Zijn patiënten, apothekers en artsen klaar voor de digitalisering van het artsenvoorschrift? Over die vraag bogen Dennis Cremer en Betisem Elmensouri zich tijdens hun onderzoeksproject ‘De dematerialisatie van het voorschrift: voordelen en knelpunten’. Voor die scriptie werden ze derde in de Prijs Academie voor de Eerste Lijn (Primary Care Academy Award).
de Primary Care Academy Award werd dit jaar voor het eerst uitgereikt door De Academie voor de Eerste Lijn. De Academie, een netwerk voor onderzoek en onderwijs gericht op de eerstelijnszorg in Vlaanderen en Brussel, wil met de prijs de beste scripties op het terrein van de eerstelijnszorg belichten en het onderzoek op dat domein aanmoedigen. Cremer en Elmensouri zijn allebei masterstudenten Farmaceutische Wetenschappen aan de Universiteit van Antwerpen en bereiden momenteel een wetenschappelijke publicatie over hun onderwerp voor.
Kwetsbare bevolkingsgroepen
De onderzoeksvraag van het duo luidde als volgt: zijn patiënten, apothekers en artsen klaar voor de digitalisering van het artsenvoorschrift? De digitalisering van de gezondheidszorg, die verloopt via de implementatie van eHealth diensten, biedt volgens hen tal van mogelijkheden om de kwaliteit, veiligheid en efficiëntie van het zorgsysteem te verbeteren. ‘Een belangrijke verandering die vooral de gezondheidswerkers op de eerstelijn zal beïnvloeden, is de invoering van het papierloze voorschrift. De patiënt zal via het online portaal Mijngezondheid.be hun voorschriften kunnen raadplegen en beheren.’
Het doel van hun onderzoek was om de attitude van de patiënt, huisarts en apotheker omtrent de dematerialisatie van het voorschrift in kaart te brengen. De belangrijkste conclusie van dat onderzoek bleek dat kwetsbare bevolkingsgroepen hier de dupe van zijn. Om die gezondheidskloof te voorkomen, maakten de onderzoekers ook enkele voorstellen waar beleidsmakers en gezondheidswerkers rekening mee moeten houden bij de invoering van het papierloze voorschrijfsysteem.
Uit de resultaten van Cremer en Elmensouri bleek dat de patiënten die niet goed overweg kunnen met de website Mijngezondheid.be het ook lastig vinden om de arts te vragen een voorschrift uit te printen: ‘Er moet voorkomen worden dat de dematerialisatie van het voorschrift, bij patiënten die de taal niet machtig zijn of een beperkte digitale geletterdheid hebben, zal leiden tot een extra zorgbarrière. Voor hen kan een speciale functie aangemaakt worden waarmee éénmalig aangegeven wordt dat deze patiënten een uitgeprint voorschrift meekrijgen. Taalbarrières kunnen bovendien voorkomen worden door Mijngezondheid en de daaraan gekoppelde patiëntenportalen in de meest voorkomende vreemde talen aan te bieden.’
Dokters en apothekers
De idee van een papierloos voorschrift lijkt op zich dus een goed idee, maar blijkt nog niet zo praktisch. Naast problemen voor kwestsbare bevolkingsgroepen zal een digitaal voorschrift ook een negatief effect hebben op dokters en apothekers, zoals afgiftefouten. Ook op dat vlak geven de twee een aantal suggesties: ‘Artsen en apothekers gaven aan onvoldoende begeleid te worden gedurende deze overstap en wensen tevens meer informatie te ontvangen. De ondersteuning naar de gezondheidswerkers moet beter om de transitie naar het papierloos voorschrijfsysteem beter te laten verlopen, maar ook omdat zij voor patiënten vaak het eerste aanspreekpunt zijn.’
Een overzichtelijk informatiepunt en een toegewezen contactpersoon per regio kan daaraan volgens hen bijdragen. Eventueel zijn verplichte trainingen voor artsen en apothekers een optie, zodat ze beter overweg kunnen met het nieuwe systeem. ‘Een goede drijfveer hiervoor is om deze trainingen mee te laten tellen als bijscholing. Een vergoeding voor de uitleg aan patiënten over het papierloze voorschrift of de functies van Mijngezondheid staat meer apothekers en artsen toe tijd vrij te maken voor de begeleiding van kwetsbare patiëntengroepen.’
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!