Hoe kunnen we een doorbraak in eHealth bereiken, dat is de vraag die bij de kennismeetings die Nictiz en Vilans organiseren centraal staat. Onderwerp van de laatste kennismeeting was Bring Your Own… (information, device, network) in de zorg, kortweg BYO. Die trend werd vanuit verschillende perspectieven belicht.
Het begrip Bring Your Own kan tot verschillende interpretaties leiden, zo bleek tijdens de kennismeeting. Vraag een ICT’er wat de BYO-trend inhoudt, en hij of zij zal antwoorden dat de eindgebruiker steeds vaker met zijn eigen smartphone of tablet zelf gegevens bijhoudt. Daarmee stelt Bring Your Own Device security voor een uitdaging: vanuit beveiligingsoptiek wordt het lastiger om grip te krijgen op systemen en apparatuur wanneer er minder desktopcomputers worden gebruikt. Door inbreng van consumententechnologie in de zorg kun je er niet meer op vertrouwen dat netwerken, apparaten en gegevens veilig zijn.
Zowel zorgprofessionals als patiënten gebruiken die devices voor verschillende ICT-toepassingen in de zorg. Jan Thie, adviseur bij Vilans, geeft aan dat de trend van Bring Your Own ook voor de zorg relevant is, omdat de business case van sommige eHealth-toepassingen pas ‘rond’ is wanneer men eigen apparatuur gebruikt. Steeds vaker worden er ICT-applicaties en platforms ontworpen met de apparaten van patiënt en zorgverlener in het achterhoofd.
Eigen dossier in de cloud
Thie schetst nog een ontwikkeling: door de Bring Your Own trend kan er mogelijk een effect op de kwaliteit van zorgverlening ontstaan wanneer patiënten zelf meer informatie inbrengen. Door grotere betrokkenheid van de patiënt, hetzij via apps, websites, een ‘eigen’ software-toepassing of data-verzameling, kan de kwaliteit van zorg mogelijk verbeteren. Een vorm van Bring Your Own Information dus, om gegevens van de zorgverlener aan te vullen met persoonlijke informatie. Nictiz onderzocht eerder al wat de (on)mogelijkheden zijn van zelfmetingen in de zorg: patiënten kloppen met zelfgegenereerde gezondheidsdata bij hun arts aan.
Persoonlijke herinnering in persoonlijke data
Een aantal sprekers deelt hun meningen en ervaringen over het brede begrip BYO en de mogelijke effecten ervan op de zorg. Martijn de Groot is programmaleider van het Quantified Self Institute (QSI) van de Hanzehogeschool Groningen en vertelt over de beweging Quantified Self. Quantified Self is een van oorsprong Amerikaanse beweging die het meten van je dagelijks leven centraal stelt. Quantified Self'ers houden allerlei (gezondheids)data bij van en over zichzelf, waaronder sportprestaties en afgelegde stappen, maar bijvoorbeeld ook gewicht, stress, slaap, en voeding. Pijlers van Quantified Self zijn mobiele applicaties, big data, data visualisaties – inzichtelijk maken van de data en context-, sensor technologie, en gamification, volgens De Groot.
“De persoonlijke betekenis zit in die persoonlijke data”, vertelt De Groot. Quantified Self is een soort extended memory: je kunt met je biologische herinnering niet bijhouden hoeveel je exact hebt gesport of geslapen. Met hulpmiddelen kan dat wel. Al redelijk veel Nederlanders houden gegevens over zichzelf bij, blijkt uit een onderzoek van het QS Institute en onderzoeksbureau Motivaction onder ruim duizend respondenten - al hoeft dat niet met een speciaal ontworpen app, maar kan dat ook met pen en papier. Vier op de vijf personen die aan zelfmeting (self-tracking) met betrekking tot de gezondheid doet, heeft zijn gedrag weleens aangepast naar aanleiding van de uitkomsten hiervan, blijkt uit het QS Institute/Motivaction onderzoek. De Groot merkt op dat onderzoek naar effectiviteit en zelfmetingen nog een ontgonnen terrein is. Kan het gebruik van bijvoorbeeld activity trackers daadwerkelijk leiden tot effectieve gedragsverandering? Wat is het effect van zelfmetingen en het meenemen van die data naar een zorgverlener die je kan helpen met interpreteren?
