In de week waarin Amsterdam even de eHealth hoofdstad van Europa is, en minister Schippers van de ene keynote naar de andere moet racen om over de innovatiekracht in de Nederlandse zorg te spreken, blijkt er ook nog zoiets prozaïsch als een voortgangsrapportage over de eHealth doelstellingen van deze regering te bestaan.
De minister stuurde die vanochtend met een begeleidende brief naar de Tweede Kamer. VWS had de publicatie van de rapportage over de euforie van de eHealth week heen kunnen tillen, maar koos er volgens een VWS-beleidsmaker toch voor om juist deze week duidelijk te maken dat die doelen niet vanzelf worden bereikt.
De kamerbrief zelf is compact. Je moet de rapportage van vorig jaar er bij halen om te weten wat de winst van een jaar eHealth beleid is geweest. Een compacte samenvatting: de doelstellingen zijn sinds vorig jaar nog geen stap dichterbij gekomen.
Doelstellingen? Doelstellingen?
Voor wie het allemaal niet meer paraat heeft: in 2014 beloofde Schippers voortvarend aan de slag te gaan met de implementatie van eHealth. Ze voegde er ook harde doelstellingen bij: in 2019 heeft ten minste 80 procent van de chronisch zieken en 40 procent van de overige Nederlanders directe toegang tot medische gegevens, kan 75 procent van de chronisch zieken en kwetsbare ouderen zelfstandig metingen uitvoeren in combinatie met monitoring op afstand, en kan iedereen die thuis zorg en ondersteuning ontvangt desgewenst via een beeldscherm 24 uur per dag met een zorgverlener communiceren.
Ik ben het écht zat!
De haar inziens stroperige invoering van digitale vernieuwing in de zorg zat haar hoog, zo liet ze het jaar daarvoor al weten bij de begrotingsbesprekingen. “Wij hebben nog zo’n sprong te maken met bijvoorbeeld e-health die dingen mogelijk maakt, en ik moet u zeggen, ik heb wel eens eerder in deze kamer gezegd: toen ik minister was dacht ik, nou ik ga echt een push geven aan de procesinnovatie, want verdorie, daar laten wij toch zo veel liggen. We zijn nu drie jaar verder, en kijk nu eens hoe traag het gaat. En ik heb eigenlijk gezegd: 2014 moet het jaar worden waarin d’r schot in komt. Ik ben het écht zat!”
Eerste nulmeting: geen afbreekrisico
Schippers zei in 2013 dat ze niet met een “vaag intentieverhaal” zou komen, maar met concrete plannen en doelstellingen. En die lagen er dan ook in 2014, onder meer in de vorm van de hierboven genoemde doelstellingen. VWS liet vorig jaar een nulmeting uitvoeren om te kijken hoe ver we nog van die doelstellingen af zijn. Daar kun je je geen buil aan vallen, de essentie van een nulmeting is dat je geen vooruitgang meet, maar een startpunt. Wat wel opviel is hoe groot het gat tussen de praktijk en de spreekwoordelijke stip op de horizon was. Slechts 10 procent van de chronisch zieken gaf aan via internet inzage te hebben in de eigen medische gegevens, en maar 2-4 procent van de overige zorggebruikers liet weten toegang te hebben tot hun medisch dossier. En waar de minister in 2019 iedereen die zorg en ondersteuning thuis ontvangt toegang tot beeldbellen en andere digitaal contact wil geven, kon vorig jaar nog maar 5 procent direct van huis uit contact maken met een zorgverlener via het beeldscherm van de computer, telefoon, tablet of televisie.
Geen vooruitgang
Omdat 2019 snel dichterbij komt, en het eHealth beleid inmiddels met goede moed is ingezet, hoopte minister Schippers waarschijnlijk wel op enige progressie ten opzichte van de nulmeting. Maar er is nog geen enkele vooruitgang in de toepassing van eHealth bij de VWS speerpunten, zo leren de cijfers die het ministerie vandaag bekend maakte. Bij beeldbellen noch bij inzage in het dossier is er ook maar een procentje bijgekomen.
Er zijn heel wat argumenten te vinden dat niet Schippers, maar vooral verzekeraars en de zorgaanbieders innovatie fnuiken. Je kunt ook het standpunt verdedigen dat het ministerie zich helemaal niet al te actief hiermee moet bemoeien, maar vooral op de handen moet blijven zitten. Je kunt – juist in de eHealth week - betogen dat er ‘van alles bruist’ en dat er een ‘onderstroom met inspiratie en creativiteit’ op gang is gekomen die zich volgend jaar vertaalt in meer gebruik van eHealth. En dat het effect van allerlei nieuwe VWS-programma's nog niet in de rapportages zit. Allemaal waar.
