Gemiddeld slapen we een derde van ons leven. Mogen we de respectabele leeftijd van negentig jaar halen, dan hebben we zestig jaar ‘geleefd’ en dertig jaar geslapen. En hoewel we zo’n groot gedeelte van onze tijd aan de nachtrust besteden, weten we er relatief weinig vanaf. Toch lijkt dit te veranderen. De markt wordt de laatste jaren overspoeld met trackers die de fysieke en mentale gezondheid meten. Ook onze slaap. Maar is het wel vanzelfsprekend dat slaaptrackers onze nachtrust verbeteren? SmartHealth sprak met de Britse neuroloog dr. Guy Leschziner en de Lead Research Scientist dr. Conor Heneghan van Fitbit.
Denken we aan slaap, dan denken we vaak aan slaapproblemen. Iedereen lijkt er wel eens in meer of mindere mate last van te hebben. Sterker nog: in België en Nederland heeft ongeveer tien procent van de volwassenen last van chronische slapeloosheid. Sinds de coronacrisis is het aantal mensen met een slaapstoornis toegenomen. Insomnia, oftewel slapeloosheid, werd in de VS gedurende de eerste 5 maanden van 2020 maar liefst 58 procent vaker als zoekterm ingevoerd dan de drie voorgaande jaren samen.
De Britse neuroloog dr. Guy Leschziner is werkzaam in het Guy’s & St. Thomas ziekenhuis in Londen. Hij helpt patiënten met neurologische aandoeningen, epilepsie en slaapstoornissen. Hij is tevens de auteur van het boek ‘In het holst van de nacht’ (origineel ‘The Nocturnal Brain’). Slaap is volgens hem geen statische toestand, maar een proces van verschillende stadia die delen van de hersenen onafhankelijk doormaken. “Het hersengedeelte dat bewegingen en emoties aanstuurt kan bijvoorbeeld wakker zijn, terwijl de hersenen die ons rationeel laten nadenken zich in een diepe slaap bevinden.” In zijn boek deelt hij de ervaringen met patiënten die onder meer last hebben van narcolepsie (ongewilde slaapaanval), slaapapneu (ademstop tijdens slaap) of parasomnie (een verzamelnaam voor slaapstoornissen, waaronder bijvoorbeeld slaapwandelen). Hij kijkt er niet meer van op dat iemand al slapend een pizza bestelt of de auto pakt voor een ritje.
Een gangbare manier om slaap te meten is met polysomnografie (PSG). Patiënten met een slaapstoornis krijgen thuis of in een ziekenhuis diverse sensoren op hun lichaam bevestigd. Vervolgens observeert de arts de lichamelijke functies en de hersenactiviteit gedurende één of meerdere nachten. Soms ook in combinatie met videoregistratie. Naast deze methodes zijn artsen ook afhankelijk van vragenlijsten die patiënten zelf invullen. Hierin beschrijven ze hun slaapgedrag.
Slaap tracken
Sinds een paar jaar is het meten van slaap niet alleen weggelegd voor dokters en hun slecht slapende patiënten, maar zien we sleeptrackers in allerlei vormen terug in de slaapkamers van ‘gewone’ consumenten. Zoals een matras sensor (Withings, Eight Sleep, iFit), een hoofdband (Muse, Philips), een smartwatch (Fitbit, Apple), een ring (Ōura, Sleepon) of een app (Sleep Cycle, SleepScore). Dankzij de zogeheten quantified self beweging is het steeds gebruikelijker geworden om kwantitatieve data over jezelf te vergaren door middel van fitness trackers, apps en wearables. Het belangrijkste doel is een gezondere levensstijl. Het bijhouden van je slaap gebeurt dus niet langer alleen bij slaapproblemen, maar ook als onderdeel van onze gezondheid in de volle breedte.
Slaaptrackers maken gebruik van diverse meetinstrumenten. EEG meet de hersenactiviteit, de accelerometer en gyroscoop controleren de lichaamsbewegingen en met licht wordt het zuurstofgehalte in het bloed vastgesteld. Andere sensoren checken de huidtemperatuur, rusthartslag, ademfrequentie en hartslagvariabiliteit. Op basis van een combinatie van deze parameters analyseert de slaaptracker de slaap.
Een van de pioniers op het gebied van slaap tracken is het Amerikaanse bedrijf Fitbit. Volgens dr. Conor Heneghan, werkzaam als Lead Research Scientist bij Fitbit, dragen ze bij aan het gezonder maken van de bevolking. “Een belangrijke pijler voor het verbeteren van de gezondheid is slaap. Door het tracken van slaap komen gebruikers meer te weten komen over hun slaapkwaliteit, waarop ze indien mogelijk actie kunnen ondernemen.” Fitbit combineert lichaamsbeweging en hartslagpatronen om de slaapduur vast te stellen. Het bepalen van de slaapfases (licht, diep, REM) gebeurt op basis van accelerometer data, hartslagvariabiliteit en gestaafde algoritmes. Vervolgens krijgen gebruikers een overzichtelijke beoordeling van hun slaap, gebaseerd op de slaapfase, hartslag, rusteloosheid en de momenten dat ze wakker zijn. Naast inzicht in je slaap, biedt Fitbit ook tools om aan de slag te gaan met je slaapgedrag. Bijvoorbeeld een wekker (Smart Wake) die het beste moment van opstaan zoekt op basis van je slaapfase of met speciale mindfulness en meditatietechnieken die de slaapkwaliteit van de gebruiker moet bevorderen.
