Zowat 93 procent van de Europese zorgaanbieders maakt anno 2022 gebruik van de een of andere vorm van e-health. Dat bleek uit onderzoek naar het gebruik van e-health door security-aanbieder Kaspersky onder 389 zorgorganisaties uit 36 landen wereldwijd.
2020 betekende voor heel wat Europese zorginstanties een omwenteling in het gebruik van e-health. Zorgaanbieders hebben zich sindsdien sterk aangepast aan de nieuwe realiteit en momenteel is 56 procent van de bedrijven ook nog eens van plan om hun investeringen in e-health en virtuele zorgoplossingen te verhogen.
Om tot die resultaten te komen liet Kaspersky een kwantitatief online onderzoek uit voeren onder individuele of gezamenlijke besluitvormers die werken voor de eerstelijnsgezondheidszorg (inclusief telehealth) voor nieuwe technologie-implementatie, digitale transformatie of het ontwikkelen van strategie voor nieuwe technologie. Wereldwijd werden 389 interviews afgenomen met zorgprofessionals uit onder andere de VS, Europa, Latijns-Amerika en Rusland.
Fysieke of digitale consultaties
In het onderzoek van Kaspersky viel onder andere te lezen dat 65 procent van de Europese respondenten en 80 procent van de Nederlandse respondenten meent dat e-health-diensten de komende vijf jaar de meeste waarde zullen toevoegen aan de gezondheidszorg. Tegelijkertijd is 59 procent van de Europese organisaties is het niet eens met de stelling dat de meeste van hun patiënten meer geïnteresseerd zijn in sessies op afstand dan in persoonlijke sessies. Een fysieke afspraak bij de dokter is en blijft voor het leeuwendeel van patiënten het allerbelangrijkste.
De meest voorkomende dienst die Europese organisaties nu aanbieden is het op afstand monitoren van patiënten via wearable devices (47 procent). De tweede meest populaire dienst is synchrone e-health (44 procent), zoals realtime-communicatie met patiënten, zowel videogesprek als chat, gevolgd door gebruik van non-wearable devices (33 procent) zoals applicaties.
Toch staan potentiële gebruikers van e-health nog vaak huiverachtig tegenover het fenomeen. Van de 67 procent organisaties die meemaakten dat patiënten gebruik van e-health weigerden, stelt 43 procent dat mensen dit gebeurde vanwege bezorgdheid over privacy of gegevens. Andere genoemde redenen waren onwil om op video te verschijnen (29 procent), het ontbreken van de juiste apparatuur (21 procent) en een algemeen gebrek aan vertrouwen in e-health (19 procent). Ook gaven maar liefst drie kwart van de Europese zorgverleners aan dat clinici in hun organisatie grote zorgen hebben over de gegevensbescherming van patiënten bij sessies op afstand. Een kwart van de respondenten had er veel vertrouwen in dat hun organisatie over de nodige veiligheidsmaatregelen beschikt.
Meer beveiliging nodig
Ten slotte vertelde ook 36 procent van de geïnterviewde zorgverleners dat hun clinici niet goed begrijpen hoe de gegevens van patiënten worden beschermd. Ondanks dat relatief hoge cijfer vindt iets meer dan de helft dat het belangrijk is dat de gezondheidszorgsector nog meer persoonsgegevens verzamelt om de sector verder te verrijken met e-health-oplossingen.
Om dat tegen te gaan raadt het veiligheidsbedrijf ook nog aan om zorgmedewerkers security awareness trainingen te geven, waarin ze meer leren over correct wachtwoordgebruik en e-mailbeveiliging. Daarnaast is het belangrijk om beveiligingsoplossingen te gebruiken om de complexe IT-infrastructuur van zorginstellingen te beveiligen en om een firewall te gebruiken die een barrière vormt tegen bedreigingen van buitenaf.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!