Een deel van de patiënten met knie- of heup-artrose is geneigd om minder te bewegen door pijnlijke gewrichten en stijfheid die zij ervaren. Het blended programma e-Excercise wil patiënten begeleiden met stapsgewijs meer bewegen, zegt onderzoeker Corelien Kloek. Momenteel krijgen patiënten met knie- of heup artrose gemiddeld 17 fysiotherapie behandelingen. Met e-Excercise krijgen patiënten 5 fysiotherapie behandelingen en worden ze daarnaast digitaal begeleid.
Corelien Kloek is fysiotherapeut. Daarnaast werkt zij als onderzoeker bij NIVEL en bij het lectoraat Innovatie van Beweegzorg aan de Hogeschool Utrecht, waar ze zich richt op het gebruik van technologie in de beweegzorg. Kloek deed onderzoek naar de ontwikkeling van de eHealth-toepassing e-Exercise en de (kosten-)effectiviteit van het programma, en promoveert vandaag op haar onderzoek.
Oefeningen vergeten
e-Exercise is een zogeheten blended behandelprogramma: een combinatie van digitale en fysieke consulten. Patiënten kunnen thuis beweegopdrachten en oefeningen doen, geholpen door instructievideo’s en informatie. “In de praktijk zien we dat sommige oefeningen vergeten worden. Bij e-Excercise zijn er een aantal hulpmiddelen ingebouwd, waaronder herinneringsmailtjes, video’s om de opdrachten uit te leggen, monitoring door de fysiotherapeut en gepersonaliseerde feedback. Die stimuleren de patiënt om met de opdrachten aan de slag te gaan.”
Vijf in plaats van twaalf behandelingen
Kloek concludeert in haar onderzoek dat patiënten met e-Exercise in vergelijkbare mate vooruitgaan als het gaat om uitkomsten als vermoeidheid, fysiek functioneren, pijn en kwaliteit van leven, als mensen die reguliere fysiotherapie sessies volgen. Daarnaast zijn de kosten voor e-Exercise significant lager dan bij reguliere therapie, omdat het aantal fysieke behandelingen wordt teruggebracht naar 5 in plaats van 12 sessies.
De 208 patiënten die meededen aan het onderzoek gaven aan dat e-Exercise stimuleerde om thuis met de informatie en opdrachten aan de slag te gaan. Gemiddeld volgenden patiënten 10 van de 12 online modules.
Hoewel het aantal fysiotherapie behandelingen omlaag ging bij e-Exercise, bleek de eHealth-toepassing niet significant kosteneffectiever, aldus Cindy Veenhof, promoter van Carola Kloek en hoogleraar fysiotherapie wetenschap bij het UMC Utrecht en Hogeschool Utrecht. "In een kosteneffectiviteits studie neem je alle kosten mee die een persoon maakt, bijvoorbeeld ook kosten voor ziekteverzuim en ziekenhuiszorg. We zijn dat fysiotherapie bij artrosepatiënten met vijf tot tien procent maar een klein onderdeel is van de totale kosten van gezondheidszorg voor artrosepatiënten: het merendeel van de zorgkosten zit in ziekenhuiszorg en medicijnen. De besparing op fysiotherapie bleek geen significant verschil te maken op het hele kostenplaatje."
Meerdere aandoeningen
Een wens van fysiotherapeuten die meededen aan het e-Exercise onderzoek was om het platform voor meerdere doelgroepen en aandoeningen in te zetten. Daarom denkt een werkgroep vanuit de Hogeschool Utrecht, het UMC Utrecht en Fontys Paramedische Hogeschool na over de implementatie en doorontwikkeling van e-Exercise. "Dat is heel sterk van dit onderzoek: vanaf dag één was er een valorisatiegroep met stakeholders, waaronder verzekeraars, behandelaars en kennisinstellingen", aldus Veenhof.
Nieuwe business modellen
Ook sluit de bekostiging nog niet aan bij deze manier van werken, concludeert Kloek in haar onderzoek. Het programma is zo ontworpen dat fysiotherapeuten geen extra tijd kwijt waren tussen de behandelingen door. Tegelijkertijd hoorden de onderzoekers terug van sommige fysiotherapeuten dat het hen behandelsessies en dus inkomsten kostte om deels digitaal te gaan werken. Volgens Kloek en Veenhof zou de beroepsgroep juist ook kunnen nadenken over nieuwe business modellen, bijvoorbeeld voor patiënten met een volle agenda die geen tijd hebben om wekelijks naar de fysiotherapeut te gaan, of patiënten die vanwege een beperkt verzekeringspakket niet veel fysiotherapie behandelingen hebben. Of patiënten die de voorkeur hebben voor een deels digitale behandeling.
Binnen enkele weken komt e-Exercise beschikbaar in de HWO-Afsprakenapp, een bestaande applicatie waarmee fysiotherapeuten hun patiënt kunnen herinneren aan opdrachten, oefeningen en afspraken. Daarmee hebben fysiotherapeuten ook een app, naast de website van e-Exercise. Ook wordt er nagedacht over scholing, en wordt e-Exercise doorontwikkeld voor patiënten met aspecifieke lage rugklachten, nek- en schouderpijn, en voor mensen met somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!