Hoe kan een medicatie-app ondersteunen bij het vergroten van de medicatietrouw en het verbeteren van medicatiemanagement van patiënten met een chronische aandoening? En welke rol kan de apotheker daarin spelen? Daar proberen onderzoekers Ellen Koster en Helga Gardarsdottir van de Universiteit Utrecht met een digitale keuzetool – die wordt ingezet in de apotheek – achter te komen.
Ellen Koster en Helga Gardarsdottir werken allebei als onderzoeker en universitair docent binnen het departement Farmaceutische Wetenschappen van de Universiteit Utrecht. Kosters focus ligt op communicatie en ondersteuning van patiënten bij medicatietrouw- en management, Gardarsdottirs onderzoek richt zich op veilig medicatiegebruik.
Beide onderzoekers hielden zich bezig met projecten gericht op digitale zorg. “Wat wij merken en horen van apotheekmedewerkers is dat ze vaak positief tegenover digitale hulpmiddelen staan, maar eigenlijk geen idee hebben wat het aanbod precies is, hoe ze ermee om moeten gaan en hoe en wat ze hun patiënten moeten adviseren”, zegt Koster. “Patiënten zien een enorm aanbod als ze ‘medicatie app’ zoeken in de Apple of Android store, maar missen ook hulp en handvaten: wat doen die apps precies en hoe zijn zij daarbij geholpen?”
Niet blind zoeken in de app store
Koster en Gardarsdottir besloten samen aan de slag te gaan met een onderzoek hoe je patiënten beter kunt ondersteunen bij medicatie management met digitale tools. Ze dienden een aanvraag in bij de KNMP, de beroeps- en brancheorganisatie voor apothekers, en kregen budget toegekend voor het opzetten van een pilot. De insteek van het project is simpel: diabetespatiënten en apotheekmedewerkers hulp bieden in het oerwoud van medische apps ter ondersteuning van medicatietrouw en medicatiemanagement.
“Het aanbod van apps die je helpen met het bijhouden van je medicatie is enorm, hoe kunnen we apotheekmedewerkers en diabetespatiënten ondersteunen een goede keuze te maken?”, zegt Koster. “Niet blind zoeken in de app store, maar een concrete indeling op basis van functies waar je als patiënt mogelijk behoefte aan hebt”, vult Gardarsdottir aan. De keuze voor de doelgroep van de tool valt op diabetespatiënten vanwege de omvang van deze groep en de problemen met medicatietrouw (“Er moet ruimte zijn voor verbetering”).
Functies van een app
De onderzoekers definiëren op basis van interviews met patiënten de functiecategorieën, waaronder:
- Ik heb een dagelijkse herinnering nodig
- Ik heb informatie nodig over mijn medicatie of bijwerkingen
- Ik heb behoefte om een voedingsdagboek bij te bijhouden
- Ik heb behoefte om mijn glucose bij te houden
- Ik heb behoefte om informatie te delen met zorgverleners
Met een marktscan naar alle apps voor diabetespatiënten verdelen Koster en Gardarsdottir vervolgens de beschikbare apps in de bovenstaande categorieën. Daarbij houden ze rekening met enkele basis criteria zoals: de app moet zowel op Android als Apple toestellen draaien, gratis (of goedkoop) zijn en Nederlands als voertaal hebben. Per categorie zijn er nu zo’n vier a vijf apps beschikbaar, maar dit overzicht wordt volgens de onderzoekers nog uitgebreid.
Communicatiemiddel
De keuzetool (in de vorm van een website) is niet te vergelijken met het andere projecten zoals het werkt in het LUMC (NeLL) of de GGD Appstore, zegt Gardarsdottir. “Daarvoor is dit veel te kleinschalig en laagdrempelig. We hebben als doel om een eenvoudige tool voor de apotheker te bieden.” De keuzetool is ook geen keurmerk, of certificering, maken de onderzoekers duidelijk. “Het is simpelweg een ordening van de apps in bepaalde categorieën.”
