet los zien van het Amerikaanse borgstelsel en culturele verschillen, maar in Nederland is het wantrouwen jegens de verzekeraars volgens allerlei onderzoeken aanzienlijk hoger.
Is men bereid gezondheidsdata te delen en met wie? Copyright RockHealth (bron: Digital Health Consumer Adoption 2015 report)
De overheid en vooral technologiebedrijven zijn in de VS de boemannen aan wie je geen persoonlijke gegevens toevertrouwt. Slechts één op de tien Amerikanen zou gegevens willen delen met deze partijen. Wanneer het dan toch moet, dan vertrouwt de Amerikaanse burger Google nog het meest, op de voet gevolgd door Microsoft en Apple. Facebook is voor slechts één op de twintig ondervraagden een mogelijke kandidaat om persoonlijke gezondheidsdata mee te delen.
Met welk tech bedrijf zijn Amerikanen bereid data te delen? Copyright RockHealth (bron: Digital Health Consumer Adoption 2015 report)
Rock Health concludeert dat consumenten er geen probleem mee hebben om data te delen voor research, betere zorg of kortingen op verzekeringen, maar dat ze daarbij wel te allen tijde in control van hun data willen zijn.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!