In de serie eHealth op de werkvloer spreekt SmartHealth met zorgprofessionals die dagelijks te maken hebben met eHealth-toepassingen. Veel van deze technologische innovaties betekenen op papier efficiënter werken, kwaliteitsverbetering of kostenverlaging: maar in de praktijk zijn er vaak genoeg obstakels te overwinnen. Een kwestie van tussen droom en daad? Deze week: Cindy Hobert, praktijkmanager bij Huisartsenpraktijk Van der Vlies in Luttenberg.
Naast haar werkzaamheden als praktijkmanager is Cindy Hobert mede-initiatiefnemer en directeur projecten bij OZOverbindzorg. Dat initiatief werd in 2012 opgericht. “Het dorp waar onze huisartsenpraktijk in gevestigd is werd dat jaar opgeschrikt door het sluiten van het verzorgingstehuis. Dat vormde voor mij de aanleiding om met een klein team te kijken of het mogelijk zou zijn om een communicatie-tool te (laten) ontwikkelen zodat de zorg rondom kwetsbare ouderen beter georganiseerd zou worden. Op die manier zouden zij mogelijk toch langer, zelfstandig thuis kunnen blijven wonen.”
De patiënt heeft de regie
Maar één communicatie-tool die door alle betrokken partijen gebruikt wordt, dat is geen eenvoudige klus. “Alleen al bij de thuiszorg werd er in de regio met allerhande eigen apps, systemen en online programma’s gewerkt”, verklaart Hobert. “Daarom besloten wij om vanuit de huisarts het ontwerpen, ontwikkelen en in gebruik nemen van die tool op ons te nemen.” Tenslotte was het voor Hobert een vereiste dat de cliënt in charge zou zijn bij de communicatie-tool: de patiënt moet zelf kunnen bepalen wie wat in kan zien.
"Niet iedereen ziet alles: apotheekbestellingen hoeven niet langs de fysiotherapeut"
Zo ontstaat uiteindelijk de online omgeving OZOverbindzorg, een digitaal platform dat overal via internet bereikbaar is met de smartphone, tablet, laptop en desktopcomputer. De thuiszorg en de huisarts vragen of de cliënt gebruik wil maken van het platform. Hierin heeft de cliënt een eigen zorgplan, waarin staat welke zorg door wie en wanneer wordt gegeven. Dat zorgplan wordt door één van de betrokken zorgverleners samen met de cliënt opgesteld en door alle betrokkenen actueel gehouden.
Meer overzicht, minder dubbel werk
Het idee achter OZO is dat alle communicatie over die patiënt vervolgens via het platform verloopt. Een cliënt bepaalt zelf welke mantelzorgers, familie en andere zorgverleners uitgenodigd mogen worden om mee te doen en inzicht te krijgen in zijn of haar zorgplan. “Niet iedereen kan alles zien: apotheekbestellingen hoeven niet langs de fysiotherapeut en de dagcurves van iemand met diabetes mellitus kunnen via OZO rechtstreeks naar de praktijkondersteuner zonder tussenkomst van de huisarts. We werken met vooraf ingestelde profielen: cliënt, huisarts, thuiszorg, apotheek, paramedici, mantelzorger, dagbesteding, specialist en familie. Het profiel bepaalt wat iemand wel en niet kan zien.”
Stel, een mantelzorger maakt zich ergens zorgen over, bijvoorbeeld een senior die achteruit gaat wat betreft geheugen, vreemd praat of niet goed meer kan lopen. OZO kan op dat moment worden ingezet om als het ware een soort ‘vangnet’ voor deze senior te creëren: niet alleen de mantelzorger, maar ook de thuiszorg en de huisarts kunnen een oogje in het zeil houden. “Stel de huisarts is langs geweest en stelt voor dat de senior cliënt met medicatie begint, dan is wel zo fijn dat alle betrokken partijen daarvan op de hoogte zijn. Voorheen deed iedere discipline zijn of haar dingetje. Dat is prima, maar het is wel fijn als je het van elkaar weet. Zo houd je overzicht en wordt er geen dubbel werk gedaan.”
Verspreid als een olievlek
“We zijn klein begonnen”, vertelt Hobert, “inmiddels maken er 130 huisartsen, 1800 zorgverleners en over de duizend cliënten en mantelzorgers gebruik van OZO.” Volgens Hobert werkte het motiverend dat het platform door een huisartsenpraktijk ontwikkeld werd, waardoor de stimulans voor andere zorgverleners in de regio om mee te doen groter was. “Je krijgt al het ware een paar ambassadeurs, die op hun beurt weer andere praktijken, thuiszorginstellingen en zorgverleners enthousiasmeren. We zoeken altijd naar lokale kartrekkers die de omgeving, de mensen en de daar geleverde zorg goed kennen. Zij doen wat nodig is om de boel aan te jagen en men aan het werk te krijgen met OZO.”
