“Ik ben het zat. 2014 moet het jaar worden waarin er schot in komt. Wij moeten ervoor zorgen dat wij in 2014 de procesinnovatie veel scherper van de grond krijgen”, aldus minister Edith Schippers gistermiddag in de Tweede Kamer bij de behandeling van de zorgbegroting. Duidelijke woorden, die vragen om een duidelijke aanpak. Maar dat blijkt niet eenvoudig. eHealth komt lastig van de grond, maar wie is daar nu precies verantwoordelijk voor? SmartHealth over de zorgbegroting, de bijbehorende Kamervragen en het debat hierover in de Tweede Kamer in de afgelopen dagen.
Afgelopen Prinsjesdag presenteerde minister Schippers de begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2014. In deze begroting is weinig plek ingeruimd voor eHealth. Dat komt niet omdat Schippers eHealth onbelangrijk vindt, ze zegt immers zelf dat “eHealth helpt de zorg slimmer te organiseren met meer regie en vrijheid voor de patiënt,
"Wij zijn nu drie jaar verder, en zie eens hoe traag het gaat"
bijdraagt aan het bestrijden van het dreigende personeelstekort en kosten vermindert.” Tijdens het plenaire debat gistermiddag was ze nog stelliger: “Wij hebben nog een enorme sprong te maken om met bijvoorbeeld eHealth dingen mogelijk te maken. In deze Kamer heb ik eerder gezegd dat ik, toen ik minister werd, heb gedacht: ik ga echt een push geven aan de procesinnovatie, want verdorie, daar laten wij toch zo veel liggen. Wij zijn nu drie jaar verder, en zie eens hoe traag het gaat. Daarom heb ik gezegd: 2014 moet het jaar worden waarin er schot in komt.”
Maar de vraag hoe eHealth precies ingezet en gebruikt moet worden, blijft vooralsnog steken in algemene beleidsvoornemens zoals het ontwikkelen van (internationale) standaarden en de ontwikkeling van richtlijnen voor onderzoek naar de toepassing van eHealth. Schippers geeft wel aan dat het kabinet ruimte heeft gemaakt voor eHealth in de bekostiging, maar in de begroting zelf zijn nauwelijks concrete eHealth projecten van enige omvang opgenomen.
Gebrek aan regie groot probleem
Het overheidsinstituut Nictiz onderzocht eerder dit jaar (in opdracht van de minister) in de eHealth-monitor 2013 het gebruik van eHealth toepassingen in Nederland. Met name het gebruik door zorgconsumenten bleek laag. Patiënten kunnen online hun dossier niet inzien, ze maken nauwelijks gebruik van de mogelijkheid om online afspraken te maken, artsen te consulteren of vervolgrecepten aan te vragen. Het Nictiz schreef in die monitor dat tijdens de gesprekken met stakeholders het gebrek aan regie vaak als groot probleem werd genoemd, en dat voor het oppakken van die regierol naar de landelijke overheid wordt gekeken. Het Nictiz suggereert dat de overheid een helder tijdspad zou kunnen vaststellen en dat aan het al dan niet behalen ervan daarvan consequenties verbonden kunnen worden, maar ook dat in de Nederlandse situatie de verzekeraars hierbij een rol kunnen spelen.
Het lijkt erop dat de minister nu dus wel meer regie wil gaan nemen. Hoe dat precies moet gaan blijft nog even in het midden, en de ondervragende Kamerleden lieten gisteren de minister eigenlijk alle ruimte om die invulling nog even op te schuiven. Alleen partijgenoot Arno Rutte (VVD) vroeg de minister: “Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat 2014 het jaar van eHealth is, niet alleen in de zin dat er nog meer kan, maar ook in de zin dat wij daadwerkelijk dingen gaan vervangen?”
Geen “vaag intentieverhaal”
Schippers antwoordde dat ze zich afvraagt aan welke knoppen ze kan draaien om eHealth in een versnelling te brengen. Eén van die knoppen is in ieder geval weer een actieplan. De minister gisteren: “Ik zou graag begin volgend jaar een actieplan naar de Kamer sturen: Innovatie in 2014, we gaan het gewoon doen. Ik zal daarbij ook naar mezelf kijken: wat ligt er nu bij ons wat het proces belemmert? Als er nog dingen liggen in bijvoorbeeld de financiering, moeten we die ook oppakken."
