De landelijke eHealth monitor van Nictiz en Nivel is het meest bekende ijkpunt voor de penetratie van eHealth diensten bij Nederlandse zorgaanbieders. Sinds deze week is er weer vergelijkingsmateriaal, want Zorgbelang Brabant onderzocht samen met de provincie het aanbod van eHealth- basisdiensten van zorgaanbieders in de provincie Noord- Brabant.
Om maar meteen een spoiler weg te geven: voor wat betreft de eerstelijns zorgaanbieders (huisartsen) is het algemene beeld van de uitkomsten van de Brabantse eHealth Meetlat behoorlijk in lijn met dat van Nictiz/Nivel uit 2015. Beeldbellen en inzage in het dossier zijn op een enkele uitzondering na niet mogelijk, maar servicefuncties als e-mailen, een herhaalrecept aanvragen of online een afspraak maken zijn redelijk ingeburgerd. Volgens woordvoerder Petra Oude Lenferink van Zorgbelang Brabant is dit onderzoek bedoeld om een globaal beeld te krijgen van de online diensten die volgens de belangenorganisatie vandaag de dag normaal zouden moeten zijn. Dat sommige diensten volgens het onderzoek nog helemaal niet beschikbaar zijn in Brabant, zou volgens Oude Lenferink een signaal moeten zijn voor beleidsmakers en zorgaanbieders.
Landelijk beeld
Hoe doet Noord-Brabant het ten opzichte van de rest van Nederland? Alleen met online afspraken maken is er sprake van een voorsprong, op alle andere gebieden lopen de Brabantse huisartsen wat achter ten opzichte van de Nictiz cijfers, maar het gaat niet om grote verschillen. Nictiz geeft in de tabellenbijlage van zijn eHealth monitor voor 2015 de volgende landelijke cijfers voor eHealth diensten bij huisartsen:
Wanneer het gaat om inzage in het dossier zijn er wel flinke verschillen met het landelijke beeld bij huisartsen (ook al is de landelijke situatie ook bepaald nog treurig). Voor de inzage in het huisartsdossier (volgens het Zorgbelang onderzoek in Brabant mogelijk bij 3 van de 124 huisartsen, oftewel 2 %) geeft de eHealth Monitor van Nictiz een landelijk beeld dat verder uitgesplitst is:
De Brabantse eHealth Meetlat is gebaseerd op desk-research van de websites van zorgaanbieders, Nictiz baseeert de uitkomsten op interviews met zorgaanbieders. Dat verschil in aanpak kan een verklaring zijn voor de verschillende uitkomsten. Vooral waar het gaat om inzage in het dossier zijn er zoals gezegd aanzienlijke verschillen. Dit zou kunnen komen omdat niet alle huisartsen de mogelijkheden voor inzage op hun website vermelden (maar dit wel aangeven in de interviews met Nictiz).
Ziekenhuizen: inzage dossier of e-consults nog (bijna) niet mogelijk
Zorgbelang Brabant onderzocht net als Nictiz het eHealth aanbod bij ziekenhuizen (elf in totaal). Het Brabantse onderzoek is gebaseerd op de informatie die ziekenhuizen op hun website plaatsen, terwijl de eHealth monitor van Nictiz is gebaseerd op interviews met specialisten, en dus geen overall beeld van een specifieke ziekenhuis geven. Omdat individuele afdelingen en maatschappen niet altijd via een centraal patiëntportaal toegankelijk zijn (maar bijvoorbeeld via aparte online formulieren of webpagina's), zijn de resultaten van de twee onderzoeken niet goed te vergelijken.
Wat in ieder geval opvalt is dat e-consults (via mail/chat of video) niet of mondjesmaat beschikbaar zijn bij Brabantse ziekenhuizen, en dat slechts één ziekenhuis online inzage in het medisch dossier of labuitslagen biedt:
In de eHealth Monitor 2015 komt dit beeld naar voren uit de interviews bij medisch specialisten bij ziekenhuizen:
De Brabantse gegevens zijn enigszins vergelijkbaar met een ander onderzoek dat de consultants van M&I eerder dit jaar deden bij alle Nederlandse ziekenhuizen (eveneens op basis van informatie die ziekenhuizen zelf publiceren). In dit onderzoek - waarbij ook alle academische ziekenhuizen zijn meegenomen - ligt het aanbod van eHealth duidelijk hoger dan in het onderzoek bij Brabantse ziekenhuizen. In de onderstaande tabel betekent Score 1 dat diensten via een centrale patiëntenportaal worden aangeboden, Score 2 telt ook webpagina's van afzonderlijke afdelingen.
Vooral de inzage in het medische dossier of labuitslagen is volgens het M&I onderzoek landelijk gezien al verder uitgerold, dat geldt ook voor e-consulten, al dan niet met video-ondersteuning. De grotere academische ziekenhuizen als het Utrechtse UMC en het Nijmeegse Radboudumc dragen hier fors aan bij met hun centrale patiëntportalen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!