Het één zeggen en het andere doen?
Maar op twee belangrijke punten rond de nul procent groei van de doelstellingen wringt de kamerbrief. Wanneer je in talloze kamerbrieven, nota’s en spreekbeurten de drie doelstellingen als lichtend voorbeeld blijft noemen, en vervolgens op een aantal punten beleid voert dat er haaks op staat, dan staat er een olifant in de kamer, ook al maak je 20 miljoen vrij voor eHealth initiatieven dit najaar.
De wet die burgers onder meer recht geeft op digitale inzage in het eigen dossier ligt al weer ruim een jaar in coma in de Eerste Kamer, wachtend op behandeling. De uiterst effectieve lobby van enkele artsenkoepels bepleitte bij de minister dat het veld nog niet gereed is om de burger inzage in het eigen dossier te geven. Met een voor haar doen onbegrijpelijke welwillendheid stemde ze er mee in om de wettelijke verplichting om burgers digitale inzage in het dossier te geven met drie jaar uit te stellen. Inderdaad: tot 2019. Wie hier de logica van inziet kan meteen solliciteren als scriptschrijver voor de Europese versie van House of Cards.
Ferme taal
Ook op het gebied van een betere informatie-uitwisseling blafte VWS, maar beet ze niet. Minister Schippers constateerde in oktober van 2013 het gevaar van eilandautomatisering, gebrek aan afspraken en onvoldoende toepassing van ICT-standaarden. In de beste polder-traditie werd daarvoor het zogeheten Informatieberaad opgericht, dat met alle betrokkenen tot gezamenlijk gedragen ICT-standaarden zou moeten komen. Maar, zo waarschuwde de minister in 2013 in een brief aan de Tweede Kamer: “Het is daarbij wel onontkoombaar dat vrijblijvendheid wordt ingeruild voor commitment van alle betrokkenen, en zo nodig met wettelijke voorschriften wordt afgedwongen.” Die brief was destijds nog wel even schrikken in de zorg-ICT wereld. Topambtenaren liepen opeens opvallend zelfverzekerder rond op congressen.
Informatieberaad voor al uw standaarden
Maar van die doorzettingsmacht is niets gebleken. Het Informatieberaad werd groter, de onderwerpen exotischer (soms zelfs op het surrealistische af), maar de urgentie ebde weg. Daarbij ontstaat soms het beeld dat er geen goede standaarden zijn, en dat we wachten op de ontwikkeling daarvan. Maar daar zit het probleem natuurlijk niet. Standaarden genoeg, het gaat om effectief beleid waarmee je iedere partij in de zorg de arm op de rug kunt draaien om standaarden te gaan gebruiken (of ze te belonen natuurlijk). De Vecozo-standaard waarmee zorgaanbieders verleende zorg kunnen declareren bij de verzekeraars zit standaard in bijna alle zorgsoftware. Daar lukt het wel, anders krijgt je niet betaald. VWS heeft voldoende knoppen tot zijn beschikking een standaard voor dossierinzage eenzelfde urgentie te geven. Maar kennelijk past dat niet in de delicate pre-electorale bewegingen.
Zijn die doelstellingen dan zaligmakend?
Het feit dat er bij de doelstellingen na een jaar sprake is van nul vooruitgang is helemaal niet zo sombermakend. Het is maar de vraag of deze doelstellingen een goede maat zijn voor eHealth innovaties. Nederland kan met een gerust hart deze week de EU-gastheer spelen, want we hebben een springlevend startup ecosysteem, een groeiend aantal digital health bedrijven met wereldklasse producten en steeds meer zorgverleners die vinden dat eHealth voor de patiënt een volkomen logisch onderdeel van reguliere zorg aan het worden is, al vindt hun koepel dat niet.
Ook zonder de drie doelstellingen vindt digitale zorg zijn weg naar de consument. Maar als je ze, zoals Schippers doet, in een brief naar de Kamer opnieuw benoemt als beleid, noem dan ook werkelijke belemmeringen met man en paard.
Kwestie van tijd. De markt zal zijn werking doen. Grote buitenlandse IT instituten zoals Apple en Google zullen het voortouw nemen en hun platforms aanbieden aan derden. Buitenlandse en binnenlandse bedrijven met nieuwe commerciële eHealth diensten zullen aanhaken op hun platforms. Aanvankelijk zal de elite het voortouw nemen door deze diensten uit eigen zak te betalen. Vervolgens is de massa aan de beurt, betaald door de zorgverzekeraars. Op de overheid hoeven we nu in ieder geval niet te rekenen, misschien later. Vergeet niet dat Nederland maar een vlekje is op deze aardkloot.