Nederlandse start-ups in de zorg lopen tegen veel barrières aan bij het doorgroeien naar een succesvolle scale-up. Dat blijkt uit het Dutch Healthtech 2021 rapport van het expertisecentrum Techleap. De nonprofit organisatie doet onderzoek naar het start-up en scale-up klimaat in Nederland.
Nederland kent ongeveer 1000 start-ups in de zorg. Dit komt neer op 10,8 start-ups per miljoen inwoners. Dat is aanzienlijk meer dan bijvoorbeeld Duitsland met 3,2 per miljoen inwoners. Van de 1000 start-ups in de zorg worden er 350 extern gefinancierd.
Afgelopen jaar haalde de zorgsector het meeste kapitaal op bij investeerders, in vergelijking met andere sectoren. Met name biotech en de farmaceutische industrie haalden veel geld op. De hoogste bedragen kwamen binnen bij New Amsterdam Pharma (160 miljoen euro), Lumicks (93 miljoen euro) en Castor (45 miljoen euro). Toch zijn de gemiddelde investeringen in de zorg laag, in vergelijking met andere landen. Het is ook verontrustend dat het aantal investeringsrondes aanzienlijk is gedaald in vergelijking met voorgaande jaren.
Disbalans start-up en investeerders
Start-ups uiten hun zorgen over het aantrekken van investeerders met voldoende kennis over de zorgsector en het groeiproces van de onderneming. Ze zien een beperkte toegang tot venture capital fondsen, die gespecialiseerd zijn in de gezondheidszorg. Andersom geven investeerders zelf aan dat er een gebrek is aan goede investeringskansen. Dat is niet onlogisch, aangezien start-ups in de risicovolle beginfase vaak grote bedragen aan kapitaal nodig hebben, terwijl de zorgtrajecten om door te groeien lang zijn. Hierdoor ontstaat een gebrek aan balans tussen de vraag naar kapitaal en het aanwezige aanbod.
Bedrijfsontwikkeling en ondernemerschap
Zoals eerder gesteld kent de Nederlandse gezondheidszorg een groot aanbod aan innovatieve start-ups. Met name de grote betrokkenheid van universiteiten resulteert in veel onderzoek en innovatie. Desalniettemin is voor vele ondernemers de stap naar de scale-up fase niet haalbaar. Nog geen drie op de tien start-ups (29%) ontwikkelt zich uiteindelijk tot scale-up met een product of dienst dat klaar is voor de markt. In Duitsland en Frankrijk ligt dit cijfer hoger met respectievelijk 39 procent en 37 procent. In Israël is dit zelfs 71 procent.
Het rapport concludeert dat universiteiten de schaalvergroting van start-ups belemmeren, omdat ze weinig kennis inbrengen op het gebied van bedrijfsontwikkeling en ondernemerschap. In het verlengde daarvan stellen de onderzoekers dat veel oprichters ook geen kennis hebben om hun bedrijf verder te ontwikkelen en te commercialiseren. Velen hebben een achtergrond in onderzoek binnen de zorg en weten vooral veel over productontwikkeling en techniek.
Praktische belemmeringen
Volgens het Techleap rapport is de ondersteuning op het gebied van zorgvergoedingen onduidelijk en onvoldoende. Start-ups weten niet op welke manier hun product of dienst binnen de zorg vergoed kan worden. Daarnaast zijn er drempels bij het inkoopbeleid, de toegang tot besluitvormers en de klinische validatie en certificeringsprocessen.
Om daadwerkelijk de markt op te mogen dient er uitgebreid getest te worden en is een klinische validatie nodig. Dit leidt tot grote vertragingen. Start-ups die uitwijken naar de Verenigde Staten ervaren een makkelijker certificeringsproces, via de Amerikaanse FDA (zorgagentschap). Die ondersteunen actief jonge internationale bedrijven. Het rapport stelt dat dit proces in de EU veel tijd in beslag neemt en minder transparant is.
Het daadwerkelijk opschalen in een volgende fase verloopt ook niet voorspoedig. Dit wordt mede veroorzaakt door een gefragmenteerd en traag inkoopbeleid van ziekenhuizen. Ook het vaststellen van het intellectueel eigendom gaat niet zonder slag of stoot. Het is niet altijd duidelijk of dit bij de universiteit of bij het pas opgerichte bedrijfje ligt.
Aanbevelingen
Techleap concludeert dat jonge Nederlandse start-ups gedwongen worden met een internationale blik te kijken, omdat het ze meer perspectief biedt op het gebied van marktgroei, kapitaal, netwerk en lokale expertise. Desalniettemin ontbreekt het vaak aan toegang tot een dergelijk netwerk. De ondervraagde start-ups zouden graag een ervaren mentor of organisatie aan zich willen binden, die ze ondersteunt bij het opschalen. Het rapport raadt aan om succesvolle Nederlandse bedrijven en ondernemers te betrekken in dit proces.
De onderzoekers adviseren ook om als zorgsector meer samen te werken. Zo wordt een vroege uittocht van start-ups vermeden en behoudt Nederland de innovatie en banen in de sector. Dat vraagt om een samenwerking tussen alle betrokkenen in de zorg, zoals wetenschappers, beleidsbepalers, leidinggevenden en gezondheidspioniers.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!