Schippers was het eens met Rutte dat het geen “vaag intentieverhaal” moet worden, maar een “doe-verhaal”, anders “gaat het niet vliegen”. Ze gaat er dus in de komende weken ook met allerlei experts van buitenaf over spreken, om de informatie over de vraag hoe ze dit voor elkaar krijgt boven tafel te krijgen.
De NIA werd in het begrotingsdebat gister niet één keer genoemd
De NIA, de Nationale Implementatieagenda eHealth, die Schippers vorig jaar zomer in ontvangst nam van onder meer de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF), de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN), werd in het begrotingsdebat gister niet één keer genoemd.
Destijds schreef de minister dat het vergroten van het aandeel van eHealth in onze gezondheidszorg voor haar van groot belang is. “Ik zal dit thema dan ook blijven agenderen, partijen aanspreken op hun verantwoordelijkheid en in gesprek blijven met de partijen achter de Nationale Implementatieagenda eHealth. Ik verwacht ook dat zij hun achterban organiseren om gezamenlijk onze ambities te realiseren.“
Wie gister naar het debat keek, kon niet anders dan concluderen dat de route via de NIA-partners de minister dus niet snel genoeg gaat.
De plannen met kiesbeter.nl
Het komend jaar moet volgens de minister overigens niet alleen het jaar van innovatie worden, maar ook van transparantie. Ze verwees daarbij enkele malen naar het feit dat de wet die het door haar gewenste Kwaliteitsinstituut een formele status (en daarmee slagkracht) moet geven ondanks haar herhaalde aandringen nog niet door de Eerste Kamer is goedgekeurd. De behandeling staat nu voor eind november op de agenda. Dit Kwaliteitsinstituut, goed voor een begrotingbijdrage van €48,8 miljoen, is voor een deel ook te zien als een eHealth initiatief.
Immers, dit instituut moet vanaf 2014 ervoor zorgen dat iedereen toegang heeft tot begrijpelijke en betrouwbare informatie over de kwaliteit van geleverde zorg. Deze informatie zorgt er voor dat patiënten de prestaties van zorgverleners en –instellingen kunnen vergelijken en daardoor in een gelijkwaardiger positie terecht komen. Een concreet voorbeeld van de werkzaamheden van het Kwaliteitsinstituut is het overnemen van de medische vergelijkingssite Kiesbeter.nl van het RIVM.
Met de oprichting van het Kwaliteitsinstituut brengt minister Schippers vier eerdere organisaties gericht op kwaliteitsmeting (waaronder Zichtbare Zorg) onder de paraplu van College van Zorgverzekeringen (CVZ). Een verkapte bezuinigingsoperatie, zo hoor je in het veld overigens ook wel.
De lange bedenktijd van de Eerste Kamer zorgt ervoor dat de daadwerkelijke functies en werkzaamheden van het Kwaliteitsinstituut nog niet duidelijk zijn. Michiel Geldof, woordvoerder van het College, zegt desgevraagd dat het CVZ inmiddels al druk bezig is met het opnemen en verder voortzetten van de taken van een aantal bestaande kwaliteitsinitiatieven en organisaties. Daarnaast geeft hij aan dat deze taken ook worden voortgezet als de wet Kwaliteitsinstituut niet door de Eerste Kamer komt. Kiesbeter.nl zal in ieder geval ook na 1 januari blijven bestaan, maar dan wel met een veel minder brede insteek. Dat lijkt loodrecht te staan op de wens van veel kamerleden om juist meer informatie beschikbaar te maken voor de burger.
Zowel de VVD als D66 geven in een reactie aan SmartHealth aan dat ze hopen dat de Eerste Kamer de wet zo snel mogelijk aanneemt, zodat de wettelijke basis voor het Kwaliteitsinstituut geregeld is. Michiel van Veen van de VVD zegt hierover: “Keuzevrijheid voor de patiënt betekent pas iets als er ook informatie beschikbaar is over de kwaliteit en kwaliteitsverschillen.” En ook D66 wil dat het voor mensen duidelijk wordt hoe hun arts of ziekenhuis presteert, zodat zij hierin betere keuzes kunnen maken. Hoewel de VVD Kiesbeter.nl als informatiebron over kwaliteit van zorg redelijk vindt voldoen, zien ze ook dat de site niet altijd even overzichtelijk is. Ook is het gebruik nog te beperkt: vaak kijken patiënten pas achteraf op de website. Het is dus zaak om de site gebruikersvriendelijker en laagdrempeliger te maken. “De huidige website kiesbeter.nl is nu te onoverzichtelijk. Het Kwaliteitsinstituut zal daar flinke verbeteringen moeten aanbrengen.”, vult D66 aan.
