Op mijn dertiende kocht ik – na maanden sparen – mijn eerste mobiele telefoon. Dat werd de lichtblauwe, robuuste KPN Swing. Het fijne aan de jaren negentig was dat ik in ieder geval niet bang hoefde te zijn dat klasgenoten mij met een hipper exemplaar de loef zouden afsteken in de daaropvolgende weken, of zelfs maanden.
In de jaren na de KPN Swing, die ik trouwens met een onfortuinlijke swing op de keukenvloer kapot liet vallen, volgden een slanker model van Hi, en later een Siemens met een klepje en een roze telefoonhanger (die beide helaas uit het modebeeld verdwenen zijn).
Ik ben misschien niet de meest betrouwbare persoon als het op nieuwe telefonie-gadgets aankomt: mijn eerste smartphone kocht ik pas 2,5 jaar geleden, zo’n 4 jaar nadat Apple
Diep van binnen weet ik ook dat deze telefoon over 1,5 jaar een achterhaald apparaat is
de markt drastisch veranderde met de introductie van de iPhone. Sinds een paar weken heb ik een nieuwe smartphone, inclusief coole functies en een high definition breedbeeld scherm. Oké, dus ik heb het nieuwe vlaggenschip van HTC, aldus KPN. Maar diep van binnen weet ik ook dat deze telefoon – die nu misschien zijn tijd ver vooruit is, of juist op het juiste moment komt – over anderhalf jaar een achterhaald apparaat is. En die gedachte achtervolgt me sinds ik mijn nieuwe gadget gekocht heb.
Gordon Moore, een van de oprichters van Intel - het bedrijf dat de microprocessor uitvond - constateerde in 1965 dat elke 12 maanden het aantal transistoren (onderdelen van een chip) per oppervlakte verdubbelt. Later stelde Moore dat bij tot elke 18-24 maanden. Moore voorspelde een exponentiële groeicurve: iets dat per vaste tijdseenheid verdubbelt, groeit dus steeds sneller. Dat betekent dat de oppervlakte van de transistor ook moet verkleinen om meer transistors op hetzelfde chip-oppervlakte te krijgen. Het effect van de Wet van Moore is dat IC’s (integrated circuits: de bouwstenen van je telefoon, computer en tv) exponentieel meer kunnen voor dezelfde prijs of lager. Kort door de bocht: snellere computers bouwen aan nog snellere, betere en goedkopere computers.
De uitwerking van de Wet van Moore betekent concreet dat er een steeds kortere tijdspanne zit tussen de productie van een prehistorisch apparaat als de KPN Swing en de huidige HTC One, en dat er bovendien steeds slimmere en snellere processors in een mobiele telefoon, tablet of pc zitten. Of en hoe lang de Wet van Moore nog blijft gelden is de vraag. Ooit loop je, als ik de experts mag geloven, tegen de beperkingen en wetten van de thermodynamica en kwantumfysica aan. Dat is meestal het moment waarop ik afhaak.
Bij de beperkingen en de wetten van de thermodynamica en kwantumfysica haak ik meestal af
Soms heb ik het idee zelf ingehaald te worden door zoiets abstracts als transistors en integrated circuits. Bijvoorbeeld als ik met de nieuwe telefoon in de tram zit en per ongeluk de navigatie aanzet, zodat een stem door de ruimte brult “Op de Ceintuurbaan een flauwe bocht naar rechts maken” en mensen me vragend aankijken. Too much technology to handle: in paniek kan ik de uit-knop niet vinden en stop ik de telefoon zo diep mogelijk in mijn tas zodat ‘ie in godsnaam stopt met schreeuwen. Of het feit dat mijn smartphone ook als afstandsbediening fungeert voor digitale televisie, terwijl ik een idioot ouderwets zwart apparaat op mijn kamer heb staan waar je maximaal 20 zenders op kunt ontvangen.
Volgens de Wet van Moore is mijn huidige mobiele telefoon slimmer, sneller en goedkoper dan de versie van 2 jaar geleden, of, extremer nog, dan de KPN Swing. Maar dat betekent dus ook dat je daarmee ook exponentieel sneller out of fashion raakt. Ben benieuwd of Moore daar ook een theorie over heeft.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!