Jeroen Tas (Philips): “Oncologen kunnen niet meer zonder AI”

Wie Philips’ pers aankondiging over hun nieuwste innovaties bekijkt, zal het niet ontgaan dat kunstmatige intelligentie sterk de boventoon voert. Het gaat om ‘AI-geactiveerde klinische beslissingsondersteuning’, ‘services op basis van AI’ en ‘data-gedreven inzichten die gebruik maken van AI en helpen bij nauwkeurige diagnose.’ Hoe ziet de AI-strategie van Philips eruit?

Vanuit de hectiek van de HIMSS in Orlando spreekt SmartHealth met Jeroen Tas. Tas is sinds 2017 Chief Innovation & Strategy Officer bij Philips. Philips is aanwezig op de HIMMS met zijn connected care en klinische IT portfolio voor diagnose, behandeling en nazorg. Bezoekers van de Philips stand zien daar verschillende geïntegreerde technologische oplossingen: slimme sensoren, monitoringsystemen en beeldvormingsinnovaties binnen de radiologie, cardiologie, oncologie en pathologie. “We zien artificial intelligence als een belangrijke technologie om betere oplossingen in de zorg te creëren”, zegt Tas. “Niet alleen betere uitkomsten en ervaringen voor patiënten, maar ook zorgverleners beter ondersteunen bij het maken van beslissingen, en de productiviteit en efficiency van het zorgproces verhogen. Dat zijn voor Philips expliciete doelstellingen wat kunstmatige intelligentie of AI betreft.”

Adaptive Intelligence

“Er hangt een enorme hype rondom kunstmatige intelligentie en dat is niet vreemd”, aldus Tas. “Toen ik Computer Science studeerde, waren in de systemen die destijds gebouwd werden instructies voorgeprogrammeerd: het was statische software. Nieuwe zelflerende systemen zijn dynamisch en worden alleen maar beter naarmate je ze meer data voedt. Ik zou zelfs willen stellen dat het onmogelijk is geworden om zonder AI de beste diagnose en behandeling te vinden”, zegt Tas. “Kijk naar het specialisme pathologie: je kunt je niet meer voorstellen dat een patholoog of oncoloog zonder inzet van computerkracht uit pathologische beelden, data uit patiëntendossiers en genetische kankerprofielen de juiste informatie weet te abstraheren.”

AI voor radiologie

In plaats van artificial intelligence spreekt Philips liever over adaptive intelligence: technologie die rekening houdt met de gebruiker en de specifieke context. “Dat is de manier waarop wij AI toepassen: het moet zich aanpassen aan de persoon. We zien adaptive intelligence als een enorme mogelijkheid om veel persoonlijker, veel intiemere proposities te creëren. Neem een MRI-scanner: deze wordt uitgebreid met een camera die detecteert hoe een patiënt ademhaalt en door een slim algoritme de machine daarop aanpast zodat de scan de eerste keer goed gaat. Of bestralingstechnologie die anticipeert op hoe een patiënt beweegt, zodat je de juiste dosering precies op de juiste locatie krijgt. Een patiënt hoeft niet meer volkomen stil te liggen, de technologie past zich aan aan de patiënt.”

Hartaanval voorspellen

Er zijn volgens Tas twee duidelijke gebieden te onderscheiden waar AI al wordt ingezet bij Philips. Het ene gebied draait om de inzet van kunstmatige intelligentie om klinische inzichten te optimaliseren. “Het gaat daarbij om het samenvoegen van klinische informatie, patronen herkennen en dat gebruiken om de juiste therapie te vinden en begeleiding te bieden.” Als voorbeeld noemt Tas de data die op een intensive care wordt verzameld. Patiënten liggen aan een monitor die onder andere continu hartslag, hartritme, temperatuur, bloeddruk en zuurstofsaturatie (SpO2) registreert. “Die data wordt pas echt relevant als je er een context aan kunt plakken en op basis van voorspellende software iets kunt zeggen over de gezondheidsrisico’s die een individuele patiënt loopt. Een slim algoritme kan leren wat indicatoren zijn die het begin van een verslechtering aantonen, bijvoorbeeld de eerste tekenen van een verhoogde kans op een hartaanval. Hierdoor kunnen we voorspellen wat een patiënt nodig heeft, voordat zich een crisis voordoet.”  

Jeroen Tas - Philips

De tweede grote pijler voor inzet van kunstmatige intelligentie is het operationele aspect van zorgverlening, aldus Tas. “Hoe zorgen we ervoor dat de bronnen in het ziekenhuis, van medisch specialisten tot operatiekamers en scanners, op de meest optimale manier worden gebruikt? In de toekomst zal het operationele aspect worden verbonden met het klinische deel. Denk aan een slimme IT oplossing die bijvoorbeeld wordt ingezet bij de spoedeisende hulp en patiënten ‘scant’, hun vitale functies analyseert en vervolgens identificeert - op basis van machine learning - welke patiënt de hoogste noodzaak heeft om snel gezien te worden."

Slim scheerapparaat

Binnen Philips werken wereldwijd zo’n 400 AI-specialisten. Daarnaast is de helft alle mensen binnen research & development (R&D) bij Philips bezig met de ontwikkeling van software en data analytics. “Het tempo waarmee nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden ligt hoog”, zegt Tas. “Steeds vaker hoeven we geen Philips ingenieur meer naar honderd fysieke MRI-apparaten te sturen om nieuwe hardware te installeren, maar kunnen we via de cloud software distribueren en installeren. Door cloud computing en digitalisering gaat het proces van creëren, valideren en implementeren van nieuwe toepassingen dan ook veel sneller dan in de decennia hiervoor.”

Ook binnen de consumententak van het internationale concern vindt kunstmatige intelligente software zijn weg naar producten. Bijvoorbeeld bij Philips’ slaaptrackers, die op basis van AI-advies geven of ondersteunen bij het verbeteren van je slaap, of een scheerapparaat dat zich door middel van slimme sensoren aanpast aan het huid- en haartype van de gebruiker.