Het stimuleren van politieke doelstellingen door middel van financiële prikkels is niet zo eenvoudig als op het eerste gezicht lijkt. Je zou zeggen: de overheid wil A, dus je krijgt geld als je A doet. Zo simpel is het helaas niet.
Neem de subsidies voor elektrisch rijden. De doelstelling van de overheid was om het milieu te sparen door de CO2 uitstoot te verminderen. Het effect van de eerste regelingen was dat handige accountants en andere ondernemers gierend van de lach, bijna voor niks, in een dikke hybride SUV rondtuften, soms met een accu waarmee je niet eens het einde van de straat haalde. En voor de subsidie maakte het niks uit of je elektrisch reed of op benzine. Een kwart van alle door Mitsubishi geproduceerde stekker-Outlanders kwam naar Nederland. ‘Mijn Outlander rijdt maar 30 km op de batterij en daarna 1 op 10’, tekende het Financieel Dagblad op uit de mond van een berijder. Je hoeft geen ambtenaar 2.0 te zijn om in te zien dat deze stimuleringsregeling bakken met geld kostte en te weinig opleverde.
Op het ministerie van VWS zijn beleidsmakers al een tijd aan het nadenken over financiële regelingen om in 2018 het gebruik van zogeheten persoonlijke gezondheidsomgevingen te stimuleren. Die moeten dan werken volgens de afspraken van het MedMij programma. Het idee achter MedMij is dat er een gestandaardiseerd, landelijk afsprakenstelsel komt om betrouwbaar gegevens uit te wisselen tussen de systemen van zorgaanbieders en gemeenten enerzijds, en apps en websites die consumenten willen gebruiken om hun gezondheidsgegevens te verzamelen. Zo’n app of website die relevante gezondheidsgegevens en ook allerlei waardevolle tools bevat wordt een persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) genoemd. Dat is een ruim begrip. Volgens sommige experts zijn er al honderden beschikbaar, andere deskundigen vinden dat 'het echte PGO' (whatever that may be) nog niet bestaat.
Altijd weer dat verdraaide verdienmodel
Bij MedMij denken ze dat het grootschalig gebruik van PGO's niet zomaar uit de lucht komt vallen. Daarom zijn er ruwe plannen ontwikkeld voor een zogeheten impulsfinanciering. Die moet ICT-leveranciers en aanbieders van persoonlijke gezondheidsomgevingen met een financiële prikkel over een dood punt heen te helpen. Op den duur zou er een structurele financiering voor PGO's moeten komen. De verzekeraars of de overheid zouden ervoor kunnen gaan betalen, of misschien gaan partijen als Philips, Amazon of Apple zo'n aantrekkelijk PGO-product maken dat de consument er geld voor over heeft.
Zover is het nog niet. Eigenlijk hadden de ambtenaren van VWS bedacht dat ze het MedMij programma een flinke boost konden geven door het als verplicht onderdeel mee te nemen in het zogeheten VIPP-programma. Door deze regeling kunnen ziekenhuizen in de komende jaren 105 miljoen euro verdelen wanneer ze vaart maken met het digitaal ontsluiten van hun systemen voor hun patiënten, bijvoorbeeld door een portal. Omdat de MedMij afspraken nog niet klaar waren toen de VIPP-regeling eind vorig jaar van start ging, is er nu nauwelijks sprake van een financiële prikkel om de MedMij afspraken te gebruiken.
Nieuwe ronde, nieuwe kansen
Aanbieders hebben inmiddels al wel begrepen dat er volgend jaar nieuw geld te halen is voor PGO's, al weet niemand nog precies hoe. De bestaande leveranciers van patiëntportalen voor huisartsen, apothekers en ziekenhuizen hopen dat ze geld krijgen om hun huidige (soms zwaar verouderde) systemen om te bouwen naar de MedMij afspraken. Hun systemen werken misschien niet zo fijn, maar ze opereren wel vanuit een bestaande marktpositie. Huisartsen, apothekers of ziekenhuizen zitten in de praktijk jaren vast aan een keuze voor een bepaald systeem. Een cynicus zal zeggen dat de overheid gaat betalen voor de ontwikkel-agenda van de belangrijkste softwaremakers, maar die zullen op hun beurt zeggen dat ze niet op de bonnefooi kunnen investeren in een systeem (MedMij) waarvan het marktpotentieel nog niet bekend is. Ze hebben immers aandeelhouders die rendement willen zien.