De flinke groei heeft er mede mee te maken dat het gebruik van OZOverbindzorg gratis is voor alle betrokken partijen. “We willen absoluut niet dat geld een drempel vormt. We zorgen er als stichting voor dat de financiering geregeld wordt via de gemeenten en de zorgverzekeraar. De enige investering die een huisarts of andere zorgverlener moet doen, is een investering in tijd om het platform aan te leren.”
Hobert en haar collega’s zijn al even bezig met OZOverbindzorg, maar trok recent opnieuw de aandacht van de pers. “Dat heeft te maken met onze samenwerking met Menzis”, verklaart Hobert. “Zorgverzekeraar Achmea en ENO-verzekeringen vergoeden wat wij doen al twee jaar. Menzis wil nu een proef doen om te zien of zij het ook kunnen gaan vergoeden.”
OZO werkt tijdbesparend
Vanuit cliëntperspectief hoort Hobert veel positieve verhalen. “Cliënten geven aan dat het platform hen veel rust brengt: het is veel duidelijker en overzichtelijker. Je weet wie er over de vloer komt en je kunt gemakkelijk aan iemand een vraag stellen. Dat was daarvoor soms best lastig: wie zit er in jouw netwerk?” Het werken met OZO is volgens Hobert zeer eenvoudig. “Als je een mailtje kunt sturen, kun je met OZO overweg. Er zijn overigens wel ouderen die werken met het platform overlaten aan de mantelzorger, de buurvrouw of de kinderen. Dat vinden zij dan toch makkelijker of vertrouwder.”
"Al dat tussentijdse bellen, de briefjes en memo’s over en weer zijn overbodig"
Voor zorgverleners zijn de voordelen van het werken met OZO ook evident, meent Hobert. “Al dat tussentijdse bellen, de briefjes en memo’s over en weer: dat alles is in principe overbodig. Je kunt ook ’s nachts een berichtje sturen naar een collega, of een bestelling plaatsen bij de apotheek als deze al gesloten is. Je hoeft niet langer naar kantoor om iets in te scannen en op te sturen. Er zijn legio voorbeelden te noemen waarom werken met het platform tijd oplevert, dus dat hoeft absoluut geen bezwaar te zijn.”
“Informatie uit het eigen medisch dossier van de cliënt, wat bijvoorbeeld bij de huisarts, diëtist of geriater gebruikt wordt, gaat niet automatisch in OZO” vertelt Hobert. “We hebben gekozen om van zogenaamde SSO (single sign-on-software) koppelingen gebruik te maken met externe systemen. Als je als huisarts door de wijkverpleging gebeld werd, dan noteerde je ook alleen de zaken die voor jou relevant waren in het eigen systeem. Als er in OZO iets gebeurt dat voor jou als zorgprofessional relevant is, dan krijg je een mailtje, zodat je niet de hele dag in het systeem hoeft te kijken.”
Iedereen doet mee
Het is volgens Hobert belangrijk om te benadrukken dat OZO geen medisch dossier is. “Het is echt gericht op communicatie. Je ontkomt er niet aan dat er ook medische gegevens uitgewisseld worden, maar het platform draait met name om de communicatie over de zorg en het welzijn. Gelukkig neemt de partij die het platform gebouwd heeft security uiterst serieus: voor ons staat beveiliging namelijk ook hoog in het vaandel.”
"We hebben zelfs het ziekenhuis en de dagbesteding zover gekregen om mee te doen"
Hobert beschouwt het zelf als een zeer positieve ontwikkeling dat zoveel zorgverleners bereid zijn om met OZO te werken. “Zeker als een huisarts al zo’n soort platform heeft, netjes gekoppeld aan hun HIS, is de drempel groot. Wat in ons voordeel werkt, is dat OZO echt van de cliënt is, en niet van één iemand in het veld. Sterker nog: wij hebben zelfs het ziekenhuis en de dagbesteding zover gekregen om mee te doen. Zorgverleners van de dagbesteding deden binnen de regio nooit actief mee in het zorgplan, terwijl ze zoveel zien van de cliënt. Wij zijn heel enthousiast dat we dit zo hebben kunnen regelen."
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!