Nauwkeurigheid en lange termijn effect
Polysomnografie technici concludeerden onafhankelijk van elkaar dat de Fitbit activity trackers en smartwatches slaapfases bij normale volwassen slapers met een redelijke graad van nauwkeurigheid meten. Desalniettemin stelt de Britse neuroloog Leschziner dat de nauwkeurigheid van slaaptrackers in twijfel moet worden getrokken. Met name het accuraat meten van een slaapfase. Ze geven slechts een ruwe kijk op de slaap van de gebruiker. Hoe lang we in bed liggen is goed te meten. Ook kan op basis van een piek in de hartslag een mogelijke slaapstoornis worden gedetecteerd. Hoe en met name hoe precies de andere metingen worden uitgevoerd, is voor veel onderzoekers nog onbekend terrein. “We zien dat sommige apparaten steeds nauwkeuriger worden. EEG is een van de meest accurate meetinstrumenten in consumenten elektronica, maar zelfs dan is er nog veel twijfel”, zegt Leschziner. Het in kaart brengen van de hersenen, op basis van EEG, vergelijkt hij met het in kaart brengen van de bodem van de oceaan met een snorkel en masker. De wetenschap heeft nog te weinig antwoorden op deze complexe vraagstukken.
Ook kan er nog geen directe link worden gelegd tussen een slaapstoornis en de gezondheidseffecten op de lange termijn. Volgens de neuroloog leidt dit tot een ziekenhuisbezoek van een patiënt die eigen conclusies heeft getrokken die niet stroken met de werkelijkheid. “Patiënten komen naar me toe, wijzen naar hun tracker en zeggen dat ze een slaapstoornis hebben en daarom dement raken en vroeg sterven. Vervolgens moet ik dat probleem voor ze oplossen”, aldus Leschziner. Hij heeft veel patiënten gehad die zonder slaapproblemen toch last kregen van slapeloosheid. Puur en alleen vanwege hun slaapobsessie. “Consumenten zijn zich niet bewust van de gevaren van dergelijke technologieën. Trackers kunnen een slaapstoornis zelfs verslechteren. Iemand is bezorgd vanwege een slechte nachtrust. Vervolgens wordt een tracker aangeschaft en die zegt dat je te weinig remslaap hebt gehad. Mensen weten niet hoe ze dit moeten interpreteren, raken bezorgd en gaan met een nog slechter gevoel slapen.”
Volgens hem hebben consumenten vooral voorlichting nodig over de invloed van hun dagelijkse leven op de slaapkwaliteit. “Slaap is een functie van biologische, psychologische, omgevings- en gedragsfactoren. Als je volgens een vast patroon slaapt en je hebt geen last van vermoeidheid gedurende de dag, dan is er geen reden tot zorgen. Een slaaptracker is dan niet nodig. Slaap is een automatisme, waar niet over nagedacht moet worden. En als iemand niet goed slaapt, dan is er mogelijk sprake van een slaapstoornis. Dat hoeft een slaaptracker niet te vertellen.”
Data uit trackers is gewenst
Maar net als dr. Heneghan van Fitbit, ziet ook dr. Leschziner wel degelijk toekomst in commerciële slaaptrackers. Conventionele methodes om slaap te meten bieden niet de gewenste hoeveelheid data die trackers vergaren bij een grote en representatieve onderzoeksgroep. In dit geval miljoenen Fitbit gebruikers wereldwijd. Een polysomnografie is een ingrijpend diagnosemiddel en wordt slechts voor één of twee nachten ingezet. Een andere gangbare methode, zoals ingevulde vragenlijsten door patiënten, geven geen objectief beeld. “Om slaap en gerelateerde gezondheidsproblemen te begrijpen, is veel meer data nodig. Daar zijn slaaptrackers bijzonder nuttig voor. Met name AI gaat daarin een belangrijke rol spelen”, aldus Leschziner.
Wereldwijd gebruiken wetenschappers de Fitbit activity trackers en smartwatches om een verscheidenheid aan gezondheidsaandoeningen te onderzoeken. Uiteenlopend van gewichtsbeheersing, cardiovasculaire aandoeningen tot mentale problemen. Inmiddels bevat de online onderzoeksbibliotheek van Fitbit meer dan 900 onderzoeken waarbij één van hun apparaten is ingezet. Fitbit onderzoeker Conor Heneghan: “Voordat wearables op de markt verschenen kon kwantitatieve en kwalitatieve slaapdata alleen worden vergaard door een slaaplab. In de afgelopen 12 jaar heeft Fitbit maar liefst 14 miljard nachten slaap gemeten. Fitbit koppelt deze grote hoeveelheden biometrische data aan AI technieken, zoals machine learning. Dat leidt tot verbeteringen en de ontwikkeling van een een nieuw aanbod.”
Wat kunnen we concluderen? Enerzijds is er onenigheid over de mate van nauwkeurigheid van de meetinstrumenten in trackers. Anderzijds kan er op grote schaal steeds meer worden gemeten en verbetert de techniek in rap tempo. Feit is dat we in vergelijking met tien jaar geleden veel meer kunnen meten en dat dit ook steeds nauwkeuriger wordt. Dit wordt vervolgens toegankelijk en betaalbaar gemaakt voor het grote publiek. Er zullen altijd zorgen zijn over wie beschikt over welke gezondheidsdata en met welke beweegredenen. Bedrijven als Fitbit hebben nu eenmaal een verdienmodel. Maar ze hebben ook aangetoond dat ze dankzij de toegang tot deze immense hoeveelheden data ook steeds betere trackers kunnen ontwikkelen waardoor wij ons lichaam beter leren begrijpen. En als wij op die manier het fenomeen slaap weten te ontcijferen, dan zijn we er allemaal bij gebaat.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!