In de serie eHealth op de werkvloer spreekt SmartHealth met zorgprofessionals die dagelijks te maken hebben met eHealth toepassingen. Veel van die technologische innovaties betekenen op papier efficiënter werken, kwaliteitsverbetering of kostenverlaging. Maar in de praktijk zijn er vaak genoeg obstakels te overwinnen. Een kwestie van tussen droom en daad? Deze week spreken we met Elisa Gielen, logopedist, die online logopedie van TinyEYE in Nederland gelanceerd heeft.
“Vaak is logopedie iets oefenen wat je zelf nog niet kan, dus vinden kinderen het niet leuk of lastig. Een van de grootste voordelen van TinyEYE is dat kinderen het leuk vinden om ermee te werken: het is alsof ze een spelletje aan het spelen zijn. Het is gewoon leuk geworden om te oefenen, en dat vind ik een van de belangrijkste aspecten van het programma”, vertelt Elisa Gielen, die ruim 30 jaar als logopedist werkt.
Niet alleen kinderen maken gebruik van logopedie. Ook volwassenen met een taalachterstand, die Nederlands als tweede taal hebben, of patiënten die een beroerte gehad hebben of de ziekte van Parkinson hebben, en daardoor moeite hebben met spraak of taal. Taalaandoeningen of stoornissen met een klinische achtergrond worden door een logopedist behandeld en vergoed door de zorgverzekeraar. Voor sommige taalgerelateerde problemen – bijvoorbeeld een Turks kindje dat een taalachterstand in het Nederlands heeft – draagt de basisschool zorg voor de logopedie. Gielen: “Alleen klinische stoornissen worden vergoed: een taalachterstand of taalprobleem wordt beschouwd als didactisch-pedagogisch probleem waardoor het in het onderwijs thuishoort en niet in de zorg.”
“Logopedie valt onder verzekerde zorg, dus iedereen die dat nodig heeft kan logopedie krijgen. Maar wat ik in mijn carrière heb gemerkt is dat er cliënten zijn die de drempel te hoog vinden om naar een logopedist of een praktijk te komen”, vertelt Gielen. Dat hoeft niet gerelateerd te zijn aan opleiding of inkomen van de ouders: soms hebben de ouders meerdere kinderen om voor te zorgen, of geen vervoer. “Ik heb in mijn loopbaan gemerkt dat het steeds vaker voorkwam dat kinderen op school minder kansen kregen om zich te ontwikkelen en hun taalproblemen aan te pakken. Ik vond het frustrerend om te zien dat in Nederland, waar er zo veel hoog opgeleide logopedisten werken, toch het probleem bestaat dat je kinderen en ouderen niet kunt helpen.”
Pak de beeldtelefoon
Met haar partner Paul Jenkins, werkzaam als ingenieur bij Ericsson, dacht Gielen na over de omvang en oplossing van het probleem. Als je grote groepen mensen wil bereiken, dan moet je technologie gaan inzetten, concludeerden zij en haar man in 2006. “Ik ben gaan kijken wat er bestond op het gebied van logopedie op afstand.” In Zweden werd geëxperimenteerd met beeldlogopedie, en via Ericsson wist haar man dat er een beeldtelefoon op de markt zou komen.
"Uit de pilot bleek dat de cliënt, zowel de ouders als het kind zelf, het een hele prettige manier van werken vonden"
“Daar hebben we toen op ingespeeld: we hebben een spraakfonds opgericht om kinderen te helpen die buiten de boot vallen, door beeldtelefonie in te zetten om cliënten te bereiken.” Een beeldtelefoon is een internettelefoon, dus een beeldverbinding via de telefoon om elkaar te zien en te horen. “We merkten een groot enthousiasme op de scholen en bij de kinderen die het gebruikten. Uit de pilot bleek dat de cliënt, zowel de ouders als het kind zelf, het een hele prettige manier van werken vonden. Beeldtelefonie maakte het mogelijk voor ouders die weinig contact hadden met de school of met de logopediste om vanuit hun eigen vertrouwde omgeving behandelingen en logopedie te ontvangen.”
