“Dus daarom is het belangrijk dat alle neuzen dezelfde kant op staan”, besluit de voorzitter. Ik kijk onopvallend de tafel rond. De rest van mijn gezelschap – een club beleidsmakers, bestuurders en beslissers in de zorg – knikt instemmend. “Toch denk ik dat we het beter over het weekend kunnen tillen”, probeert de secretaris, maar zijn opmerking gaat verloren in het geroezemoes en kabaal van verschuivende stoelen.
Ik blijf nog even zitten om mijn spullen te pakken als de vergadering is afgelopen en het gezelschap de deur uit loopt. De ‘neuzen dezelfde kant op’ is nog maar één van de in mijn oren vreemde zinnen die ik het afgelopen anderhalf uur heb gehoord. Ook langsgekomen: ‘draagvlak creëren’, een onderwerp ergens ‘parkeren’, ‘een stip op de horizon zetten’ en ‘herijken’. En laten we ‘bomen’ vooral niet vergeten. Want over een onderwerp kun je blijkbaar ‘bomen’ met elkaar.
Kratten bier, die kun je pas 'over het weekend tillen'
‘Over het weekend tillen’? Twee jaar geleden zou ik alleen maar kratten bier over het weekend getild hebben. Een win-win situatie? Bitterballen én kaasstengels bij je speciaalbiertje bestellen. Een één-tweetje? Dat heeft in mijn vriendinnengroep een hele andere betekenis dan op de zaak.
In de overgang van student naar young professional, nu al weer ruim anderhalf jaar geleden, was vergaderjargon een van de laatste zaken waar ik me druk over maakte. Überhaupt eerst maar eens een baan vinden. Maar nu ik een tijdje meedraai in een professionele werkomgeving, realiseer ik me dat die zakelijke vergadercultuur een van de meest opvallende aspecten is van het burgermansbestaan.
Gek genoeg begon ik hier pas echt over na te denken na een post op Upcoming.nl - een van mijn favoriete werk-ontwijkend gedrag (WOG) websites –met ‘De 15 meest irritante vormen van loze vergadercultuur’. Upcoming is een app en website ontwikkeld door een aantal jonge gasten van de Telegraaf Media Groep, die misschien niet dagelijks ‘stippen aan de horizon zetten’ en zaken ‘aanhechten’. Maar het sentiment werd – als je kijkt naar de honderden Facebook-likes en tientallen hilarische reacties – bij uitstek onder jonge professionals herkend. En navraag bij vrienden levert ook veel voorbeelden op van soms ronduit idiote vergadertermen die dagelijks gebruikt worden bij de GGD, gemeente of in de cultuursector.
Die Telegraaf-jongens zullen ook niet dagelijks ‘stippen aan de horizon zetten’ en zaken ‘aanhechten’
Dus ja, ik loop ook tegen die termen aan. Het frappante is dat ik ze zelf ook wel eens gebruik. In een reflex wil ik mijn handen voor mijn mond slaan wanneer ik mezelf hoor zeggen ‘Laten we daar later nog even over sparren’. En toegegeven, ik verstuur ook mails met ‘terugkoppelen.’ Of ‘snel schakelen’. Of andere termen die je normaal alleen in de auto zou gebruiken.
Is het er langzaam ingeslopen? Ontkom je er niet aan, wanneer je wekelijkse vergadert, en zakelijk e-mails verstuurt? Wanneer begin die taalverloedering in te zetten? Is een gebrek aan creativiteit, of kan ik daadwerkelijk geen andere termen gebruiken?
Misschien moet ik dat voortaan gewoon doen, de absurditeit van de termen inzien en proberen niet te lachen bij de volgende vergadering. En met een tikje weemoed terugdenken aan de jaren zonder het loze vergaderjargon, toen er nog kratten bier 'over het weekend' getild werden.
[accordion]
[acc title="Foto credit"]http://www.flickr.com/photos/kara_allyson/[/acc]
[/accordion]
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!