Uit eigen zak betalen
“Ik voorzie in mijn eigen apparaten, omdat de zorg op dit gebied achter de feiten aanloopt.” Die quote komt van Ronald Fokkink, die als diabetespatiënt 24 uur per dag gezondheidsdata over zijn ziekte verzameld. Fokkink kreeg tien jaar geleden een uitzonderlijke vorm van diabetes, type LADA (Latent Auto-immune Diabetes in Adults). Hij vertelt tijdens de expertmeeting zijn verhaal over omgaan met zijn ziekte. Hij probeert al aan aantal jaren de hoeveelheid insuline te beperken en door leefstijlaanpassingen, zoals bijvoorbeeld na het eten bewegen en minder koolhydraten eten, die dosis verder omlaag te krijgen.
Daarnaast gebruikt Fokkink een continue glucose monitoring (CGM) systeem, waar het ziekenhuis hem op wees. Met een sensor die op zijn lichaam aangebracht wordt, een zender en een ontvanger met een informatieschermpje, kan Fokkink glucosewaarden in de gaten houden en zien of de waarde stijgt of daalt, en wanneer de boven- of ondergrens wordt overschreden. De kosten, 2500,- euro per jaar, betaalt hij uit eigen zak omdat zijn zorgverzekering die niet vergoed.
Voor veel aanwezigen is Fokkink een inspirerend voorbeeld van hoe patiënten met eigen hulpmiddelen, eigen research en online contact met gelijkgestemden hun behandeling persoonlijker en zelfs beter maken. “Er werd mij geleerd om insuline te spuiten, maar door mijn eigen zoektocht heb ik een betere effectiviteit gevonden in combinatie met eten en beweging. Ik spuit nog steeds insuline, maar ik ken ook andere manieren om mijn glucosespiegel te beïnvloeden, bijvoorbeeld door ’s avonds voor het slapen nog een stukje te wandelen”, vertelt Fokkink. Fokkink is ook een voorbeeld van een nieuw type patiënt die nog weinig aansluiting vindt bij zorgprofessionals. Zorgverleners kunnen lastig adviseren over leefstijlaanpassingen, is zijn ervaring. Fokkink stapte zelf over van internist nadat zijn vorige zorgverlener hem niet kon helpen met de zelfgegenereerde gezondheidsdata: hij zocht via internet een betrouwbare en ‘vriendelijk uitziende’ nieuwe internist die hem wel kon helpen met zijn aanpak.
Bring Your Own... eHealth?
Bring Your Own Device is een brede trend, die in allerlei industrieën een grote impact heeft. Ook de zorgsector ontkomt er niet aan, maar men zal over meer moeten nadenken dan de 'nauwere' definitie van BYO in de vorm van thuisdiagnostiek en zelfmetingen.
Ook bleven er een aantal vragen over financiering en effectiviteit van eHealth terugkomen onder de deelnemers. ‘Everybody loves eHealth’, schetst spreker Renske Visscher van Altrecht, ‘maar we zijn nog wel even bezig met de brede implementatie'. ‘Organisaties die bezig zijn met eHealth denken te laat na over structurele inbedding in de vergoedingenstructuur’, schetst Martijn Hessels, een van de andere sprekers.
Na de presentatie van Visscher, die uitrekent hoeveel de zorg kan besparen door de kleine groep GGZ-patiënten met complexe problematiek aan te sluiten op internet, volgt er een discussie over hoe BYO kan bijdragen aan een doorbraak van eHealth. Sommige patiënten hebben geen toegang tot internet of een moderne tablet, dus Bring Your Own Information of Device is voor hen misschien geen oplossing. En wanneer mensen zelf hun portemonnee moeten trekken wanneer bepaalde ICT-toepassingen of eHealth niet wordt vergoed, zal die kloof tussen de haves en have-nots mogelijk groter worden. De BYO-ontwikkeling levert daarmee niet alleen nieuwe security vraagstukken op, maar ook ethische vragen op.
Nictiz en Vilans organiseren kennismeetings om partijen uit het zorgveld bij elkaar te brengen en te laten discussiëren over eHealth thema’s. Na de zomer zal de volgende bijeenkomst plaatsvinden. Als je op de hoogte wilt blijven, of als je ook online door wilt discussiëren is er deze LinkedIn-groep.
[accordion]
[acc title="Foto credits:"]Fotografie: Saar Rypkema / Slider foto: Philip Dean (www.flickr.com/photos/phild41/)[/acc]
[/accordion]
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!