Gielens spraakfonds wordt voornamelijk uit privémiddelen gefinancierd, en met financiële steun van de gemeente Stadskanaal, waar de pilot draait. “De proef met beeldtelefoons heeft ons gestimuleerd om verder te kijken. We hebben toen ook besloten om ons professioneel als ondernemers te richten op innovatie in de zorg”, vertelt Gielen. Ze start met haar partner een opleiding Ondernemerschap in de zorg aan de Universiteit van Twente.
Lange afstanden
De Canadese logopedist Marnee Brick merkte dat ze meer in de auto zat om naar cliënten te rijden dan dat ze daadwerkelijk logopedie geeft. Brick ontwikkelde met haar broer het programma TinyEYE, software om logopedie op afstand te kunnen geven. Gielen en haar partner ontdekken het programma in 2009.
“Dit brengt logopedie veel verder en op een ander niveau.”
“TinyEYE gaat als softwarepakket veel verder dan alleen een beeld- en geluidsverbinding: het is een applicatie waarmee bijvoorbeeld ook afspraken gemaakt en beheerd kunnen worden, kinderen en ouders thuis kunnen oefenen, en waarin een behandelplan wordt aangeboden.” Ze is direct enthousiast wanneer ze het programma voor het eerst ziet. “Dit brengt logopedie veel verder en op een ander niveau.”
Met een team taalwetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen wordt het Canadese TinyEYE aangepast voor de Nederlandse markt. TinyEYE is een cloud-applicatie: de logopedist kan inloggen via een webapplicatie. Niet alleen logopedisten maken er gebruik van, ook scholen kunnen een licentie kopen. Gielen heeft met haar onderneming de exclusieve licentierechten voor heel Europa. “Logopedisten kunnen een opleiding volgen, krijgen een certificaat, en een jaar-licentie om onbeperkt te werken met TinyEYE. Ook een school of instelling kunnen een licentie nemen om op school online logopedie te ontvangen. Ouders en cliënten hoeven er niets voor te betalen.”
TineEYE werkt met ruim tweehonderd soorten games, gericht op alle stoornissen die in de logopedie voorkomen. De logopedist stelt een behandelplan op, en TinyEYE biedt een passende game specifiek voor die spraak- of taalproblemen. “Je moet het vooral zo zien: wat wij anders doen is een ander medium gebruiken, namelijk een software pakket en het internet. De logopedist bepaalt de standaard en stelt een behandelprogramma op. Het product zelf is niet de logopedie, het is de logopedist die het laat werken.”
De offline logopediepraktijk
Gielen werkt niet alleen online: ze is ook eigenaar van een bakstenen logopediepraktijk in Groningen waar vier vaste logopedisten en een aantal freelancers werken.
Voor de zorgverzekeraar moet er ook een ‘offline’ logopediepraktijk bestaan
Voor zorgverzekeraars is het noodzakelijk dat er een face-to-face contactmoment nodig is bij het starten van een logopediebehandeling, dus moet er ook een ‘offline’ logopediepraktijk bestaan. De Nederlandse Zorgautoriteit heeft tele-logopedie opgenomen als prestatiecode in 2011. In dat jaar starten ook de eerste opleidingen voor logopedisten die met TinyEYE gaan werken. Tele-logopedie is, net als bijvoorbeeld online psychologische hulpverlening, blended care: een combinatie van fysieke afspraken en online behandelingen.
Gielen: “We zijn volgens ons op dit moment de enige aanbieder van tele-logopedie in Nederland. Er zijn geen andere programma’s die doen wat TinyEYE doet, logopedische zorg op afstand leveren.” En bestaande alternatieven? “Skype is geen optie, dat is geen beveiligde verbinding.”
Ook aan de vraag naar transparantie – een behoefte van verzekeraars – kan gemakkelijker worden voldaan met een online applicatie, denkt Gielen. Effectiviteit van zorgverlening en behandelingen wordt beter meetbaar. “Uit wetenschappelijk onderzoek naar TinyEYE blijkt dat je minder sessies nodig hebt om tot hetzelfde resultaat te komen, en dat is interessant voor een zorgverzekeraar omdat het kostenbesparend is.”