Ook de PvdA lostte bij monde van kamerlid Lea Bouwmeester afgelopen maandag al een schot voor de boeg door te melden dat ze met steun van de VVD tijdens het debat een voorstel zouden gaan doen voor een website die actuele zorgdata publiceert. Tijdens het debat neemt dit voorstel een concrete vorm aan, met het aanwijzen van bijvoorbeeld de Zorgatlas als een website die informatie over de kwaliteit van zorg openbaar moet gaan maken. Immers, stelt de PvdA, “kennis is macht en kan alleen een goed geïnformeerde patiënt de juiste keuzes maken”.
Ook het CDA haalt de dag voor het debat nog het nieuws, met het bericht dat de partij een keuring van medische apps wil zien. Tijdens het debat geeft CDA-kamerlid Bruins Slot aan dat haar partij zich ook aansluit bij de standpunten van D66, GroenLinks en PvdA als het gaat om het openbaar maken van informatie over de kwaliteit van zorg. D66 heeft afgelopen mei samen met GroenLinks al een motie ingediend over het openbaar maken van gegevens van Vektis – het centrum voor informatie voor zorgverzekeraars. “Wanneer gaat de informatie beschikbaar worden?”, was een vraag die gisteren in het debat volgde op de begroting van minister Schippers.
“2014 zal in het teken staan van het toegankelijker maken van informatie die er al is”, verklaarde Schippers tijdens het plenaire debat gisteren.
2014 zal in het teken staan van het toegankelijker maken van informatie
“Er is al een niet te onderschatten hoeveelheid informatie beschikbaar, maar mensen moeten wel weten waar ze die informatie kunnen vinden. Er wordt heel veel informatie openbaar gemaakt, maar als mensen de website niet kennen of niet weten waar ze het lijstje kunnen vinden of moeten zoeken, dan komen zij er ook niet achter.”
Het Kwaliteitsinstituut speelt daarin volgens haar dus een belangrijke rol. Maar dit instituut kan volgens de minister "eenvoudigweg niet full swing van start zonder dat de Eerste Kamer zich hierover positief heeft uitgesproken".
Schippers laat weten dat ze de Kamer ook hier snel gaat bedienen en een stappenplan voor de transparantie van zorgdata gaat sturen, met daarin wie wanneer en wat moet gaan doen. Ze belooft forse stappen als de Eerste Kamer zijn handtekening wil zetten onder de wet die het Kwaliteistinstituut formeel bestaansrecht geeft. Bouwmeester (PvdA) probeert om een toezegging te krijgen dat op 1 november 2014 alle informatie die er nu al is bij verschillende bronnen wel op één plek - of dat de huidige kiesbeter.nl is liet ze in het midden - en bovendien begrijpelijk en toegankelijk voor patiënten beschikbaar komt. De Minister antwoordde dat als het Kwaliteitsinstituut van start kan gaan “wij een heel eind komen in november 2014." Ze vervolgde: “Een garantie op alle informatie kan ik uiteraard niet geven. Ik kan wel zeggen dat een verzekerde die wil kiezen in 2014 veel meer informatie heeft. Er is dan één punt en dat moeten wij bekendheid geven zodat iedereen weet dat het betrouwbaar en up-to-date is. “
Een stappenplan en een actieplan
Kortom: wie van de kamervragen en de debatten over de zorgbegroting concrete maatregelen had verwacht over de toekomst van eHealth en transparante patiënten informatie moet dus nog even wachten. We kunnen van de minister respectievelijk een stappenplan en een actieplan verwachten in de komende maanden. Die twee documenten zullen duidelijker moeten maken hoe de regering de te nemen stappen op deze twee gebieden voor zich ziet. We'll keep you posted.
Meer over het begrotingsdebat:
Goede en vooral snelle verslaglegging en analyse Jan!
Natuurlijk werkt eHealth, kunnen patiënten het prima en dokters ook. Dat bewijzen onze 100.000 gebruikers elke dag. Waarom dan geen miljoen gebruikers? Dat is simpel: er is geen financiële incentive om eHealth toe te passen. In de basis worden dokters betaald om patiënten te zien, en patiënten betalen niet direct voor deze consulten.
Ik ben ervan overtuigd dat als patiënten weer zelf moet (mee)betalen voor al deze fysieke consulten en dan óók een keuze krijgen tussen follow-up met eHealth tegen veel lagere kosten, eHealth heel snel van de grond komt.
drs. Esther van Noort, oprichter Curavista