De gevestigde orde van ICT-leveranciers krijgt concurrentie. Nieuwere aanbieders van PGO's - die geen last hebben van een erfenis aan bestaande software - kunnen vaak veel sneller een MedMij-proof systeem bouwen. Hun probleem is alleen dat ze nog nauwelijks klanten hebben. De zorgconsument ziet het PGO nog niet als zo'n eerste levensbehoefte als de buitenkeuken, de home cinema of de Quooker. Door hippe kleine nieuwkomers te impulsfinancieren creëer je nog niet zo een-twee-drie een valide markt voor PGO's. Dat lukt je ook niet door de consument een bijdrage te geven voor een gezondheiddossier. Die verwacht op de eerste plaats dat zo'n PGO gratis is, en zal pas bereid zijn te betalen wanneer het genoten economische-, emotionele- of statusvoordeel onmiskenbaar is. Dat zou ooit best kunnen gebeuren, maar niet in 2018. Zoals veel cloud-softwaremakers uit ervaring weten: het is verschrikkelijk moeilijk om een product - zelfs gratis - te laten gebruiken door klanten wanneer het voordeel niet zonneklaar is. Het is wrang, maar chronisch zieken die veel communiceren met hun zorgaanbieders zijn op korte termijn waarschijnlijk de grootste 'markt'.
Puzzel
Het is dus een gepuzzel met zo'n regeling. Want zelfs wanneer je de algemene vorm hebt bepaald, dan zul je de feitelijke regeling zo moeten optuigen dat de impulsfinanciering niet wordt gebruikt voor allerlei uitbreidingen en software die er anders toch ook wel was gekomen, of waar niemand op zit te wachten. De grootste valkuil is waarschijnlijk om de regeling te breed en veelomvattend te maken. Voor MedMij is het beter om in een beperkt aantal toepassingen voor patiënten te laten zien dat het idee erachter recht van bestaan heeft. Success breeds success.
Het lijkt me toch niet zo moeilijk: er dient een markt te ontstaan. Die kan "gestart" worden als de verzekeraars een simpele maatregel nemen: voor iedere aangesloten burger ontvangt een MEDMIJ-gecertificeerde PGO-leverancier 2 Euro per jaar. De verzekeraar verstuurt vervolgens niet meer de hardcopy polis en premie-facturen aan de burger, maar levert deze af in het PGO. Hierdoor bespaart de verzekeraar en ontstaat er een markt van EUR 32 miljoen per jaar voor PGO's. Voldoende om te beginnen? PGO-leveranciers kunnen aanvullend in-app opties aanbieden tegen betaling of om niet, al naar gelang hun business model. Zorgaanbieders zouden het PGO relevanter kunnen maken door behandel-informatie automatisch aan de patiënt te verstrekken na afsluiting van een opname, een (poliklinische) episode of periodiek. Zodoende vult het PGO zich als vanzelf. De zorgaanbieder voldoet hiermee aan zijn nieuwe plicht om de patiënt elektronisch van dossier-informatie te voorzien. Na implementatie hoeft zij/hij er niet meer naar om te kijken en bespaart kosten. Door de combinatie van deze maatregelen ontstaat er een business case voor PGOs en worden ze voor de patiënt snel relevant omdat er betekenisvolle behandel-informatie in terecht komt.
Prima voorstel Bert! In wereld van belastingen, banken, toerisme, verzekeringen etc hebben ‘de gezamenlijke aanbieders’ gezorgd dat de burger een serieuze digitale participant is, dat moet de zorg - in brede zin - ook kunnen ...
Het klopt Hans, wij zijn nu een serieuze digitale participant bij banken en verzekeraars. Maar we zijn natuurlijk vooral ook een digitale klant.
Daarom heb ik voor elke bank en verzekeraar een aparte portal. En zoals banken en verzekeraars een commercieel belang hebben direct met mij te kunnen communiceren (en verkopen), zo geldt dat ook voor zorginstellingen en zorgverzekeraars.
De binding met de zorgverzekeraar zal een stuk minder zijn als de communicatie via je PGO loopt. Minder binding zal sneller overstappen naar een andere dienstverlener betekenen.
De vraag is of we van booking.com kunnen leren? Daar is het wel gelukt.
Via het PGO werkt de burger samen met zijn zorgnetwerk; dat groter is dan één organisatie. Daarmee onderscheidt het PGO zich van de meeste portalen; die doorgaans voor één organisatie of zelfs één systeem werken. In die samenwerking voegt elke partij waarde toe; als dat niet meer zo is, of de burger denkt elders beter af te zijn, wordt een partij in dat netwerk vervangen. Elke partij zal dus in samenwerking met anderen waarde willen toevoegen ... ‘zelfs’ de verzekeraar ...
Toch apart dat er niet vanzelf een markt ontstaan is met PGO-producenten. Blijkbaar is er weinig brood in te verdienen, anders waren de PGO's wel als paddenstoelen uit de grond geschoten. Het is dus geen lucratieve niche. Grote producenten die zoals Google met Google Health zijn ermee begonnen en weer gestopt. Microsoft HealthVault is er nog, maar dat zal toch wel een brug te ver zijn om met Microsoft in zee te gaan gezien voor een natie-brede toepassing alhier. Gupta Strategists schat dat de implementatie initieel een half miljard euro gaat kosten met na tien jaar 150 miljoen euro per jaar voor zorgaanbieders, leveranciers van PGO's en XIS-aanbieders. Nergens is in die documentatie een bijdrage van de burger te vinden om wiens data het uiteindelijk gaat en die in de eerste plaats belanghebbende is.