Thuis oefenen
Maar ook klanten zijn gebaat met de mogelijkheden om wanneer het hun uitkomt logopedie te krijgen. TinyEYE maakt het makkelijk om vanuit huis, school of buitenschoolse opvang even in te loggen en therapie te krijgen. Het enige wat je nodig hebt is een reguliere internetverbinding, een headset, en een computer. Gielen: “Een ander positief aspect is zelfmanagement, in de vorm van de huiswerkmodule.
"Ouders begrepen vaak niet wat ze moesten doen wanneer ze de logopediepraktijk uitliepen”
Voorheen was het lastig te controleren of kinderen thuis geoefend hebben met de opdrachten die ze mee gekregen hebben. Maar in TinyEYE zie je direct wanneer en met welk resultaat een spel gespeeld is, en of een kind alleen of met een ouder geoefend heeft. En daar zit nu juist de crux van de logopedie: als jij een hele goede logopedist bent maar jouw cliënt oefent niet, dan bereik je geen resultaat.” Oefening is noodzakelijk om spraak- en taalproblemen te verhelpen. “Daar komt ook nog bij dat ouders vaak niet begrijpen wat ze moeten doen wanneer ze de logopediepraktijk uitlopen.”
“Allerlei smoezen hoor je soms voorbij komen”, lacht Willemijn van Lochem, die sinds twee jaar als logopedist bij De Online Logopedie Praktijk. “Het schriftje met oefeningen ligt nog bij papa als de ouders gescheiden zijn, of er is een kop koffie over heen gegaan.” Ook Van Lochem merkt een verschil in therapietrouw sinds ze online opdrachten meegeeft. “Ik neem een filmpje op waarin ik precies uitleg wat en hoe er geoefend kan worden, zodat ouders thuis terug kunnen kijken wat voor oefening het kind kan doen.” Gielen: “Het systeem heeft hele waardevolle aspecten om snel tot resultaat te komen.”
Maar TinyEYE wordt bijvoorbeeld ook ingezet voor Nederlanders en hun kinderen in het buitenland. “Kinderen van expats zijn een leuke doelgroep”, zegt Van Lochem. Pientere kleine jongens en meisjes die van hun ouders beter Nederlands moeten leren spreken, en vanuit Hongarije, Frankrijk of Duitsland geholpen worden door een Nederlandse logopedist. Momenteel werken er ook logopedisten in België, Duitsland en Engeland met TinyEYE – in veel andere Europese landen is het nog relatief nieuw.
Ook voor oudere patiënten biedt online logopedie een oplossing. “Je ziet soms dat ouderen die bijvoorbeeld een beroerte hebben gehad na revalidatie weer thuis komen en in een sociaal isolement raken wanneer de fysiotherapie en logopedie stoppen”, vertelt Van Lochem.
"Dat vind ik het mooiste aan online logopedie, je kunt iedereen bereiken, en op hun eigen niveau.”
Gielen: “Onze oudste cliënte is 92 jaar en heeft een herseninfarct gehad. Ze is niet opgegroeid met een computer, maar krijgt nu vanuit huis logopedie en vindt het fantastisch. En dat is wat ik het mooist vind aan online logopedie, je kunt iedereen bereiken, en op hun eigen niveau.” Slikproblematiek – ook een domein van de logopedist – kan in sommige gevallen via online therapie worden behandeld. Maar Van Lochem geeft aan dat dat minder waarschijnlijk is. "Ik behandel nu een vrouw uit Engeland voor haar slikproblemen, maar dat komt omdat er geen logopediepraktijk bij haar in de buurt is.”
Parttime werken op de traditionele manier
“De zorg is een conservatieve wereld, je ontmoet veel weerstand en dat merken wij ook. Die weerstand komt voornamelijk vanuit vrij gevestigde logopedisten. Het is een conservatieve groep, meestal vrouwen, die twee of drie dagen per week werken. En dat is naar mijn idee een groep die niet snel uit de comfort zone komt”, denkt Gielen.