Het idee van de keuzetool is dat patiënten deze samen met een apotheker doorlopen en bespreken. Het dient hopelijk ook als communicatiemiddel, zegt Koster. “We hopen dat het een gesprek op gang kan brengen als je samen door de tool loopt en bedenkt waar je behoefte aan hebt en waar het dus mis gaat met de medicatie.”
Een van de belangrijkste succesfactoren van de keuzetool is draagvlak bij apothekers, zegt Koster. “Als zij er niet op zitten te wachten, dan gaan zij ook geen tijd vrij maken om dit met een patiënt op te pakken. Maar de eerste geluiden zijn positief. Apothekers merken dat er veel gebeurt op het gebied van apps en veel willen daar ook wel iets mee doen, maar hoe, wat of wanneer weten ze niet. Met de keuzetool willen we ze een praktisch hulpmiddel bieden.”
Apps in het curriculum?
Een mogelijke uitkomst van het project kan dan ook zijn dat er meer training of scholing moet komen voor apotheekmedewerkers over dit onderwerp, zegt de onderzoeker. “Als wij kijken naar het farmacie curriculum, dan besteden we in het onderwijs nog weinig aandacht aan eHealth en mHealth. Een eerste keuzecursus rondom dit onderwerp gaat nu starten. Terwijl alle huidige studenten daar over een paar jaar mee te maken krijgen. Dus het is belangrijk om hier aandacht voor te hebben.”
Het ontwikkelen van de keuzetool heeft een groter doel dan ‘alleen’ patiënten helpen bij het kiezen van een goede app voor hun medicatie en de apotheker meer leren over de mogelijkheden van apps. De onderzoekers hopen dat het hen meer inzicht geeft in de knelpunten die patiënten ervaren bij hun medicatiemanagement en de mogelijke effecten van een app.
Apotheken gezocht
Er doen nu vier apotheken mee in de pilot. Deze apotheken hebben enkele diabetespatiënten die op basis van het apothekers-informatiesysteem als ‘medicatie ontrouw’ geclassificeerd worden, bijvoorbeeld omdat ze hun medicatie niet altijd ophalen, uitgenodigd voor een gesprek: (hoe) kan een app jou helpen? Gardarsdottir en Koster bespreken met de betrokken apotheker of ze aan de hand van de tool een goed gesprek kunnen voeren met patiënten over medicatie-apps en of ze voldoende kennis hebben om een advies te kunnen geven.
Apothekers die interesse hebben om deel te nemen aan de pilot - onderzoeken of de inzet van medicatie-apps kan helpen bij het verbeteren van medicatietrouw bij diabetespatiënten - kunnen zich nog aanmelden.
Onderhoud
Hebben de onderzoekers ook al een plan voor het vervolg en onderhoud van de keuzetool? “We willen de mogelijkheden van de doelgroep van de tool in ieder geval vergroten”, zegt Koster. “Er zijn ongetwijfeld generieke redenen waarom mensen hun medicatie niet nemen of vergeten”, vult Gardarsdottir aan. “Op den duur kan de tool ook worden uitgewerkt voor andere patiënten. Bepaalde categorieën zullen overlappen, bepaalde onderdelen zullen ziektespecifiek zijn. Bijvoorbeeld een astma-patient die behoefte heeft aan een pollen-alert in de app. We kunnen ook overwegen om niet-ziekte gerelateerde apps op te nemen, die mogelijk wel nuttig zijn voor een gezonde leefstijl in het algemeen.”
Wie het updaten en onderhouden van de tool op zich gaat nemen moet nog worden bepaald. Onderhoud is nodig, want het verloop van apps in de stores is immers hoog en de tool maakt zichzelf irrelevant als hier inactieve of foutieve apps in staan. “Eventueel zou dit door de KNMP zelf gedaan kunnen worden”, zegt Koster. “Zij bieden richtlijnen en ondersteunen het werkveld, zo’n keuzetool zou een logische uitbreiding zijn.”
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!