Maar niet alleen ervaren zorgprofessionals moeten wennen aan online logopedie. Van Lochem: “Voordat ik met TinyEYE ging werken wist ik ook niet af van het bestaan van tele-logopedie: ik had er nooit over nagedacht of gelezen, en vanuit mijn opleiding werd er niets verteld over online behandelingen. Wij geven inmiddels in Groningen één keer per jaar een gastcollege aan tweedejaars studenten, maar eigenlijk is dat een magere vorm van voorlichting.” Die onbekendheid maakte haar ook sceptisch in het begin, erkent Van Lochem.
Gielen: “Als je met TinyEYE werkt moet je een andere manier van werken aannemen. Je hoeft dat alleen niet als een bedreiging te zien, zeg ik altijd. Het is een nieuwe vorm van logopedie die je heel goed ernaast kunt gebruiken. Logopedisten die TinyEYE nog nooit gezien hebben zijn vaak een beetje afwerend: dat kan toch nooit goed zijn? Ik moet toch een patiënt bij me hebben? Op het moment dat ze zien hoe het gaat, en reacties van cliënten zien, zijn ze vaak enthousiast.”
“Logopedie is een vakgebied met een gemiddelde leeftijd van rond de 30-40 jaar.
"Gebrek aan ondernemerschap maakt het wellicht ook lastiger om te starten met tele-logopedie"
Een deel daarvan is niet heel vaardig met computers, dus zal minder snel technologie gebruiken. Daarnaast zijn sommige logopedisten in loondienst, en dat gebrek aan ondernemerschap maakt het wellicht ook lastiger om te starten met tele-logopedie”, vertelt Van Lochem, die zich bij De Online Logopediepraktijk ook bezig houdt met het ontwikkeling van TinyEYE en de naamsbekendheid van het programma te vergroten.
“Het gaat veel trager dan je zou willen. De technologie is zo ver, maar het is moeilijk voor mensen om te veranderen, te innoveren. Dat geldt niet alleen voor zorgverleners maar ook voor zorginstellingen en verzekeraars. Je moet dus heel veel doorzettingsvermogen hebben, en er zelf echt in geloven. Het verbaast ons niet – in Canada ging het ook zo – maar je zou soms hopen dat het wel iets sneller zou kunnen gaan.”
Lekke band
Ook van werknemers vraagt het een zekere flexibiliteit in werktijden. Gielen: “Onze logopedisten zijn zelfstandig en kunnen hun eigen tijden bepalen. De ene logopedist is een ochtendmens, dus spreekt met cliënten af om half 8 s’ochtends. Maar we hebben ook we hebben collega’s die liever s’avonds of zelfs s’nachts, in een andere tijdzone, logopedie geven.”
En is de techniek betrouwbaar? “Gegevens worden op een beveiligde server opgeslagen, dus daar kun je altijd bij.
"Je kunt nu ook niet meer afgebeld worden wanneer een ouder een lekke band heeft"
Soms gaat er wel eens iets mis bij een cliënt, maar 90% van de problemen kun je als logopedist op afstand oplossen”, vertelt Van Lochem. “Behalve als Ziggo een storing heeft, maar je kunt nu ook niet meer afgebeld worden wanneer een ouder een lekke band heeft, dus het verzuimpercentage ligt een stuk lager.”
Het lijkt een markt met een grote potentie, waarin groepen die voorheen minder goed bereikbaar waren, meer mogelijkheden krijgen om logopedie te volgen. En bovendien op momenten waarop het een cliënt uitkomt. Maar Gielen en Van Lochem geven ook aan dat innoveren lastig gaat in de praktijk, en dat logopedie een vrij traditionele beroepsgroep is. Het lijkt soms alsof de switch voor de therapeut groter is dan voor de cliënt, denkt Van Lochem. “De voordelen zijn voor een cliënt sneller zichtbaar: ook s’avonds en in de vakanties oefenen, flexibiliteit, effectieve oefeningen. Voor een zorgverlener die gewend is om fysiek te werken schrikt die online overgang soms af.” Maar beide logopedisten zijn overtuigd van de effectiviteit en efficiënte van online logopedie. Gielen: “We groeien op in een digitale wereld en het is nodig dat zorg daar ook bij aansluit.”
Alle afleveringen lezen van eHealth op de werkvloer? Klik dan op deze overzichtpagina
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!